“De zeven offers van Christus”

Intro:

U, Christus, U bent mij zo nabij en zo vertrouwd.

Uw liefde geeft mij kracht en Uw trouw houdt mij gaande.

U vormt mijn geloof om tot innerlijk weten.

U bent mijn levensadem, de kracht die mij draagt.

U, mijn liefde, U bent mij zo nabij en zo vertrouwd.

Maar sta ik stil bij uw Wezen, dan beneemt uw

duizelingwekkende grootheid mij haast de adem.

U, die één was met God, ja,

U, die een God bent,

U bekommert zich om ons mensen en

U houdt vol liefde ieder mensenkind in het oog,

ook mij.

Ik kan uw grootheid niet bevatten. Ik weet alleen:

U, mijn liefde, U bent mij zo nabij en zo vertrouwd.

Stap voor stap bent U afgedaald naar de aarde

om ons bij te staan bij onze groei en ontwikkeling.

Op uw weg naar de aarde bracht U vele offers die

ons ten goede kwamen.

Dat wij rechtop kunnen lopen, danken wij aan

de uitstromende kracht van uw eerste offer op aarde.

Dat wij denken kunnen: wij danken het aan een

volgend offer op aarde.

Dat wij spreken kunnen: ook dat vermogen danken

wij aan een offer van U.

Offers die U uit vrije wil, uit louter liefde bracht.

Alleen maar door die offers werd onze ontwikkeling

mogelijk. Alleen daardoor.

Het grootste van alle offers bracht U tweeduizend

jaar geleden toen U incarneerde in de mens Jezus,

gekruisigd werd en stierf op de heuvel Golgotha.

Het is dat offer dat het mogelijk maakt dat wij niet

ten onder gaan aan een ongebreideld egoïsme en

aan zinloze agressie, maar dat wij in staat raken

ons te verbinden met de Geest in ons, ons hoger zelf

dat U ons schonk bij Uw dood aan het kruis.

Zo wendde U een fatale ontwikkeling af

en schonk ons nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden.

Nog is uw offerweg niet ten einde.

Nog onlangs bracht U er een die vooraf ging

aan uw komst in de etherische wereld.

En nog vele offers zullen volgen.

Hoe meer ik mag zien, welke offers U brengt,

hoe meer ik voel:

U, mijn Liefde, mijn hart is vol van U.

*****

Inleiding

Wie zich bezint op de zeven offers van Christus, raakt vervuld

van een diepe eerbied voor de onvoorstelbare, kosmische

grootheid van Christus en van een grote dankbaarheid voor

de liefde waarmee Hij ons mensen stap voor stap leidt op

onze weg.

Deze eerbied en dankbaarheid zijn in deze tijd broodnodig:

ze vormen de nieuwe impuls die wij zo nodig hebben om een

uitweg te vinden uit de sfeer van verloedering en toenemende

agressie. Alleen deze impuls kan ons daarbij werkelijk helpen.

Ik, en velen met mij, hebben zich in het verleden vaak

beziggehouden met Jezus van Nazareth: wie was hij en hoe

is zijn leven eigenlijk verlopen? Daarbij hebben we onder

meer uitgebreid stilgestaan bij de het geheim van de twéé

Jezuskinderen. Maar nu willen we een stap verder gaan en

stilstaan bij de vraag: wie was de Christus, het Goddelijke

Wezen dat zich bij de Doop in de Jordaan in Jezus van

Nazareth belichaamde?

De Doop in de Jordaan was als het ware zijn conceptie, terwijl

zijn kruisdood, drie jaar later, zijn geboorte op aarde was.

Maar wie was Hij nu eigenlijk?

1. Hoe een God tot Geest van de Aarde werd

In het Evangelie van Johannes (1:1) schrijft Johannes:

In den beginne was het Woord en het Woord was bij God,

en het Woord wás God.

Zo kijkt Johannes dus tegen de Christus aan:

als je in de geest opklimt tot de hoogste scheppingskracht

die de aarde en de mensen heeft geschapen, kom je uit

bij de Christus. Hij, de Christus, was het Woord dat door

God werd uitgeademd. Maar als Johannes nog verder

opklimt naar omhoog, ziet hij dat de Christus of het Woord daarvoor één was met God, en dat je dus mag zeggen dat

Christus God wás.

Zo zien we dat de Christus een bepaalde ontwikkeling

heeft doorlopen:

• In den beginne was Hij één met God, ja, Hij wás God.

• Toen God Hem uitademde, werd Hij de Logos of het

Woord.

• Toen Hij afdaalde naar de zon, werd Hij de Zonnegeest.

• Toen Hij zich vanaf de Zon zich richtte op de aarde en

de mensen, werd Hij de Heiland, of de Christus die

genezend en helpend op ons inwerkt.

• Bij de Doop in de Jordaan incarneert Hij in de mens

Jezus van Nazareth 😊 zijn conceptie).

Nu wordt Hij Jezus de Christus.

• Als Jezus Christus sterft aan het kruis,

wordt de Christus geboren.

• De Christus daalt vervolgens neder ter helle en wordt

de Geest van de aarde, alweer: in conceptie, ofwel

als kiem van de nieuwe aarde die ooit zal ontstaan.

2. De drie voorafgaande offers van Christus

De zeven offers van Christus bestaan uit de vijf offers die

Hij op, de huidige, aarde al gebracht heeft, en de twee

offers die Hij nog brengen zal.

Maar ook op de drie voorgaande incarnaties van moeder

aarde bracht Christus al een offer om het mogelijk te maken

dat de mens een verdergaande ontwikkeling zou doorlopen.

Deze voorgaande offers laten ons zien hoe de Christus

vanuit de hoogste werelden stap voor stap naar de aarde

afdaalde om mens te worden.

Deze drie voorafgaande offers volbracht de Christus

achtereenvolgens op de Oude Saturnus, de Oude Zon en

de Oude Maan; de drie incarnaties die aan de huidige aarde

voorafgingen.

• Op de Oude Saturnus bestond er een dualiteit van warmte

en kou. Op deze planeer kreeg de mens de kiem of het

allereerste begin van zijn fysieke lichaam. Dat bestond in die

tijd alleen uit warmte, en was dus een warmte lichaam.

Halverwege de neergaande ontwikkeling van de Oude

Saturnus, nam de kou steeds meer toe.

Het gevolg was een toenemende verstarring van de planeet

en van de warmtelichamen van de mensen op deze planeet.

Toen bracht de Christus een offer om de neergaande

beweging en dus: de toenemende kou om te vormen in

warmte en in een opgaande beweging.

De Christus stond daarbij onbeweeglijk, als verstard, rechtop

en vormde als het ware vanaf de Oude Saturnus tot aan de

wereld van God een zuil: hij nam de kou in zich op, ging door

de uiterste verstarring heen; ‘de verstarringsdood’ en vormde

die om tot het vuur van de wilskracht. Zo werd de neergaande ontwikkeling van de Oude Saturnus omgevormd tot een

opgaande beweging.

• Dit offer wordt wel de oer kruisiging genoemd,

omdat de Christus hier, op de Oude Saturnus, eenzelfde onbeweeglijkheid en verstarring moest doorstaan, die hij later

op aarde aan het kruis moest verdragen.

• Aan het einde van haar bestaan ging de Oude Saturnus over

in het Pralaya, ofwel de wereldnacht, een zuiver geestelijk

bestaan, vergelijkbaar met het bestaan van de mens na de dood. Later keerde de Oude Saturnus terug als een nieuwe,

omgevormde planeet, en wel als de Oude Zon.

Op de Oude Zon was de warmte van de Oude Saturnus omgevormd tot licht. Maar naast het licht ontstond ook

het donker, als de schaduw van het licht.

• Daarom was er op de Oude Zon sprake van een dualiteit

tussen licht en donker. Licht betekende geluk, met name een levende verbinding met andere wezens; mensen en engelen,

donker betekende ongelukkig zijn, omdat het een totale eenzaamheid inhield. Halverwege de ontwikkeling van de

Oude Zon, het duister nam steeds meer toe, bracht de

Christus een offer, waarbij Hij al het duister, en dus: de totale eenzaamheid, in zich op om het om te vormen tot licht.

Zo ging Hij op de Oude Zon door ‘de geestelijke eenzaamheidsdood’ heen. Daardoor begon er in het diepste donker een licht te schijnen: duisternis werd tot licht

omgevormd en de eenzaamheid werd doorbroken.

• Deze gebeurtenis werd later op Golgotha in zekere zin

herhaald toen het dode lichaam van Jezus Christus aan het

kruis na zijn dood een helder licht begon uit te stralen.

Maar dit offer werd ook herhaald in de hof van Gethsemané

toen Jezus Christus door de diepste eenzaamheid heen ging.

• Was op de Oude Saturnus de verticale beweging genezing schenkend, nu was het de horizontale beweging die genezing bracht: het licht namelijk dat van Christus uitging, dat anderen

op de Oude Zon in het licht zette en daardoor een verbinding mogelijk maakte.

• De verticale beweging van het eerste offer en de horizontale beweging van het tweede offer vormen samen een kruis.

• Aan het einde van haar ontwikkeling ging de Oude Zon over

in het Pralaya, om later op een nieuwe, omgevormde manier

weer als de Oude Maan geboren te worden.

• Op de Oude Maan werd de dualiteit gevormd door de beide helften van de Oude Maan: de ene helft was naar de zon toegekeerd, de andere helft was de schaduwkant.

Door deze dualiteit dreigden er in de toekomst twee soorten mensen te ontstaan: de materialistische mensen, op de schaduwkant, die vergeten waren dat ze in wezen geestelijke wezens zijn, en de mystieke, op het goddelijke licht gerichte mensen, ofwel de wetenden; op de zonnekant.

Ook nu was er halverwege de neergaande ontwikkeling van

de Oude Maan (de mensen in het donker vergaten steeds

meer hun herkomst) een offer van Christus nodig om een

definitieve tweedeling van de mensheid in de toekomst te

voorkomen. De Christus verbond zich met de donkere kant

van de Oude Maan, nam al de verwarring en de duisternis

van het vergeten van de mensen in zich en vormde het om

tot herinnering: uit het donker van het vergeten werd het

licht van de herinnering geboren. Zo riep Hij bij de mensen

die daar leefden de herinnering wakker aan de zonnekant

van de Oude Maan en daarmee aan de goddelijke wereld

en aan de wereld van hun herkomst.

• Het Laatste Avondmaal is ook een herinnering aan dit

derde offer van Christus op de Oude Maan, als Jezus

Christus tot zijn leerlingen zegt: doe dit tot mijn gedachtenis!

• Aan het einde van haar bestaan ging de Oude Maan over

in het Pralaya, om later opnieuw geboren te worden als

de huidige Aarde.

• Op de Oude Saturnus kreeg de mens het begin of de kiem

van zijn fysieke lichaam.

Op de Oude Zon kreeg de mens zijn etherische lichaam.

Op de Oude Maan kreeg de mens zijn astrale lichaam.

Op de huidige Aarde krijgt hij zijn Ik: eerst zijn lagere

ik en na het Mysterie van Golgotha zal hij geleidelijk zijn

hogere Ik; hoger Zelf rijgen.

3. De zeven aardse offers van Christus

Het eerste offer

Het eerste offer vond plaats in Lemurië, toen Lucifer begon

in te werken op de mens en hem egoïstisch begon te maken.

De Bijbel vertelt daar beeldend over in het verhaal over

het Paradijs, waar de slang (Lucifer) Adam en Eva met een

appel verleidde en hen egoïstisch maakte.

Ook ons lichaam, en dus ook onze zintuigen, kwam onder

invloed van Lucifer en werd egoïstisch, ofwel zelfzuchtig.

Zo reageerden onze ogen bijvoorbeeld direct op kleuren:

bij rood kromp de mens ineen, bij blauw dijde de mens uit.

Deze ontwikkeling zou Lucifer, en later Ahriman, de kans

geven om direct op de mensen in te werken: als zij zich

zouden verbinden met de kleuren, zouden ze ongehinderd

op de mensen kunnen inwerken.

Zo ging het ook met de andere zintuigen: Lucifer begon er

krachtig op in te werken om ze egoïstisch te maken en op

die manier de mens naar zijn hand te kunnen zetten.

Daarom was ingrijpen van Christus noodzakelijk.

Een aartsengel, oor wie de Christus heen kon werken,

verbond zich met Christus en gaf zijn Ik aan Hem over: net

zoals de mens na zijn dood bij zijn intrede in het Devachan

of de Lichtwereld, zijn Ik overgeeft aan God.

De geestelijke krachten die bij dit geschenk van de

aartsengel ofwel: deze overgave vrijkwamen, stroomden uit

over de mensen en bevrijdden hun zintuigen daardoor van

hun egoïsme. Sindsdien merken we onze zintuigen niet meer,

tenzij we ziek zijn.

Na het geschenk van de aartsengel gaf de Christus zijn

diepste wezen op zijn beurt over aan God. Ook bij dit

geschenk kwamen geestelijke krachten vrij die uitstroomden

over de mensen: ze bewerkten dat de mens rechtop ging

lopen en zich met zijn hoofd met de geestelijke wereld kon

verbinden. Door dit nieuwe vermogen kon de mens zijn

denken gaan ontwikkelen.

NB: Ook bij dit offer zien we dat de Christus en de aartsengel

een verticale houding aannemen, net als op Oude Saturnus:

het is deze offerhouding waaruit de wilskrachten voortkomen

die mens ertoe bracht (en brengt) rechtop te gaan lopen.

Het tweede offer

Het tweede offer vond plaats in het begin van de Atlantische

tijd. Bij dit offer ging het om de levensprocessen of etherische processen, zoals groei, ademhaling of voortplanting.

Deze krachten van het etherische lichaam waren direct

verbonden met het astrale lichaam en dus ook met de astrale krachten, zoals denken, voelen en willen. Door die directe verbinding konden de mensen bijvoorbeeld met hun

wilskracht hun groei beïnvloeden: door een uitgesproken

wilskracht werden de mensen groter.

Zo ontstonden de reuzen die we in Genesis tegenkomen,

in de Griekse mythologie en in de esoterische tradities van

Oost en West.

Omdat Lucifer op ons inwerkt via onze gevoelens; het

denken, voelen en willen, kon hij daardoor ook direct

inwerken op onze levensprocessen.

Daarom was een tweede offer van Christus nodig.

De aartsengel verbond zich nu ook met zijn astrale lichaam

met Christus, en wel zo intens dat zijn astrale lichaam

losraakte, zich verwijdde en deel werd van de astrale

wereld.

Ook de geestelijke krachten die bij dit offer vrijkwamen,

stroomden uit over de mensheid, werkten spiegelend in op

het astrale lichaam van de mens en maakten dit los van het etherische lichaam. Daardoor werd de directe verbinding

tussen de levensprocessen en de astrale krachten, van

denken, voelen en willen, doorbroken, en kon Lucifer, en

Ahriman, niet meer via deze astrale krachten inwerken op

de levensprocessen van de mens.

Dankzij deze ontwikkeling, het astrale lichaam dat vrijkwam

en daardoor krachten ‘over’ had om andere ontwikkelingen

op gang te brengen, kon de mens nu ook klanken

voortbrengen om tot uitdrukking te brengen wat in hem

leefde. Daarbij gebruikte hij later niet alleen gevoelswoorden,

maar ook objectieve woorden die beschrijven wat er buiten

hem gebeurde.

Het derde offer

Het derde offer vond plaats aan het einde van de Atlantische

tijd. Daarbij ging het allereerst om de herinneringen van de

mens, ofwel hun atavistische herinneringsvermogen:

de mens kon zich van alles herinneren, ook hoe hun

voorvaderen en voormoeders allerlei problemen hadden

opgelost. Daarom hoefden zij voor het leven van alledag

niet hun denken te ontwikkelen, ze hoefden zich alleen

maar te herinneren hoe hun voorouders allerlei problemen

hadden opgelost.

Nu leven onze herinneringen in het etherisch lichaam.

Bij het derde offer doordrong de Christus dan ook het

etherisch lichaam van de aartsengel en verwijdde dat, net

zoals ons etherisch lichaam zich na de dood verwijdt en

uitstroomt in de etherische wereld. Daarbij komen de herinneringen vrij die eveneens in de etherische wereld

uitstromen en deel worden van het wereldweten.

Zo gebeurde dat ook met de aartsengel: zijn herinneringen stroomden uit in de etherische wereld en versmolt met het

wereld denken.

Zo nam het wereld denken het herinneringsvermogen van

de aartsengel in zich op.

Deze kosmische gebeurtenis spiegelde zich in de mensheid

en wel door de uitstromende geestelijke krachten van dit

offer van de aartsengel. Daardoor werd het atavistische

herinneringsvermogen van de mensheid langzaam gedoofd.

Maar dit oude herinneringsvermogen stond op een nieuwe

manier in de mens op: als het vermogen om te denken.

Hoe was die omvorming mogelijk?

Dat werd mogelijk doordat door

het derde offer van Christus het ik werd losgemaakt van de

ziele krachten, waarmee het tot die tijd een ondeelbare

eenheid vormde. En omdat het ik vrij en zelfstandig werd,

kon het denken van de mens nu ontwikkeld worden.

Het vierde offer is het offer dat we kennen uit de Bijbel:

de dood van Jezus Christus aan het kruis.

Dit offer was nodig omdat de mensen de oude, helderziende verbinding met de geestelijke wereld volledig kwijtgeraakt

waren en nu op een nieuwe manier een verbinding daarmee moesten leren vinden.

Bij dit vierde offer doordrong de Christus de mens Jezus van

Nazareth tot in het fysieke lichaam. Essentieel gevolg van de

uitstromende krachten van dit offer, aan het kruis op

Golgotha, was dat er een scheiding kwam tussen ons lagere

ik en ons hogere ik, of onze geest. Tot aan die tijd vormden

die twee een onlosmakelijke eenheid. Daardoor liep de mens

het gevaar dat zijn gehele ik door Ahriman zou worden

misvormd.

Om dat te voorkomen, werd er een scheiding aangebracht

tussen het lagere ik en de geest, ofwel het hogere ik van de

mens. Het lagere ik daalde nog verder af in de wereld van

dematerie, maar de geest werd behoed door geestelijke

wereld.

Als gevolg van deze ontwikkeling moeten wij mensen

allereerst leren ons die beide krachten: het lagere en het

hogere ik, bewust te worden. Vervolgens moeten we leren

met de krachten van ons hogere ik in te werken op ons

lagere ik: alleen zo zullen we weer in verbinding komen met

de geestelijke wereld.

Zoals gezegd, sinds het offer van Golgotha is ons lagere

ik overigens nog dieper in ons fysieke lichaam afgedaald.

Daardoor worden we nog steeds egoïstischer en agressiever.

Daarom is het van beslissende betekenis om de band met

het hogere ik bewust tot leven te brengen.

De drie geschenken

Na zijn dood gaf Christus ons drie grote geschenken.

Allereerst gaf Hij ons het geschenk van zijn etherische

lichaam dat Hij achterliet in de etherische wereld als een

bron van inspiratie.

Daar bewaart dit lichaam de herinneringen aan zijn offer

als Jezus Christus in Palestina, tweeduizend jaar geleden.

Deze bron van herinneringen in de etherische wereld

wordt het Vijfde Evangelie genoemd.

Het vijfde offer

Kortgeleden (rond 1842) heeft Christus zijn vijfde offer op

aarde gebracht in de etherische wereld: Christus doordrong

er de aartsengel, de vroegere Jezus van Nazareth, en leed er

de geestelijke verstikkingsdood. Dat was het gevolg van het

feit dat Christus het materialistische denken dat de mensen

na hun dood, in de vorm van hun etherische lichaam, in de etherische wereld achterlieten; een wolk van zwart

materialisme, in zich opnam om het om te vormen tot licht.

Dit offer heeft grote gevolgen: het bewerkt de opstanding

van het Christusbewustzijn in mensen die zich innerlijk

daarop richten. Het is met dit ontluikende bewustzijn dat

de etherische wereld voor ons toegankelijk zal worden.

Daar zullen we gedurende de komende 3000 jaar in een

bewuste verbinding komen met het Vijfde Evangelie:

de herinneringen die het etherische lichaam van Jezus

Christus bewaart aan de gebeurtenissen van tweeduizend

jaar geleden in Palestina.

Wanneer het Vijfde Evangelie op deze manier in onze ziel

tot leven komt, hebben we geen Bijbel meer nodig, maar

worden we wetenden!

De eeuwige Apocalyps

Jezus Christus liet na zijn dood in de astrale wereld zijn

astralelichaam achter: zijn tweede geschenk.

Dat leeft daar nu voort als een krachtbron die de Eeuwige Apocalyps bevat: beelden die ons de toekomst laten zien,

ofwel datgene wat gebeuren moet om het goddelijke Plan

te realiseren. Christian Rosenkreutz is de hoeder van

deze bron van inzicht.

Deze bron zal voor ons geleidelijk toegankelijk worden als

de etherische Christus over 3000 jaar opstijgt naar de astrale

wereld en daar tot de astrale Christus wordt.

Wie zich met Hem verbindt zal de Eeuwige Apocalyps,

in die tijd, schouwend mogen gaan waarnemen.

Het zijn immers de krachten die ons vanuit onze verbinding

met de astrale Christus toe zullen stromen, die ons in staat

zullen stellen te lezen in de Eeuwige Apocalyps.

De Tempel

Na zijn geboorte aan het kruis daalde de Christus af naar

het hart van de aarde. Deze gebeurtenis werd bewaard in

de uitdrukking: nedergedaald ter helle.

Daar, in het hart van de aarde, bouwde Hij in geestelijke

zin de Tempel op, vlak naast het rijk van Ahriman.

Dat is het derde geschenk dat Hij ons na zijn dood naliet.

Deze gebeurtenis is bewaard gebleven in de uitspraak van

Jezus Christus die hij kort voor zijn dood deed:

‘Breek deze tempel af en na drie dagen zal Ik hem

doen herrijzen.’ Deze Tempel is de kern, of beter gezegd:

de conceptie van de nieuwe aarde die eens geboren zal

worden.

Als Christus over 6000 jaar opstijgt naar het Devachan, zal

Hij zich daar laten kennen als het Wereld-Ik.

Iedereen die zich dan met Hem verbindt, zal dan mogen meewerken aan de opbouw van de Tempel in het hart van

de aarde. En wie dat doet, zal ervaren hoe deze Tempel

ook in het eigen hart wordt opgebouwd.

Zo zien we hoe de drie geschenken die Jezus Christus ons

na zijn dood gaf, tot bouwstenen voor een hele nieuwe

toekomst worden.

Het vijfde offer

Zoals ik eerder al schreef, begint de Christus in deze tijd

aan ons te verschijnen vanuit de etherische wereld.

In de komende 3000 jaar zullen steeds meer mensen

Hem mogen schouwen.

Maar nu al mogen we zeggen dat iedereen die vanbinnen

ervaart dat hij of zij een wetende is, in plaats van een

gelovige, daarmee de uitstraling van de etherische Christus

ervaart en dus in een directe verbinding met Hem staat!

Het zesde en het zevende offer

Het zesde en zevende offer zullen eerst in de verdere

toekomst plaatsvinden: over drieduizend en zesduizend jaar.

De offers die daarmee verbonden zijn, zullen ons eerst later

duidelijk worden. Anders gezegd: de offers die de komst

mogelijk maken van de astrale Christus en de Christus als

het Wereld-Ik, zullen pas later duidelijk worden.

Wat we wel weten is dat de laatste drie offers, het vijfde

in de etherische wereld, het zesde in de astrale wereld

en het zevende in het Devachan, in zekere zin herhaald

zullen worden op de volgende drie incarnaties van moeder

Aarde: Jupiter, Venus en Vulcanus.

Dat is eigenlijk wel begrijpelijk: de eerste drie offers die

Christus op aarde bracht, waren immers voorafgegaan door

de drie offers op de Oude Saturnus, de Oude Zon en de

Oude Maan. Net zo zullen de laatste drie offers herhaald

worden op de volgende incarnaties van moeder Aarde.

Alleen het offer van Golgotha kent geen voorschouw en

geen naschouw: dat is volkomen uniek en eenmalig.

Hoe wij Christus helpen kunnen

In deze tijd beleven wij, zoals hierboven al aangegeven,

de komst van de etherische Christus, een gebeurtenis

die in het Christendom altijd De Wederkomst van

Christus werd genoemd.

Wij kunnen de werking van Christus in de etherische

wereld als volgt versterken:

• De werkzaamheid van zijn astrale lichaam kunnen

wij versterken door verwondering over al deze grootse

processen in ons hart te ontwikkelen en door een verering

voor de liefdeskracht van de Christus te laten ontluiken on

ons hart.

• De werkzaamheid van zijn etherische lichaam kunnen

wij versterken door een onbaatzuchtige liefde te

beoefenen.

• En de vrije ruimte voor de Tempel van Christus kunnen

wij vergroten door ons geweten te versterken.

Wees je dus bewust dat Christus ons nodig heeft!

Hans Stolp