De zeven stappen van geestelijk groei”

1. Zelfkennis is nodig om geestelijk te groeien

Boven de poort* van de tempel in Delphi staat:

‘Gnothi seauton’ ofwel ‘Ken uzelf.’

Op alle mysteriescholen in de voorchristelijke

tijd vormde zelf inzicht de basis van het onderwijs.

Uitgangspunt was de gedachte: wie zichzelf leert

kennen, leert daarmee ook de ander en de wereld

en de kosmos kennen: de mens is een kosmos in

het klein; een microkosmos.

Zelfkennis leert ons te kijken tot voorbij de

buitenkant: we krijgen zicht op onze binnenwereld,

onze emoties, onze verborgen drijfveren en de

impulsen die vanuit onze ziel naar omhoog komen.

Maar daardoor leren we ook de ander kennen en de

kosmos ofwel: alleen door zelfkennis te ontwikkelen,

wordt een mens een wetende.

Het verschil tussen de mysteriescholen van vroeger

en het verwerven van zelfkennis in deze tijd, is het feit

dat de leerling op de mysterieschool een leraar had:

zijn inwijder, in onze tijd zijn we onze eigen leraar.

Het woord zelfkennis is veelzeggend: het gaat daarbij

om kennis van het Zelf, ofwel van ons hogere Ik.

Onze geest of ons hogere Ik daalde voor onze geboorte

naar de aarde af en bekleedde zich achtereenvolgens

met verschillende gewaden: het astrale lichaam, of

de ziel, het etherische lichaam en als laatste het fysieke

lichaam.

Iedere nacht treedt ons hoger Zelf samen met ons

astrale lichaam uit en laat ons etherische en fysieke

lichaam achter. In de geestelijke wereld doet ons

hoger Zelf vervolgens belangrijke ervaringen op,

onder meer door een terugblik en reflectie op de

voorbije dag.

Zelfkennis verwerven houdt dus de vraag in: wie is

dat wezen dat iedere morgen bij het wakker worden

mijn lichaam binnentreedt, en die mijn lichaam

’s avonds bij het in slaap vallen weer verlaat?

P.S.: Na onze dood krijgen we in de astrale wereld

inzicht in onszelf door ons te verplaatsen in anderen

en in wat anderen aan ons beleefd hebben.

Daarmee zouden we eigenlijk op aarde al moeten

beginnen!

Hans Stolp

*Het Oudgriekse aforisme: Ken uzelf (γνῶθι σεαυτόν,

gnothi seauton) was volgens een reisverslag van de

Griekse schrijver Pausanias (110 n. Chr.-180 n. Ch.) een

inscriptie in een kamer: ‘De Pronaos’ nabij de ingang

van de Tempel van Apollo in Delphi.

2. De vier stadia van zelfkennis

Bij zelfkennis denken we vaak alleen maar aan de poging

om naar binnen te kijken om te zien wat daar leeft.

Dat is echter vaak verwarrend, omdat we niet goed raad

weten hoe we moeten omgaan met wat we in onze ziel

aantreffen. Als we boos zijn op een ander, betekent dat

dan dat we beter voor onszelf moeten leren opkomen?

Of betekent het dat we wat meer begrip voor een ander

moeten opbrengen?

Daarom wijst het esoterische christendom ons op een

andere weg naar zelfkennis die objectief is en tot minder verwarring leidt.

Allereerst wordt ons gevraagd te beseffen dat het vermogen

om zelfkennis te verwerven, ons onderscheidt van de dieren,

de planten en het gesteente. Bovendien is zelfkennis niet vanzelfsprekend: we moeten het ons stap voor stap eigen

maken en het komt ons zeker niet aangewaaid.

Daarom houdt het verwerven van zelfkennis een lange ontwikkelingsweg in die vele levens zal vergen.

Bedenk daarbij dat we in de huidige cultuurperiode:

1413 tot 3573, onze bewustzijnsziel moeten verwerven.

Op de weg naar zelfkennis zijn vier stadia te herkennen:

De eerste stap is gericht op het fysieke lichaam.

Daarbij moeten we ons de vraag stellen:

Waar en wanneer ben ik geboren?

Dus: welke gevoelens, gedachten en ervaringen zijn het

gevolg van het feit dat ik juist in deze tijd en in dit land

geboren ben? Stel je voor dat je vijftig jaar eerder in

Berlijn geboren zou zijn: hoe zou je innerlijke leven er dan

uitgezien hebben? Welke gevoelens zou dan gehad hebben,

welke angsten en welke gedachten zouden er dan door je

heen zijn gegaan? Denk aan de Hitlertijd,

de Tweede Wereldoorlog enzovoort.

Wanneer je zo leert kijken, ontdek je dat veel gedachten,

gevoelens enzovoort niet uit je Zelf voortkomen, maar te

danken zijn aan de plaats en de tijd waarin je geboren werd:

ze vormen het gewaad van ons Zelf.

De tweede stap is gericht op ons etherische lichaam.

In ons etherische lichaam liggen de talenten en vermogens besloten die we bij onze geboorte hebben meegekregen.

Maar hoe kun je die ontdekken en bewust worden?

Daarvoor is het belangrijk je bewust te worden van de

erfelijkheidsstroom waarin je staat: in welke familie en in

welk volk werd je geboren? En welke vermogens kreeg je

mee vanuit die stroom? Zo vertelde iemand: Mijn vader

was boekhouder, dus interesseerde ik mij daarvoor en heb

ik zelfs overwogen om een studie boekhouden te beginnen.

Maar uiteindelijk koos ik voor iets anders. Die opmerking laat

zien dat de interesse voor, en het vanzelfsprekende inzicht in boekhoudkundige vragen niet zo zeer uit het Zelf voortkomen, maar uit de erfelijkheidsstroom. Zo krijgen we ook bepaalde vaardigheden en vermogens vanuit de volksstroom mee.

Om de vermogens en begaafdheden die vanuit het Zelf voortkomen, op het spoor te komen, wordt zelfopvoeding aanbevolen. Hoe werkt dat in dit geval?

Door een innig, warm gevoel te ontwikkelen voor dingen

of onderwerpen die je in eerste instantie helemaal niet

interesseren. Dan zal je ontdekken dat je interesses

veelzijdiger worden en dat verborgen begaafdheden aan

het licht komen. Het gevolg van een dergelijke ontwikkeling

is, dat je aura rijker wordt en beweeglijker.

De derde stap is gericht op ons astrale lichaam.

Daarbij gaat het om de bewustwording van ons karma:

dat ligt immers besloten in ons astrale lichaam.

We maken in de huidige tijd de stap van een beperkte

groepsliefde voor de eigen familie, het eigen volk of

de eigen religie naar een hogere liefde die ook onze

vijanden omvat. Dat heeft heel concrete gevolgen:

het vraagt om, als een vreemde je kwaad heeft gedaan,

ook dan de liefde te bewaren en je te realiseren: de

hand die mij kwaad deed, heb ik zelf, in een vorig leven,

in beweging gezet. Zo word ik mij mijn karma bewust,

en alleen daarom kan ik de hogere liefde waarmaken

en beoefenen. Zonder het inzicht in mijn karma zou ik

kwaad met kwaad vergolden hebben en dus niet de

stap naar een hogere liefde hebben kunnen zetten.

De vierde stap is gericht op ons hoger Zelf.

Daarbij gaat het erom je te realiseren dat onze geest

of ons hoger Zelf afkomstig is uit de geestelijke wereld,

ofwel uit de kosmos. Wil je je hoger Zelf leren kennen,

dan zal je dus kennis van de kosmos en van de planeten

moeten ontwikkelen, want zelfkennis ontwikkel je door wereldkennis.

3. De zeven stappen van geestelijke groei.

1. Kijken voorbij de buitenkant

Kijk en kijk met al je aandacht.

Kijk met de zintuigen van je hart,

want het hart ziet wat jouw ogen

niet kunnen zien.

Kijk met je hart en je zult weten

wat er leeft in de ziel van de ander,

in de ziel van de dieren, van de natuur

en van moeder aarde.

2. Verwondering

Kijk terug op je leven en ontdek

hoezeer je in alles werd geleid.

Zie, hoe je een leven lang

behoed werd en met liefde omringd.

Zie, hoe het donker van je leven

de geboortegrond werd van het licht.

Kijk, verwonder je en dank God.

3. De roeping

Jij en ik: we worden geroepen.

In de vragen die het leven stelt,

in wat wij anderen mogen geven,

ligt de roeping van ons leven besloten.

Weet jij waartoe je geroepen werd?

Om te dienen, misschien? Of om te geven,

om te spreken of om in stilte te luisteren?

4. De levenslessen

Zo vele lessen werden ons voorgelegd

en zoveel ervaringen deden wij op

die soms pijn deden, eenzaam maakten

en die we maar met moeite konden

verwerken. Maar dwars door de pijn

van het verwerken heen vonden we

iets kostbaars: een inzicht, vrede, liefde.

5. Wie zijn wij?

Wij zijn meer dan het ego dat leeft

in onze ziel en dat we zo goed kennen.

Diep vanbinnen leeft een hogere,

een diepere kracht: de geest in ons.

Verbind je met die geest, richt je aandacht

op haar stille aanwezigheid en voel

de vrede en de warmte die van haar uitgaan.

6. De kleine wachter

De kleine wachter op de drempel:

wie kent hem niet? Wie kent niet de angst

die je zo plotseling overvallen kan?

Wie kent niet de woede die in je opwelt

en die je maar moeilijk beteugelen kunt?

Wie kent niet het vuur van de schaamte

dat oplaait bij het terugkijken naar ons leven.

Niemand kan geestelijke ervaringen op-

doen zonder de ontmoeting met de wachter.

7. De grote wachter

Maar wie het diepste donker heeft doorleefd,

die mag ook het hoogste licht ontwaren.

Die mag Christus zien, hem voelen, zijn liefde

in zich, ja om zich weten. En wie deze liefde

eenmaal heeft ontmoet, die weet: het leven

werd rijk omdat ik Hem mocht ontmoeten,

die de rijkdom, ja, de vervulling van mijn leven is.

4. Toelichting

1. Leren kijken tot voorbij de buitenkant.

Om te kunnen kijken voor bij de buitenkant moet

je geestelijke ogen ontwikkelen die in staat zijn

te zien wat onze fysieke ogen niet kunnen zien.

Die geestelijke ogen, ofwel: die ogen van de ziel

ontwikkel je door de kracht van de hogere liefde

die uitgaat van ons hoger Zelf: de lagere liefde

gaat uit van ons ego.

Het is daarbij belangrijk dat je objectief leert

kijken en dus niet in een gevoel van sympathie

of antipathie blijft hangen.

Wie zo leert kijken, zal ook bij allerlei ontwikkelingen

in de samenleving de diepere patronen ontdekken.

Bijvoorbeeld dat de huidige klimaatproblemen ook

te maken hebben met het verouderingsproces

van de planeet aarde.

2. Leer kijken met verwondering.

Kijk terug op je leven, en word je bewust hoezeer

je geholpen werd. Dan ontwaakt vanbinnen een

gevoel van dankbaarheid die als vanzelf tot

verwondering leidt.

Kijk met name naar de donkere tijden in je leven

en word je bewust hoe je door de doorgang door

het donker nieuwe inzichten kreeg, nieuwe

krachten, een nieuw vertrouwen. Zie, hoe het donker,

de geboortegrond van het licht werd!

3. Ontdek wanneer en hoe je geroepen werd.

De sjamanen werden vroeger geroepen in een

droom: pas dan mochten ze genezer van mensen

worden.

Ook de Bijbel spreekt regelmatig over roepingen,

Samuël bijvoorbeeld en de discipelen van Jezus Christus.

In onze tijd voltrekt onze roeping zich meestal minder

direct. Zo schreef Hammarskjöld eens: Ik weet niet

wanneer en door wie ik geroepen werd, maar ik weet

dát ik eens geroepen werd. Sindsdien wijdde hij zich

aan de opdracht die hem gegeven werd.

Ben jij je bewust van je roeping?

En is het feit dat je je bezighoudt met het verwerven

van inzicht, zoals door het lezen van deze tekst,

in wezen niet het gevolg van een roeping?

4. Besef de diepe zin van de levenslessen waar je

doorheen moest gaan. Wat zijn jouw levenslessen?

Wat hebben ze jou gebracht.

Sommigen zeiden: ik leerde dieper kijken,

anderen: Ik kreeg meer mededogen daardoor.

Het gaat erom uiteindelijk dankjewel te leren zeggen

voor de levenslessen die ons te doorleven gegeven

werden. Dat kan het ego overigens niet,

dat kan alleen vanuit de kracht van ons hoger zelf.

5. Word je bewust wie je nu eigenlijk bent!

Wij zijn geestelijke wezens die uit de wereld van het

licht komen, en die na hun dood op aarde weer

terugkeren naar huis.

De aarde is onze leerschool, maar de geestelijke

wereld is ons eigenlijke thuis.

Als geestelijke wezens zijn we als vanzelf verbonden

met de gestorvenen, de engelen, met Christus en met God.

Als geestelijke wezens luidt vraag die ons straks gesteld

wordt: welke winst neem je mee terug naar huis, aan het

einde van dit aardse leven?

Bovendien wil de geestelijke wereld straks, na onze dood,

ook van ons horen wat het kwaad nu eigenlijk is en hoe

het werkt. Zij kennen het kwaad immers niet uit eigen

ervaring, maar hebben het nodig om van ons over het

kwaad te horen. Daarom is het ook belangrijk op aarde

inzicht in het kwaad te krijgen: hoe werkt het?

Hoe verleidt het kwaad ons in deze tijd?

6. Ontdek de kleine wachter op de drempel.

Wie is die kleine wachter? Dat is het wezen dat de

geheimen van de geestelijke wereld bewaakt, en dat

op de drempel van de geestelijke wereld staat.

Je leert hem kennen door terug te kijken naar je leven:

als je je dan schaamt voor wat je ziet, ofwel: als je dan

het vuur van de schaamte beleeft, sta je oog in oog

met de kleine wachter op de drempel. Daarom wordt

dit wezen ook wel de vuurproef genoemd: vanwege

het vuur van de schaamte.

De kleine wachter leidt ons dus door de vuurproef,

maar houdt ook een moed proef in: durf de schaamte

aan te zien en vlucht er niet voor weg, maar houdt

die schaamte uit. Pas dan zal je de doorgang naar de

geestelijke wereld vinden.

7. De grote Wachter op de drempel.

De grote Wachter is Christus zelf. Hij behoedt de

toekomst, ofwel de ingang van de tempel.

Wie Hem ontmoet, wordt drager van de Christus-impuls

op aarde. Daardoor word je iemand die in de mensen

de kracht van het geweten mag wekken.

Als je Hem ontmoet, zegt Hij:

je zult eens mogen worden zoals Ik.

Onze tijd is de tijd van de Wederkomst van Christus,

ofwel van zijn verschijning in de etherische wereld.

Een aantal korte notities:

Een Joodse wijsheid zegt: Pijn hoort onvermijdelijk

bij het leven. Ren er niet voor weg. De sleutel tot succes

is hoe om te gaan met pijn en er geestelijk door te groeien.

Iemand zei: Voor mij houdt geestelijke groei de

ontdekking in, hoezeer ik in mijn leven geholpen werd.

Een ander zei:

Geestelijke groei houdt voor mij de ontdekking in dat ik

een geestelijk wezen ben, en dus in verbinding met de

geestelijke wereld sta.

Belangrijke leermeesters in deze tijd op de weg van

geestelijke groei:

– G. C. Jung met zijn termen:

individuatie, schaduw en het Zelf.

– Elisabeth Kübler-Ross met haar beroemde stadia

van het sterven: Ontkenning, woede, marchanderen,

depressie en overgave.

– Rudolf Steiner met zijn boeken:

• De weg naar inzicht in hogere werelden

• Theosofie

• De wetenschap van de geheimen van de ziel

Hans Stolp