“De islam”

De islam ontstond in het jaar 610 na Chr., in de nacht

van de 27e van de maand Ramadan. In die nacht

ontving Mohammed zijn eerste openbaring van de

aartsengel Gabriël.

De 97e soera uit de Koran vertelt daarover:

In de naam van Allah, de Barmhartige Erbarmer.

Wij hebben haar, de Koran, neer gezonden in de

nacht der Maat.

En wat doet u kennen, wat is de nacht der Maat?

De nacht der Maat is beter dan duizend maanden.

In haar stijgen neder de engelen en de Geest, met

verlof van hun Heer, krachtens elke bestiering.

Heil is zij tot de opgang van de dageraad.

Arabië lag in de tijd van Mohammed ingeklemd

tussen twee grootmachten: het Byzantijnse Rijk en

het Perzische Rijk van de Sassaniden.

De Arabieren vormden geen eenheid, maar

bestonden uit elkaar bevechtende stammen.

Er bestond dan ook geen Arabische identiteit.

Te midden van de Arabieren leefden kleine groepen

christenen, van verschillende herkomst, zoals gnostici

en Syrische christenen en joden. Deze beide groepen

hadden hun eigen boek en ontleenden daaraan hun

identiteit. De Arabieren hadden geen heilig boek.

Het was Mohammed die hun nu een eigen heilige

boek schonk en daarmee ook een eigen identiteit.

De eerste openbaringen die Mohammed ontving,

stonden vooral in het teken van het naderende

eindgericht, een thema dat nog steeds een grote rol

speelt in de islam. Zo staat er bijvoorbeeld in soera 81:

Wanneer de zon wordt gevouwen;

En wanneer de gesternten afstorten;

En wanneer de bergen in beweging komen;

En wanneer de wolken worden geledigd;

En wanneer de wilde dieren worden opgedreven;

En wanneer de zeeën in koking komen;

En wanneer de zielen worden gepaard;

En wanneer de levend begravene wordt ondervraagd,

voor welk vergrijp zij is gedood;

En wanneer de bladen worden open gespreid;

En wanneer de hemel wordt afgerukt;

En wanneer het Hellevuur wordt gestookt;

En wanneer de Gaarde wordt nabij gebracht,

Dan weet de ziel wat zij heeft aangericht.

Hoewel ook vele Aziatische en Afrikaanse volken tot

de islam zijn overgegaan, blijft de Arabische taal een

bijzondere plaats innemen, omdat de Koran in het

Arabisch is geschreven.

Religieuze ritualen mogen alleen in de Arabische taal

worden uitgevoerd. En een niet- Arabier moet, als hij

overgaat tot de islam, zijn naam arabiseren.

De beginselen van de islam worden samengevat in

wat al heel vroeg ‘de vijf zuilen van de islam’ werd

genoemd:

1. De geloofsbelijdenis of shahada:

Er is geen God dan Allah en Mohammed is zijn profeet.

2. Het rituele gebed of de salat.

Vijf maal per dag moet de gelovige bidden,

in de richting van Mekka.

Oorspronkelijk baden de volgelingen van

Mohammed in de richting van Jeruzalem.

Later veranderde Mohammed dit en werd

Mekka de gebedsrichting of kibla.

3. Het schenken van aalmoezen of zakat.

Dit beginsel is gericht op de overwinning van het egoïsme.

4. Het vasten in de maand Ramadan.

Het dient tot de versterking van de wil, als bevrijding

van de hartstochten en als reiniging van de geest.

Ook is het vasten een herinnering aan de heilige nacht

van de openbaring, toen Gabriël aan Mohammed

de eerste openbaring van Allah schonk.

5. De pelgrimstocht naar Mekka, eenmaal in het leven.

Deze staat symbool voor de innerlijke tocht naar de

Kaäba van het hart.

6. Inzicht en liefde zijn het antwoord

Is het nu zo belangrijk, wát je bent:

een islamiet, christen of een spiritueel mens?

Is het niet veel belangrijker wie je bent?

Of je een mens bent, in wiens ogen je

de kracht van de ware liefde ziet stralen?

Een mens met respect, begrip en met

een onvoorwaardelijke liefde voor dieren,

de aarde en voor mensen die anders zijn?

Is het nu zo belangrijk wat je bent?

Of gaat het er veel meer om dat wij ernaar streven

aan onszelf te werken en dat we bereid zijn

elke dag opnieuw te zoeken hoe we ook die

dag ons geestelijk verder kunnen ontwikkelen?

Zoek naar de kracht van het innerlijk weten,

zoek de bron van de ware liefde die in ieder

hart wil opengaan en wil gaan stromen.

Zoek naar het hart van de ander en verbind

je met liefde met die ander, wie hij of zij ook is.

Beslissend voor deze tijd is het ontwaken

van de kracht van de ware, hogere liefde in ons.

De liefde die de ander vrij laat, en die ons

het gevoel geeft dat God vlakbij is: in ons hart.

Schenk jezelf en de ander de vrijheid om je

die liefde bewust te worden en haar te leven.

Het is onze opgave, juist in deze tijd, ons bewust

te worden dat ons leven niet zinloos is, maar

dat ieder van ons tot op de laatste dag van zijn

of haar leven een opdracht te vervullen heeft

en de mogelijkheid ontvangt om te groeien aan

de lessen van het leven, hoe zwaar ze ook zijn.

Wie zo leert kijken, beseft: terrorisme is niet

het antwoord op de vragen van onze tijd.

Maar evenmin cynisme, angst, of een leven

met het hoofd in plaats van met het hart.

Wie het waagt te kiezen voor de weg van

inzicht en liefde; de liefde die genezing brengt,

en die bruggen bouwt, die brengt hoop.

Kies dan voor inzicht en voor liefde,

voor hen alleen!

Motto:

Leer bij alle heilige teksten te kijken naar de

verborgen binnenkant, en realiseer je dat ‘deze

binnenkant op zijn beurt ook weer een binnenste

heeft, tot aan zeven diepere betekenissen toe’

zoals Mohammed volgens de overlevering eens zei.

Hans Stolp