De zeven stappen naar geestelijke groei

1. De zeven stappen die ons tot een ingewijde omvormen.

Wie voor het leven kiest als een weg van

geestelijke groei, zal een geleidelijke ontwikkeling

ervaren die haar of hem allereerst leert kijken tot

voorbij de buitenkant.

Al doende groeit er een zekere gevoeligheid voor

wat de geestelijke wereld ons wil toevertrouwen.

Daardoor beginnen we ons onze roeping en onze

opdracht in het leven bewust te worden.

Op de weg van geestelijke groei komen we echter

ook onszelf tegen en worden we ons bewust van

onze schaduwkanten.

Maar wie de moed heeft door de schaduw heen

te gaan, ontdekt wie we eigenlijk zijn: mensen die

het hoger zelf in zich dragen dat door Christus zelf

tot leven wordt gewekt.

Hoe meer we ons aan dit proces durven en willen

toevertrouwen, hoe doorzichtiger de sluier wordt:

we worden geestelijk ziende, horende en wetende:

een ingewijde in de geheimen van deze tijd.

De zeven grote thema’s van het leven zijn:

1 Leren kijken voorbij de buitenkant.

2 Gevoelig worden voor de leiding die wij

vanuit de geestelijke wereld ontvangen

3 Beseffen dat je geroepen wordt of bent

4 De vele levenslessen

5 De weg van het ego naar het hoger zelf

6 De ontmoeting met de kleine wachter op

de drempel

7 De ontmoeting met de grote wachter op

de drempel

Intro:

Levenswinst

Ze lag op bed en zou niet lang meer leven.

De huid van haar gezicht was grauw en

inwit en vol diepe groeven.

De laatste dagen had ze niet veel gezegd,

maar haar ogen straalden, alsof ze al iets

voorvoelde van het licht en de liefde die haar

te wachten stonden.

Als ze wat zei, ging dat meestal over het leven

dat achter haar lag. Makkelijk was haar leven

niet geweest: ze had twee van haar vijf kinderen

verloren aan de dood en had een leven lang

met ziekte te kampen gehad.

Nu was haar lichaam op; ze wist

dat ze niet meer zou herstellen.

Als je bij haar zat, naast haar bed, was het

alsof je in een tempel zat: je ervoer de heilige

energieën die in de kamer voelbaar waren.

Lange tijd zeiden we niets: het was, alsof ze

sliep. Maar plotseling opende ze haar ogen

en zei, zonder mij aan te kijken, maar starend

naar het plafond, alsof ze daar een geliefd

iemand zag: Ja hoor, ik kom, ik ben al heel

gauw weer bij je.

Haar gezicht begon te stralen, het leek alsof

het werd beschenen door de zon.

Ze vouwde haar handen open, alsof ze iemand

wilde omhelzen.

Toen vielen ze weer krachteloos neer op bed.

Ze sufte weer een poosje weg.

Na een half uur werd ze plotseling weer wakker

en zei, alsof ze tegen iemand sprak die ik niet

kon zien: Het leven was niet gemakkelijk en soms

heb ik getwijfeld of ik het wel vol zou houden.

Maar het heeft me ook zoveel geleerd en zo rijk

gemaakt.

Ja, wat voel ik me nu eigenlijk een rijk mens.

Dank u wel, mijn God, ja, wat heeft U me rijk

gemaakt.

De laatste woorden kon ik nauwelijks verstaan.

Maar met mijn hart hoorde en begreep ik precies

wat ze zei. Het waren de laatste woorden die ze sprak.

Een uur later overleed ze: ze ademde nog een laatste

keer, heel langzaam, rustig en stil, en ging toen heen.

Mij gaf ze veel met haar dood: ze leerde me,

waar het in het leven nu eigenlijk om gaat:

om te groeien in wijsheid, vertrouwen en

dankbaarheid, hoe onze weg ook gaat.

Die levenswinst: daar gaat het om.

1. Zelfkennis is nodig om geestelijk te groeien

Boven de poort van de tempel in Delphi stond:

Gnothi seauton, ofwel: ‘Ken Uzelve.’

Op alle mysteriescholen in de voorchristelijke tijd

vormde zelfinzicht de basis van het onderwijs.

Uitgangspunt was de gedachte:

wie zichzelf leert kennen, leert daarmee ook de

ander en de wereld (de kosmos) kennen: de mens

is immers een kosmos in het klein; een microkosmos.

Zelfkennis leert ons te kijken tot voorbij de buitenkant:

we krijgen zicht op onze binnenwereld, onze emoties,

onze verborgen drijfveren en de impulsen die vanuit

onze ziel naar omhoog komen. Maar daardoor leren

we ook de ander kennen en de kosmos.

Ofwel: alleen door zelfkennis te ontwikkelen, wordt

een mens een wetende.

Het verschil tussen de mysteriescholen van vroeger en

het verwerven van zelfkennis in deze tijd, is het feit dat

de leerling op de mysterieschool een leraar of lerares

had; de inwijder of inwijdster.

In onze tijd zijn we onze eigen leraar.

Het woord zelfkennis is veelzeggend: het gaat daarbij

om kennis van het Zelf, ofwel van ons hogere Ik,

onze geest. Onze geest of ons Ik daalde voor onze

geboorte af naar de aarde en bekleedde zich

achtereenvolgens met verschillende gewaden:

het astrale lichaam (de ziel) en het etherische lichaam,

en als laatste het fysieke lichaam.

Iedere nacht treedt ons hoger Zelf (Ik) samen met ons

astrale lichaam uit en laat ons etherische en fysieke

lichaam achter. In de geestelijke wereld doet ons hoger

Zelf vervolgens belangrijke ervaringen op, onder meer

door een terugblik en een reflectie op de voorbije dag.

Zelfkennis verwerven houdt dus de vraag in: wie is

dat wezen dat iedere morgen bij het wakker worden

mijn lichaam binnentreedt, en die mijn lichaam ’s avonds

bij het in slaap vallen weer verlaat?

PS, na onze dood krijgen we in de astrale wereld inzicht

in onszelf door ons te verplaatsen in anderen en in wat

anderen aan ons beleefd hebben. Daarmee zouden we

eigenlijk op aarde al moeten beginnen!

2. De vier stadia van zelfkennis

Bij zelfkennis denken we vaak alleen maar aan de poging

om naar binnen te kijken om te zien wat daar leeft.

Dat is echter vaak verwarrend, omdat we niet goed raad

weten hoe we moeten omgaan met wat we in onze ziel

aantreffen. Als we boos zijn op een ander, betekent dat

dan dat we beter voor onszelf moeten leren opkomen?

Of betekent het dat we wat meer begrip voor een ander

moeten opbrengen?

Daarom wijst het esoterische christendom ons op een

andere weg naar zelfkennis die objectief is en tot

minder verwarring leidt.

Allereerst wordt ons gevraagd te beseffen dat het

vermogen om zelfkennis te verwerven, ons onderscheidt

van de dieren, de planten en het gesteente.

Bovendien is zelfkennis niet vanzelfsprekend: we moeten

het ons stap voor stap eigen maken en het komt ons zeker

niet aangewaaid. Daarom houdt het verwerven van

zelfkennis een lange ontwikkelingsweg in die vele levens

zal vergen.

Bedenk daarbij dat we in de huidige cultuurperiode, van

1413 tot 3573, onze bewustzijnsziel moeten verwerven.

Op de weg naar zelfkennis zijn vier stadia te herkennen:

De eerste stap is gericht op het fysieke lichaam.

Daarbij moeten we ons de vraag stellen:

Waar en wanneer ben ik geboren?

En dus: welke gevoelens, gedachten en ervaringen zijn

het gevolg van het feit dat ik juist in deze tijd en in dit

land geboren ben? Stel je voor dat je vijftig jaar eerder

in Berlijn geboren zou zijn: hoe zou je innerlijke leven

er dan uitgezien hebben? Welke gevoelens zou dan

gehad hebben, welke angsten en welke gedachten

zouden er dan door je heen zijn gegaan?

Denk aan de Hitlertijd, Tweede Wereldoorlog enzovoort.

Wanneer je zo leert kijken, ontdek je dat veel gedachten,

gevoelens etc. niet uit je Zelf voortkomen, maar te danken

zijn aan de plaats en de tijd waarin je geboren werd:

ze vormen het gewaad van ons Zelf.

De tweede stap is gericht op ons etherische lichaam.

In ons etherische lichaam liggen de talenten en

vermogens besloten die we bij onze geboorte hebben meegekregen.

Maar hoe kun je die ontdekken en bewust worden?

Daarvoor is het belangrijk je bewust te worden van de

erfelijkheidsstroom waarin je staat: in welke familie en

in welk volk werd je geboren? En welke vermogens

kreeg je mee vanuit die stroom?

Zo vertelde iemand: Mijn vader was boekhouder, dus

interesseerde ik mij daarvoor en heb ik zelfs

overwogen om een studie boekhouden te beginnen.

Maar uiteindelijk koos ik voor iets anders.

Die opmerking laat zien dat de interesse voor,

en het vanzelfsprekende inzicht in boekhoudkundige

vragen niet uit het Zelf voortkomen, maar uit de

erfelijkheidsstroom.

Zo krijgen we ook bepaalde vaardigheden en

vermogens vanuit de volksstroom mee.

Om de vermogens en begaafdheden die vanuit het

Zelf voortkomen, op het spoor te komen, wordt

zelfopvoeding aanbevolen.

Hoe werkt dat in dit geval?

Door een innig, warm gevoel te ontwikkelen voor

dingen en onderwerpen die je in eerste instantie

helemaal niet interesseren.

Dan zal je ontdekken dat je interesses veelzijdiger

worden en dat verborgen begaafdheden aan het licht

komen. Het gevolg van een dergelijke ontwikkeling is

dat je aura rijker wordt en beweeglijker.

De derde stap is gericht op ons astrale lichaam.

Daarbij gaat het om de bewustwording van ons karma:

dat ligt immers besloten in ons astrale lichaam.

We maken in de huidige tijd de stap van een beperkte

groepsliefde voor de eigen familie, het eigen volk of de

eigen religie naar een hogere liefde die ook onze vijanden

omvat. Dat heeft heel concrete gevolgen: het vraagt om,

als een vreemde, een ander, je kwaad gedaan heeft, ook

dan de liefde te bewaren en je te realiseren: de hand van

de vreemdeling die mij kwaad deed, heb ik zelf, in een

vorig leven. in beweging gezet.

Zo word ik mij mijn karma bewust, en alleen daarom

kan ik de hogere liefde waarmaken en beoefenen.

Zonder het inzicht in mijn karma zou ik kwaad met

kwaad vergolden hebben, en dus niet de stap naar

een hogere liefde hebben kunnen zetten.

De vierde stap is gericht op ons hoger Zelf.

Daarbij gaat het erom je te realiseren dat onze geest

of ons hoger Zelf afkomstig is uit de geestelijke wereld,

ofwel uit de kosmos. Wil je je hoger Zelf leren kennen,

dan zal je dus kennis van de kosmos en van de planeten

moeten ontwikkelen, want zelfkennis ontwikkel je door wereldkennis.

4: De zeven stappen van geestelijke groei.

1. Kijken voorbij de buitenkant

Kijk en kijk met al je aandacht.

Kijk met de zintuigen van je hart,

want het hart ziet wat jouw ogen

niet kunnen zien. Kijk met je hart

en je zult weten wat er leeft in de ziel

van de ander, in de ziel van de dieren,

van de natuur en van moeder aarde.

2. Verwondering

Kijk terug op je leven en ontdek

hoezeer je in alles werd geleid.

Zie, hoe je een leven lang behoed werd

en met liefde omringd.

Zie, hoe het donker van je leven

de geboortegrond werd van het licht.

Kijk, verwonder je en dank God.

3. De roeping

Jij en ik: we worden geroepen.

In de vragen die het leven stelt,

in wat wij anderen mogen geven,

ligt de roeping van ons leven besloten.

Weet jij waartoe je geroepen werd?

Om te dienen, misschien? Of om te geven,

om te spreken of om in stilte te luisteren?

4. De levenslessen

Zo vele lessen werden ons voorgelegd

en zoveel ervaringen deden wij op

die soms pijn deden, eenzaam maakten

en die we maar met moeite konden verwerken.

Maar dwars door de pijn van het verwerken heen

vonden we iets kostbaars: een inzicht, vrede, liefde.

5. Wie zijn wij?

Wij zijn meer dan het ego dat leeft

in onze ziel en dat we zo goed kennen.

Diep vanbinnen leeft een hogere,

een diepere kracht: de geest in ons.

Verbind je met die geest, richt je aandacht

op haar stille aanwezigheid en voel de vrede

en de warmte die van haar uitgaan.

6. De kleine wachter

De kleine wachter op de drempel:

wie kent hem niet?

Wie kent niet de angst die je

zo plotseling overvallen kan?

Wie kent niet de woede die in je opwelt

en die je maar moeilijk beteugelen kunt?

Wie kent niet het vuur van de schaamte

dat oplaait bij het terugkijken naar ons leven.

Niemand kan geestelijke ervaringen opdoen

zonder de ontmoeting met de wachter.

7. De grote wachter

Maar wie het diepste donker heeft doorleefd,

die mag ook het hoogste licht ontwaren.

Die mag Christus zien, hem voelen

en zijn liefde in zich en om zich weten.

Wie deze liefde eenmaal heeft ontmoet,

die weet: het leven werd rijk omdat ik

Hem mocht ontmoeten, die de rijkdom,

ja, de vervulling van mijn leven is.

4. Toelichting

1. Leren kijken tot voorbij de buitenkant.

Om te kunnen kijken voor bij de buitenkant

moet je geestelijke ogen ontwikkelen die

in staat zijn te zien wat onze fysieke ogen

niet zien kunnen.

Die geestelijke ogen, ofwel: die ogen van de ziel

ontwikkel je door de kracht van de hogere liefde

die uitgaat van ons hoger Zelf: de lagere liefde

gaat uit van ons ego.

Het is daarbij belangrijk dat je objectief leert kijken

en dus niet in een gevoel van sympathie

of antipathie blijft hangen.

Wie zo leert kijken, zal ook bij allerlei ontwikkelingen

in de samenleving de diepere patronen ontdekken.

Bijvoorbeeld dat de huidige klimaatproblemen

ook te maken hebben met het verouderingsproces

van de planeet aarde.

2. Leer kijken met verwondering…

Kijk terug op je leven, en word je bewust

hoezeer je geholpen werd.

Dan ontwaakt vanbinnen een gevoel van dankbaarheid

die als vanzelf tot verwondering leidt.

Kijk met name naar de donkere tijden in je leven

en word je bewust hoe je door de doorgang

door het donker nieuwe inzichten kreeg,

nieuwe krachten, een nieuw vertrouwen.

Zie, hoe het donker de geboortegrond van het licht werd!

3. Ontdek wanneer en hoe je geroepen werd.

De sjamanen werden vroeger geroepen in een droom:

pas dan mochten ze genezer van mensen worden.

Ook de Bijbel spreekt regelmatig over roepingen,

Samuël bijvoorbeeld en de discipelen van Jezus Christus.

In onze tijd voltrekt onze roeping zich meestal minder direct.

Zo schreef Hammarskjöld eens:

Ik weet niet wanneer en door wie ik geroepen werd,

maar ik weet wel dát ik eens geroepen werd.

Sindsdien wijdde hij zich aan de opdracht

die hem gegeven werd.

Ben jij je bewust van je roeping?

En is het feit dat je je bezighoudt

met het verwerven van inzicht,

zoals door het lezen van deze tekst,

in wezen niet het gevolg van een roeping?

4. Besef de diepe zin van de levenslessen

waar je doorheen moest gaan.

Wat zijn jouw levenslessen?

Wat hebben ze jou gebracht?

Sommigen zeiden: ik leerde dieper kijken,

anderen: Ik kreeg meer mededogen daardoor.

Het gaat erom uiteindelijk dankjewel te leren zeggen

voor de levenslessen die ons te doorleven gegeven werden.

Dat kan het ego overigens niet, dat kan alleen

vanuit de kracht van ons hoger zelf.

5. Word je bewust wie je nu eigenlijk bent!

Wij zijn geestelijke wezens die uit de wereld

van het licht komen, en die na hun dood op aarde

weer terugkeren naar huis.

De aarde is onze leerschool, maar de geestelijke wereld

is ons eigenlijke thuis.

Als geestelijke wezens, zijn we als vanzelf verbonden

met de gestorvenen, de engelen, met Christus en met God.

Als geestelijke wezens luidt vraag

die ons straks gesteld wordt:

welke winst neem je mee terug naar huis,

aan het einde van dit aardse leven?

Bovendien wil de geestelijke wereld straks, na onze dood,

ook van ons horen wat het kwaad nu eigenlijk is

en hoe het werkt.

Zij kennen het kwaad immers niet uit eigen ervaring,

maar hebben het nodig om van ons

over het kwaad te horen.

Daarom is het ook belangrijk op aarde

inzicht in het kwaad te krijgen: hoe werkt het?

Hoe verleidt het kwaad ons in deze tijd?

6. Ontdek de kleine wachter op de drempel.

Wie is die kleine wachter?

Dat is het wezen dat de geheimen van

de geestelijke wereld bewaakt, en dat op de drempel

van de geestelijke wereld staat.

Je leert hem kennen door terug te kijken naar je leven:

als je je dan schaamt voor wat je ziet, ofwel:

als je dan het vuur van de schaamte beleeft,

sta je oog in oog met de kleine wachter op de drempel.

Daarom wordt dit wezen ook wel de vuurproef genoemd:

vanwege het vuur van de schaamte.

De kleine wachter leidt ons dus door de vuurproef,

maar houdt ook een moed proef in:

durf de schaamte aan te zien en vlucht er niet voor weg,

maar houdt die schaamte uit.

Pas dan zal je de doorgang naar de geestelijke wereld vinden.

7. De grote Wachter op de drempel.

De grote Wachter is Christus zelf.

Hij behoedt de toekomst ofwel de ingang van de tempel.

Wie Hem ontmoet, wordt drager van

de Christus-impuls op aarde.

Daardoor word je iemand die in de mensen

de kracht van het geweten mag wekken.

Als je Hem ontmoet, zegt Hij:

je zult eens mogen worden zoals Ik.

Onze tijd is de tijd van de Wederkomst van Christus,

ofwel van zijn verschijning in de etherische wereld.

Een aantal korte notities:

Een Joodse wijsheid zegt:

Pijn hoort onvermijdelijk bij het leven.

Ren er niet voor weg.

De sleutel tot succes is hoe om te gaan met pijn

en er geestelijk door te groeien.

Iemand zei:

Voor mij houdt geestelijke groei de ontdekking in,

hoezeer ik in mijn leven geholpen werd.

Een ander zei:

Geestelijke groei houdt voor mij de ontdekking in

dat ik een geestelijk wezen ben, en dus in verbinding

met de geestelijke wereld sta.

Belangrijke leermeesters in deze tijd op de weg

van geestelijke groei waren:

– G. C. Jung met zijn termen: individuatie, schaduw en het Zelf.

– Elisabeth Kübler-Ross met haar beroemde stadia

van het sterven: Ontkenning, woede, marchanderen,

depressie en overgave.

– Rudolf Steiner met zijn boeken:

• De weg naar inzicht in hogere werelden

• Theosofie

• De wetenschap van de geheimen van de ziel

Hans Stolp