Vooraf:
• Het wetsontwerp ‘Orgaandonatie’ dat in de Tweede Kamer
werd aangenomen, bestempelt ons allemaal tot potentiële orgaandonor, tenzij je bij het Donorregister hebt aangegeven
dat je geen donor wilt zijn.
Bij de vele discussies over dit thema, zowel in de pers
als in de Tweede Kamer, viel op dat de spirituele aspecten
van de orgaandonatie (bijna) nooit aan de orde kwamen.
Willen we echter tot een zinvol besluit komen of we wel
of geen donor willen zijn, dan is het belangrijk
deze aspecten in onze overwegingen te betrekken.
• -Allereerst is daar het criterium van hersendood:
als iemand hersendood is, maar zijn hart nog klopt
en alle organen nog werken, mogen de organen
volgens de wetgever weggenomen worden.
Maar is iemand die hersendood is, wel echt dood?
• -Organen blijken bovendien drager van ons geheugen
te zijn. Veel donoren vertellen over andere gewoontes
en zelfs andere karaktertrekken die ze na de transplantatie
kregen. Hoe zit dat nu eigenlijk precies? En wat betekent het
dat donoren vaak het gevoel hebben dat de geest
van de donor nog in de buurt is en dat ze vaak zelfs het
gevoel hebben dat er nog een aanwezigheid in hun lichaam is?
• -Een vraag die zelden gesteld wordt, is deze:
wat betekent het afstaan van organen eigenlijk
voor de donor zelf? Kan het zijn dat hij/zij daardoor
naar de aarde getrokken wordt en moeilijk of misschien
zelfs helemaal niet de weg naar de geestelijke wereld
kan vinden?
Dit thema en andere, daarmee samenhangende thema’s
willen we overdenken en overwegen.
Van harte hoop ik dat we mede, door dit thema
uit te diepen, een bredere bekendheid kunnen geven
aan de/een spirituele manier van denken over dit onderwerp.
Hans Stolp