“Esoterische geheimen in de bijbel” III

Paulus en zijn nieuwe helderziendheid

Mijn genade is u genoeg

De eerste preek die ik ooit, lang geleden, ik was nog student,

in een kerk mocht uitspreken was in de Gereformeerde kerk

van Stadskanaal in Groningen.

Nog altijd zie ik mezelf daar staan en zie ik al de gezichten

van de kerkgangers voor mij. Ook weet ik nog precies,

over welke Bijbeltekst ik toen heb gepreekt.

Het was namelijk een tekst die mij al sinds mijn vroegste

jeugd diep raakte, zodat het voor mij vanzelfsprekend

was dat ik over die tekst mijn eerste preek zou maken.

Op de een of andere manier, die ik pas veel later ging

begrijpen, was die tekst niet alleen het motto van Paulus,

maar herkende ik in de woorden uit die tekst:

‘Mijn genade is u genoeg’ de leidraad voor mijn eigen

leven. Het zijn woorden die deel uitmaken van een tekst

die geschreven staat in de Tweede Brief aan de Korintiërs,

12 : 7 – 9. Paulus schrijft daar:

Daarom is mij, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen,

een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan,

om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet te zeer zou

verheffen. Driemaal heb ik de Heer hierover gebeden,

dat hij van mij zou aflaten. En Hij heeft tot mij gezegd:

Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich

eerst ten volle in zwakheid.

Paulus heeft kennelijk behoorlijk last van iets dat hij niet

nader omschrijft, maar waarvan hij alleen maar duidelijk

maakt dat hij er erg onder lijdt. Hij duidt die pijnlijke last

aan als een doorn in het vlees, en zelfs als een engel van

de satan, ofwel een Ahrimanische engel die op hem

inbeukt.

Hij heeft er zo’n last van dat hij tot drie keer toe aan God

om verlossing vraagt. God neemt hem echter die last niet

af, maar geeft Paulus zijn hulp, Zijn genade, om die last te

kunnen dragen. Want alleen als je je onmachtig voelt, zegt

God, en geen uitweg weet, zul je in staat zijn te ontdekken

dat er een diepere kracht in jou leeft, die niet uit jouw eigen

wil of jouw ego voortkomt, maar die uit diepere lagen, ja,

zelfs uit hogere werelden afkomstig is: de kracht van het

hoger zelf, of van de innerlijke Christus.

Dat is de ware kracht die zich pas openbaart als de muren

van het ego zijn gevallen. Ik denk dat deze ervaring van

Paulus voor velen van ons herkenbaar is: juist als je het

niet meer ziet zitten en niet meer weet hoe je verder moet

gaan, gebeurt er soms iets bijzonders. Juist dan kun je die

diepere, zo heel andere kracht ervaren die in het verborgene

in ons leeft. Een kracht die ons geschonken wordt.

Toen ik werkelijk helemaal aan het einde van mijn krachten

was en dacht dat er nog maar één uitweg was, vertelde een

oudere man die zijn vrouw had verloren en zich eenzaam

voelde, de uitweg van de zelfgekozen dood en toen ik mij

daarom van louter verdriet aan de wanhoop overgaf, toen gebeurde het. Ik voelde hoe andere krachten mij plotseling begonnen te doorstromen en mijn hart vervulden.

De tranen liepen over mijn gezicht en het was, alsof nieuwe levenskrachten mij toestroomden en een nieuw vertrouwen

mij begon te vervullen. Vreemd was dat: toen ik het eindelijk

opgaf en niet meer krampachtig naar een oplossing zocht,

juist toen werden mij de krachten geschonken waardoor ik

verder kon gaan. Krachten die kennelijk diep van binnen

leefden en die ik nu pas begon te ervaren. Waarschijnlijk

had mijn ego al die tijd die diepere krachten afgeschermd,

zodat ik ze me nooit eerder bewust was geworden.

Maar nu het ego eindelijk aan het einde van zijn krachten

gekomen was, ontstond er ruimte voor die andere krachten

die achter en onder het ego verborgen liggen:

de krachten van het hoger zelf.

Helderziendheid als gevolg van een ziekte…

Waarom confronteerde God Paulus met die doorn in het

vlees en met die Ahrimanische engel? Paulus geeft zelf

het antwoord: opdat hij niet hoogmoedig zou worden.

Een hoogmoed die zou kunnen ontstaan door de

bijzondere helderziende ervaringen die hij kort tevoren

had gekregen. Paulus vertelt in de derde persoon over

die helderziende ervaringen, dus alsof hij over een ander

spreekt, maar alle uitleggers nemen aan dat Paulus hierbij

in feite over zijn eigen ervaringen vertelt:

Ik ken een met Christus verbonden mens, veertien jaar

geleden is het, of het in het lichaam of buiten het lichaam

was, weet ik niet, God weet het, toen werd deze mens

weggerukt tot in de derde hemel. En ik weet van diezelfde

mens, of hij in het lichaam of buiten het lichaam was,

weet ik niet, God weet het – dat hij weggerukt werd naar

het paradijs en onuitsprekelijke woorden vernam, die

een mens niet mag nazeggen.

(2 Korintiërs 12 : 2 – 4, vertaling Ogilvie)

Het waren zulke bijzondere ervaringen dat ze een mens gemakkelijk tot een gevoel van uitverkoren zijn en tot

hoogmoed konden verleiden, wist Paulus.

Daarom dus die doorn in het vlees en die Ahrimanische

engel.

Vele latere bijbeluitleggers en theologen konden overigens

niet veel met de helderziende ervaringen van Paulus: helderziendheid werd eeuwenlang als iets gevaarlijks gezien,

en wordt in de kerkelijke wereld, in het algemeen gesproken,

nog steeds gewantrouwd. Daardoor kwam het dat theologen

en andere bijbeluitleggers meenden dat de helderziendheid

van Paulus waarschijnlijk het gevolg was van de een of

andere ziekte, zoals epilepsie. Ze dachten dat het een

dergelijke ziekte was, waarop Paulus met,

de doorn in het vlees doelde.

Oude en nieuwe helderziendheid

Volgens de esoterische traditie ligt het anders en is het zeer opvallend wat Paulus hier vertelt over zijn helderziendheid.[1]

Tot twee keer toe voegt hij er namelijk aan toe dat hij niet

weet of hij deze helderziende ervaringen opdeed ín het

lichaam of juist búiten het lichaam.

Het feit dat Paulus dat tot twee keer toe nadrukkelijk herhaalt,

laat zien dat deze opmerking kennelijk belangrijk is. En dat is

hij ook!

De oude helderziendheid, zoals die in de voorchristelijke tijd

op de mysteriescholen beoefend werd, was namelijk een helderziendheid die alleen buiten het lichaam mogelijk was.

De leerlingen leerden zó aan zichzelf te werken dat ze met

hun ziel uit hun lichaam konden treden.

Eenmaal, min of meer, los van hun lichaam, waren ze in staat ervaringen in de geestelijke wereld op te doen. Die uittreding

werd mogelijk, als ze in trance raakten; maar gebeurde ook

wel tijdens de slaap.

De vroegere helderziendheid was er dus een buiten het lichaam,

als de ziel zich van het lichaam had losgemaakt. Dat wist Paulus daarom zo goed, omdat hij ook zelf een ingewijde was, en dus precies wist wat de leerlingen op de mysterieschool leerden.

Maar de helderziende ervaringen, waar Paulus nu over spreekt, waren anders. Bij deze ervaringen was Paulus niet in trance

geraakt. Evenmin waren ze hem tijdens zijn slaap overkomen.

Nee, hij had ze opgedaan bij vol bewustzijn. Zijn ziel was in zijn lichaam gebleven en was zich dus bewust gebleven van wat er

om hem heen gebeurde, maar tegelijk had zijn ziel kunnen schouwen in de geestelijke wereld. Dat was verwarrend.

Vandaar dat Paulus zegt: of ik nu in mijn lichaam was, of daarbuiten, dat weet ik niet, dat weet God alleen.

Nu vertelt de esoterische traditie dat Paulus met deze vorm van helderziend waarnemen iets bijzonders meemaakte: hij was de eerste die op deze nieuwe manier (volbewust, terwijl zijn ziel in

het lichaam was) mocht schouwen. Deze nieuwe vorm van schouwen was eerst sinds de komst van Christus naar de aarde,

en zijn belichaming in de mens Jezus, mogelijk geworden.

Maar wat hield deze nieuwe vorm van helderziend waarnemen

dan wel in?

Die hield in dat de ziel van Paulus weliswaar in het lichaam

bleef, maar dat zij zich tegelijk zo kon verwijden, of zo groot

kon maken, dat zij tot ver buiten het lichaam kon reiken.

Daardoor kon Paulus zich zowel van de aardse wereld bewust blijven, als zich bewust worden van de geestelijke wereld.

Een heel bijzondere, unieke ervaring, waarmee Paulus mocht

laten zien hoe de toekomstige helderziendheid zou zijn.

En waarom kon de ziel van Paulus dat nu ineens?

Dat kwam, doordat Paulus voor de poort van Damascus

Christus helderziend had mogen waarnemen

Bij deze zo ingrijpende gebeurtenis was zijn hoger zelf, ofwel:

zijn innerlijke Christus, gewekt. Dankzij de kracht van dit hoger

zelf kon zijn ziel nu bij vol bewustzijn uitreiken tot ver buiten

het lichaam en kon zij daardoor bij vol bewustzijn ervaringen

in de geestelijke wereld opdoen.

Paulus als een te vroeg geborene

Het was wel bijzonder wat Paulus met deze nieuwe

helderziendheid mocht ervaren. Hij mocht namelijk iets

meemaken wat voor alle andere mensen pas veel later,

en voor velen pas in deze tijd mogelijk wordt.

Dit is immers de tijd, waarin het gordijn tussen de zichtbare

en de onzichtbare wereld doorzichtig wordt. Dat maakt het mogelijk dat steeds meer mensen helderziende ervaringen

opdoen, iets wat in allerlei tv-programma’s duidelijk wordt.

Daarbij gaat het, als het goed is, om ervaringen op de

nieuwe manier: dus bij vol bewustzijn, en niet door een

uittreding. Dat laatste was immers de oude manier.

Dankzij Paulus zijn we ons dus bewust geworden van het

verschil tussen de oude en de nieuwe helderziendheid!

Paulus wel een ontijdig geborene genoemd, ofwel:

een te vroeg geborene. Met die term wordt iets bijzonders bedoeld. Hij mocht namelijk in zijn tijd al iets meemaken,

wat voor alle andere mensen pas veel later mogelijk zou

worden. Het was zijn opdracht om dat toen al te ervaren

en aan ons door te geven, zodat wij nu, nu de nieuwe helderziendheid begint te ontwaken, het verschil zouden

kennen tussen de oude en de nieuwe helderziendheid.

Dankzij dit inzicht is het, denk ik, nu ook duidelijk, waarom

het volgens de esoterische traditie niet juist is om mensen

in deze tijd in trance te brengen om ze op die manier buiten zichzelf te brengen. Evenmin is het juist om hun ziel op een

andere manier los te maken van het lichaam, zodat deze

daardoor bepaalde ervaringen in de geestelijke wereld kan

opdoen. Dat is immers de oude helderziendheid die buiten

ons dag-bewustzijn omgaat.

Maar de nieuwe helderziendheid is juist bedoeld als een

ervaring bij vol bewustzijn, zodat we deze ook met ons

denken kunnen bevatten en doorgronden.

En om dit laatste gaat het: dat we nu, nu het gordijn

opengaat, leren om zelf de verantwoordelijkheid te dragen

voor onze helderziende ervaringen. We mogen niet zeggen:

ja, dat heb ik nu eenmaal in de geestelijke wereld te horen gekregen, dus zo is het, nee, we zullen zelf met ons denken

en met ons inzicht moeten toetsen of het ook juist is, wat

onze helderziende ervaringen ons vertellen.

Het offer van Paulus

Het was wel een offer van Paulus om al in zijn tijd,

als een te vroeg geborene, die nieuwe helderziendheid van

de mens uit de twintigste en de eenentwintigste eeuw te

ervaren en zo aan ons door te geven. Waarom? Omdat hij,

om die nieuwe helderziendheid te kunnen ervaren, zich

alvast het bewustzijn van de mens uit die toekomstige tijd

eigen moest maken .[2] En dus moest Paulus de angst van

de moderne mens doorleven, diens eenzaamheid, het korte

lontje, de lichamelijke en geestelijke verharding en al die

andere donkere gevoelens die met het leven in deze tijd

gepaard gaan. En dat was werkelijk een offer, omdat de mens

toen nog heel anders was en zich veel meer geborgen voelde

dan wij.

Paulus kreeg dus van de Ahrimanische engel die hem belaagde,

de (huidige) Ahrimanische gevoelens van angst, eenzaamheid, boosheid en verharding mee. Hij moest met die gevoelens zien

te leven en het daarin zien uit te houden, terwijl niemand

anders in zijn omgeving begreep wat hij doorleefde.

Als er dus iemand is die zich eenzaam gevoeld moet hebben,

moet het Paulus wel geweest zijn. Heel begrijpelijk dus dat

Paulus tot drie keer toe aan God om verlossing bidt.

Maar God neemt hem die gevoelens niet af: die horen nu

eenmaal bij zijn opdracht om de nieuwe helderziendheid

te doorleven en die in zijn brieven aan ons door te geven.

Het geschenk van Paulus

Over geen enkel onderwerp in de Bijbel is er in de loop der

eeuwen meer geschreven dan over de zogenaamde doorn

in het vlees van de apostel Paulus. Alle mogelijke kwalen of handicaps, of wat een mens maar kan verzinnen ter verklaring

van die doorn, zijn in de loop der tijden wel geopperd.

Tot aan epilepsie, homofilie, een ongeneeslijke ziekte en bezetenheid aan toe. Dat kwam omdat langzamerhand elk

inzicht in de esoterische geheimen die in de bijbel besloten

liggen, verloren was gegaan. Gelukkig worden die in onze tijd

weer toegankelijk, en beginnen allerlei Bijbelse verhalen

daardoor op een hele nieuwe manier voor ons op te lichten.

Paulus: hij bracht een offer. Het offer om ver voor zijn tijd de gevoelens van de moderne mens te doorleven.

Alleen door dit offer werd het geschenk mogelijk dat hij ons

gaf: inzicht in het onderscheid tussen de oude en de nieuwe helderziendheid.[3]

Voor mij persoonlijk is dit een belangrijk geschenk geweest, waardoor ik de helderziende ervaringen die mijzelf

overkwamen, kon plaatsen en begrijpen. Aan Paulus dank ik daarmee ook het inzicht dat mij helpt om te zien welke

vormen van helderziendheid zinvol zijn, en welke niet. In de moderne tijd mag het immers niet meer buiten ons bewustzijn

en dus buiten ons denken omgaan. We moeten nu ook zelf

de verantwoordelijkheid voor die ervaringen dragen, en dat

kan alleen, als ik ze bewust ervaar en met mijn denken

verhelderen kan Alleen al voor deze inzichten ben ik Paulus tot

in het diepst van mijn ziel dankbaar!

[1] Zie bijvoorbeeld Emil Bock, Paulus,

Uitgeverij. Kamerling, 2008, blz. 205en volgende.

[2] Dit is de tijd waarin we ons bewustzijn ofwel

onze bewustzijnsziel mogen ontwikkelen.

Paulus ontwikkelde die al in zijn tijd om op die manier

de nieuwe helderziendheid te kunnen ervaren die pas

mogelijk wordt als de mens ook bewustzijn heeft.

Hij was dus werkelijk iemand die ver op de tijd vooruitliep!

[3] Zie voor een nadere toelichting op het verschil

tussen de oude en de nieuwe helderziendheid mijn boek:

Tien levenslessen voor deze tijd,