Verslag van een Engelen Congres in Hamburg
Terug in de tijd….
In juni 2007 was ik te gast in Hamburg.
Daar werd het tweede Internationale Engelen Congres gehouden
het grootste ter wereld, zoals in de publiciteit werd aangegeven.
Een jaar eerder had het eerste Congres plaats gevonden,
eveneens in Hamburg. En vanwege het grote succes was en
in 2007, meteen weer een Engelen Congres, het tweede dus.
1600 Bezoeksters en bezoekers kwamen uit heel Duitsland en enkele andere Europese landen, naar Hamburg om drie dagen
lang te luisteren naar voordrachten en lezingen over engelen
en deel te nemen aan geleide meditaties.
Voor mij werd dit Hamburgse Congres een boeiende ervaring.
Zelf mocht ik ruim een uur lang, in het Duits, een lezing houden
en bovendien mocht ik luisteren naar elke andere referent ik
maar wilde beluisteren. Daarnaast werd van mij verwacht dat
ik in de pauzes mijn Duitstalige boeken zou signeren; zodoende kwam ik vrij gemakkelijk in gesprek met allerlei deelneemsters
en deelnemers aan de conferentie.
Het verschil tussen Amerika en Europa.
De meeste referenten waren Amerikaanse dames.
Doreen Virtue bijvoorbeeld en Diana Cooper.
Van beide dames zijn verschillende boeken ook in het
Nederlands vertaald en uitgegeven. Beiden hebben zij niet
alleen in Amerika, maar ook in Europa een grote naam op het
gebied van engelen. Wat mij die drie dagen in Hamburg opviel,
was dat met name de Amerikaanse referenten in hun bijdragen sterk de nadruk legden op de ontmoeting met engelen door middel van allerlei vormen van geleide meditaties.
Zo werden we bijvoorbeeld in meditatie meegenomen naar
de sfeer van de aartsengelen om daar, in die sfeer, de dolfijnen
en de eenhoorns te ontmoeten. Deze beide wezens, zo werd
ons verteld, leven immers in de sfeer van de aartsengelen: hun energie past in die wereld en komt uit dat energieveld voort.
Om verschillende redenen had ik moeite met deze
Amerikaanse benadering van de engelenwereld.
De eerste reden is deze: de energie van de aartsengelen is
naar mijn beleving dermate groots en krachtig dat wij mensen
die sfeer niet zomaar, zonder een grondige voorbereiding,
kunnen binnentreden.
De sfeer van de ‘gewone’ engelenwereld is voor veel mensen al,
heel begrijpelijk, schrikwekkend en op een bepaalde manier
zelfs adembenemend. “Jeder Engel ist schrecklich” schrijft de
Duitse dichter Rilke daarom dan ook. En het is niet voor niets
dat in de bijbelse verhalen over de verschijning van een engel
vaak wordt verteld dat deze bij de ontmoeting met een mens
als eerste zegt: “Vrees niet”. Zijn of haar verschijning, engelen
zijn androgyn, mannelijk en vrouwelijk beide, maakt immers
zijn of haar energie voelbaar, en die is veel krachtiger en
sterker dan wat wij mensen hier op aarde überhaupt aan energetische kracht gewend zijn en aankunnen.
En nog steeds zeggen de engelen volgens de vele
hedendaagse berichten daarover, bij een ontmoeting met een mens: “Wees niet bang’, of woorden van een dergelijke strekking.
Ook uit eigen ervaring weet ik, hoeveel tijd het kost, voordat je
een beetje vertrouwd raakt met de energie van engelen:
jarenlang was ik er in zekere zin van ondersteboven. En het
heeft mij veel tijd en veel werken aan mezelf gekost om er op
een evenwichtige en integere manier mee om te leren gaan.
Nu rijst boven de ‘gewone’ engelenwereld de wereld van de aartsengelen uit. Een wereld, waarvan de energie nog veel
sterker en krachtiger is dan die van de wereld onder hen, die
van de engelen. Het zal daarom wel duidelijk zijn, denk ik, dat
wij mensen de energie van aartsengelen meestal niet zomaar verdragen kunnen en áls wij al iets van die wereld mogen waarnemen, dan zal ons dat zeker met een diep ontzag en een grote eerbied vervullen.
Dat ontzag en die eerbied miste ik een beetje in de bijdragen
van de Amerikaanse dames. En ik dacht bij mezelf: misschien moeten wij als Europeanen wel leren om op onze eigen manier
te spreken over de wereld van de engelen. En dat is nu eenmaal een andere manier dan die van de Amerikanen.
Van dat verschil tussen Amerikaanse en Europese cultuur vind ik
het meest duidelijke voorbeeld dat altijd van het rouwproces: in Amerika wordt gezegd dat je na het verlies van een dierbare aan
de dood een half jaar (!) nodig hebt om dat te verwerken.
In Europa wordt meestal gezegd dat het rouwproces gemiddeld zo’n vijf jaar in beslag neemt en het rouwproces na een echtscheiding zelfs zeven jaar.
Dit verschil in beleving komt natuurlijk ook tot uiting in de
manier waarop Amerikanen en Europeanen met de
engelenwereld omgaan.
Op de een of andere manier komt de engelenenergie hier in Europa kennelijk dieper bij ons naar binnen dan bij Amerikanen.
Daarom moeten wij derhalve ook voorzichtiger met die energie omgaan. Begrijp me goed: ik spreek hier geen waardeoordeel uit. Waarom zou ik? Ik stel slechts vast dat de Amerikaanse manier
niet zomaar toegepast kan worden op ons Europeanen.
Dat was de eerste reden dat ik niet zo gemakkelijk mee kon gaan met de bovengenoemde geleide meditaties. Het gaat om dit leven.
Er was echter ook nog een tweede reden waarom ik mij af en toe niet gelukkig voelde bij de Amerikaanse bijdrage aan dit Congres.
Als ik van de engelen namelijk iets geleerd en begrepen heb, dan
is het dat hun hulp vooral gericht is op ons alledaagse leven.
Zij willen ons helpen hier op aarde te ‘aarden.’
Heel concreet houdt dat voor mij dit in:
-De engelen ons willen helpen onze persoonlijke opdracht
in dít leven bewust te worden.
-Zij willen ons helpen te begrijpen waarom dit zo’n bijzondere
tijd is en wat onze persoonlijke bijdrage zou kunnen zijn aan
de grote opgave die de mensheid in deze tijd te realiseren heeft.
-Ze willen ons helpen ons bewust te worden van onszelf,
-Én ze willen ons helpen het meesterschap over ons ego
te verwerven.
-En door ons bij dit alles van dag tot dag liefdevol te
inspireren, helpen ze ons ook nog eens te groeien
in inzicht en in liefdeskracht.
-Kortom: de engelen willen ons helpen bij het leven
op déze aarde, in déze incarnatie, in déze weerbarstige sfeer.
Maar over al deze dingen hoorde ik in de Amerikaanse bijdragen aan het Congres nauwelijks iets en om eerlijk te zijn zelfs
helemaal niet. Wat ik wél hoorde, was, hoe wij als het ware uit onszelf konden treden en ons in meditatie konden verbinden
met de sfeer van de engelen, de aartsengelen, van de dolfijnen
en de eenhoorns. Ik heb deze benadering ervaren als een vorm
van ‘zweven.’ Ofwel als een manier van leven waarbij je de
concrete opgaven van het aardse leven, evenals je eigen dieper liggende gevoelens en emoties ontloopt om buiten jezelf,
in andere dimensies, houvast en zekerheid te zoeken.
We leerden niet hoe we om kunnen gaan met al die soms zo donkere gevoelens in ons hart, die onrust, dat verdriet, die
twijfel en die vragen. We werden daarentegen als het ware meegenomen naar een sfeer of een wereld buiten onszelf,
terwijl de engelen ons, naar mijn mening, juist willen meenemen naar het aardse, soms zo mooie, maar soms ook zo moeilijke en
pijnlijke leven.
De engelen willen ons leren hoe we juist in dit aardse leven
kunnen groeien aan de lessen die ons gegeven worden. Ze willen ons helpen te vertrouwen dat we juist bij het uitwerken van onze levenslessen op aarde hulp en steun vanuit de geestelijke wereld krijgen. Ze leiden ons er niet vandaan. Ik denk dan ook dat het belangrijk is dat wij in ons spreken over de engelen niet gaan zweven, maar juist heel concreet over hen en hun inspiratie leren spreken. Dat is voor mij des te belangrijker, omdat ik ook in Nederland wel eens mensen hoor spreken over de wereld van
de engelen en over de geestelijke wereld in het algemeen op
een manier die ons, naar mijn inzicht, niet met het aardse leven verbindt, maar die ons er juist uit wegleidt en ons een beetje
doet ‘zweven’. Zelf heb ik van mijn Hamburgse avontuur
opnieuw geleerd om steeds, als ik over engelen spreek, dat zo concreet mogelijk te doen en het dicht bij de aarde en het
aardse leven te houden.
De weg naar binnen
Daar komt nog bij dat ik tijdens het Congres in Hamburg merkte, hoezeer vele bezoeksters en bezoekers, met name uit Duitsland, met allerlei vragen over het concrete, alledaagse leven zaten.
Deze bijvoorbeeld: mag je echt leren luisteren naar je eigen innerlijk en naar je eigen weten, ook al zegt de paus of de kerk
iets anders dan wat jij voelt? Mag je dus werkelijk leren
vertrouwen op je eigen innerlijke autoriteit en je losmaken van
de kerkelijke autoriteit? Deze vraag speelt op volop in Duitsland,
merkte ik in de vele gesprekken die ik had.
Dat komt ook door het feit dat de toenmalige paus een Duitser
was en in Duitsland veel gezag had en gerespecteerd werd.
Bij zijn verkiezing tot paus kopten de grote Duitse kranten:
Wir sind Papst. Ofwel: wij Duitsers zijn paus geworden.
Het liet zien hoe belangrijk deze verkiezing voor de Duitsers
was en hoeveel vanzelfsprekend gezag deze paus had.
Mag je je nu desondanks toch onttrekken aan de aanwijzingen
en voorschriften die een paus ons geeft en je eigen weg gaan?
Mag je de solidariteit, dat gevoel van eenheid rond de paus,
zoals veel Duitsers dat bijvoorbeeld toen beleefden, doorbreken
en kiezen voor het eigen oordeel in plaats van voor de inzichten
die de paus ons aanreikt?
Voor veel Duitsers, ook voor de protestantse, een belangrijke
en zeker geen gemakkelijke vraag. Ook andere, daarmee samenhangende vragen bleken sterk onder de Congresgangers
te leven.
Bijvoorbeeld deze:
-Hoe doe je dat eigenlijk, de weg naar binnen gaan?
-Hoe leer je luisteren naar wat je hart je zegt?
-Hoe vind je een antwoord op de vraag wat er nu eigenlijk
gebeurt als een mens sterft?
-Hoe krijg je inzicht in de weg van de mens
aan de overkant van de dood?
-En wat zijn nu eigenlijk de specifieke opgaven
die de engelen ons in deze tijd voorleggen?
Op al deze, toch vrij concrete vragen, vinden mensen meestal
geen antwoord via geleide meditaties die ons verbinden met
de engelenwereld. Dat antwoord vinden wij in de esoterische traditie én in onszelf: ons gevoel bevestigt de inzichten die
we in de esoterische traditie vinden en omgekeerd bevestigt
de esoterische traditie vaak, wat we vanbinnen al aanvoelen,
maar waar we dikwijls nog geen woorden voor hebben.
Bovendien kunnen die antwoorden alleen gevonden worden
door een helder denken, dat geïnspireerd en verlicht wordt
door de engelen: hun stille en vaak zo verborgen hulp is
werkelijk onmisbaar, wanneer wij mensen op zoek zijn naar
de antwoorden, waarvan wij leven kunnen.
Het ontroerende daarbij is dat de engelen altijd weer ons
denken verlichten, wanneer we bereid zijn in vol vertrouwen, tastend en voelend, onbevangen en zonder reserve over deze vragen na te denken. Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet had
gedacht dat de vraag of het wel geoorloofd is te luisteren naar
je eigen innerlijk, in plaats van naar wat allerlei autoriteiten je voorhouden, nog zo’n sterke rol zou spelen in de Duitstalige landen. Tenslotte hebben wij in Nederland, in spirituele kringen tenminste, al langere tijd geleden ontdekt dat het nu juist onze opdracht is om te leren luisteren naar het eigen innerlijk, al blijft
het ook bij ons een belangrijke vraag hoe je dat dan wel moet doen, en hoe je in jezelf de normen de waarden kunt opdelven, volgens welke jij wilt leven.
Bovendien heeft het instituut kerk in Nederland al veel langer
aan gezag, invloed en zeggingskracht ingeboet, terwijl in
Duitsland en in de meeste andere ons omringende landen
de kerken nog steeds heel wat meer aanzien hebben dan in Nederland. In dit opzicht blijken wij in Nederland voorop
te lopen. Maar niet alleen de kerken vervullen in Nederland
steeds minder een dragende en weg wijzende functie, in die
zin dat zij aan het individu houvast en leiding geven.
Datzelfde geldt ook voor politieke partijen en voor de
vakbonden bijvoorbeeld: ook aan deze instanties ontlenen
wij in Nederland steeds minder ons houvast en onze levensoriëntatie zeg maar: de antwoorden op de grote levensvragen.
Daarnaast verliezen ook het gezin en de familie meer en meer
de dragende kracht die zij door alle eeuwen heen voor het
individu gehad hebben: de mens komt steeds meer op zichzelf,
op eigen benen te staan. Deze ontwikkeling heeft overigens ingrijpende gevolgen: door dit wegvallen van allerlei dragende verbanden is de verloedering in ons land meer dan elders toegenomen.
Ik probeer als ik over engelen spreek, dat zo concreet mogelijk
te doen en het dicht bij de aarde en het aardse leven te houden Beschaving, beleefdheid, respect, liefdevolle aandacht etc. het is niet vanzelfsprekend meer en we zullen dat nu, in deze tijd, van binnen uit moeten leren opbrengen. We leven immers niet langer
volgens zulke normen en waarden omdat anderen ons die van buitenaf voorhouden. De grote vraag die zich op dit moment in
ons land voordoet is dus de vraag: hoe leren we de toegenomen vrijheid op een zinvolle manier te gebruiken, en niet alleen maar
in de sfeer van het eigenbelang? Hoe ontdekken we de weg
naar binnen, naar onze eigen innerlijke normen en waarden?
Hoe leren we volgens die normen en waarden te leven?
Ook bij het zoeken naar een antwoord op al deze vragen willen
de engelen ons leiden en bijstaan. We hoeven hen alleen maar
om die hulp te vragen.* En velen van ons weten inmiddels hoe liefdevol, hoe subtiel, maar ook hoe concreet de hulp van engelen is bij het gaan van de weg naar binnen: zij hebben die hulp heel concreet ervaren. En wie die hulp nog niet ervaren heeft, zal deze zeker, op de juiste tijd en dat is meestal niet onze tijd, gaan
ervaren.
Nederland als exportland….
Al vaker heb ik gezegd dat Nederland voorop loopt op het gebied van de geestelijke/religieuze bewustwording. Dat moeten we overigens om twee redenen met grote bescheidenheid zeggen.
De eerste is deze: op andere gebieden, bijvoorbeeld op het
gebied van de alternatieve gezondheidszorg, loopt Nederland behoorlijk achter. Zowel in politiek, als bij de publieke omroepen bijvoorbeeld, is er geen enkel respect voor deze vorm van gezondheidszorg. Bovendien ontbreekt het ze aan zelfs maar
een oppervlakkige kennis ervan. Vaak is er alleen maar sprake van een bot cynisme. In de ons omringende landen, bijvoorbeeld in Duitsland, is de houding tegenover de alternatieve gezondheidszorg meestal heel anders, en veel positiever. Ook in aandacht voor biologisch-dynamische landbouw (producten)
loopt Nederland achter, al valt er naar mijn mening op dit
terrein de laatste tijd een lichte kentering ten goede waar te nemen. Nederland mag dan misschien voorop lopen op het
gebied van de geestelijke/religieuze bewustwording, op allerlei andere gebieden lopen we ver achter….
Er is nog een tweede reden voor bescheidenheid.
De geestelijke bewustwording in Nederland veroveren wij
namelijk op een uitgesproken negatieve ontwikkeling die
in ons land sterker is dan in enig ander land.
Die donkere aspecten zijn, om er maar een paar te noemen,
deze:
-Er is sprake van een ongebreideld cynisme in de pers,
op de televisie, in de politiek, kortom, in héél de
Nederlandse samenleving.
-Nog steeds neemt zinloos geweld toe: we schrikken er
niet eens meer van en beginnen er aan gewend te raken.
-Veel mensen zijn niet geïnteresseerd in welke geestelijke
vraag dan ook, al zien we gelukkig ook op dit gebied de
laatste tijd een lichte kentering ten goede.
-In onze samenleving is langzamerhand een sfeer van
verhaasting, ongeduld en op je strepen staan ontstaan
kijk alleen maar naar het verkeer.
-Door dit alles heerst er zoiets als een nerveuze,
gespannen sfeer, waarbij mensen om de minste reden
kunnen uitvallen naar elkaar.
-Bovendien valt voor iedereen waar te nemen dat nogal
wat mensen in de sfeer van het egoïsme terecht komen
Nog steeds neemt zinloos geweld toe
Het is dus geen vrolijk beeld dat zich bij enig, eerlijk nadenken
aan ons voordoet. Maar juist op al dit donker ontworstelen wij
stap voor stap nieuwe en zinvolle levensantwoorden. Juist deze doorgang door het donker brengt bij vele mensen een spirituele bewustwording op gang.
In het donker van deze tijd begint heel vaag iets van een nieuw licht aan de horizon op te doemen. Dat we zicht beginnen te krijgen op onze eigen levensopdracht in deze tijd, is dus vooral
het gevolg van die confrontatie met het vele donker van onze tijd. En wát we dan, ieder op onze eigen, persoonlijke manier, aan het donker mogen ontworstelen is dit:
-Een innerlijk zeker weten dat het onze opdracht is
om de weg naar binnen te gaan.
-Het weten dat we daar, vanbinnen, de grootste schatten
kunnen en mogen opdelven die er maar op aarde
te vinden zijn.
-Het weten dat we daar vanbinnen de innerlijke christus,
onze boeddha-natuur, de geest, ons hoger zelf of onze
goddelijke kern kunnen vinden.
-Het ervaren dat we in verbinding met een grotere,
geestelijke wereld leven, een wereld van pure liefde.
-De ontdekking dat in onszelf de antwoorden op
de grote levensvragen te vinden zijn.
Ik mag het ook zo samenvatten: velen van ons gaan in deze tijd met veel vallen en opstaan die weg naar binnen, om daar, in de stilte van het eigen hart, iets te mogen gaan ervaren van de
stille ritseling van die goddelijke kern. Dát is het dus, wat wij,
in de toekomst, mogen gaan exporteren naar het buitenland:
de innerlijke winst die wij gaandeweg behalen op de confrontatie met het donker. Wij mogen vertellen wat die weg naar binnen
ons opleveren kan, en hoe ons eigen, diepste innerlijk ons antwoord kan geven op de vele vragen die zich in ons leven
aan ons voordoen. En het is alleen op deze weg dat wij rekenen mogen op de zegen van de engelen.
De weg naar binnen gaat door het ego naar het hoger zelf.
Als we spreken over de engelen en hun inspiratie, hebben we
dus te spreken over de weg naar binnen. Want het gaan van
de weg naar binnen, dát is, zoals we zagen, de opdracht die
ons in deze tijd wordt toevertrouwd. En het is deze weg,
waarop de engelen ons leiden en inspireren.
Die weg naar binnen houdt altijd weer een confrontatie in met
de donkere krachten van mijn ego: met mijn onverwerkte
verdriet, met mijn angsten, mijn onzekerheid, mijn gebrek aan eigenwaarde en noem maar op. We worden opgeroepen om
al dit donker onder ogen te zien, het stap voor stap te doorleven
en te transformeren. Ik vat nu even met een paar woorden een proces samen, dat bij ieder van ons een heel leven in beslag
neemt, zelfs waarschijnlijk meerdere levens.
Ik zeg dat maar even, omdat ik mij vaak zo brutaal voel, als ik
deze grote dingen in een paar zinnen neerzet. Maar als we de moed hebben deze weg te gaan, dán zullen we mogen ervaren
dat er achter al die donkere krachten van het ego iets anders begint op te lichten: een diepere vrede, een grotere, nog
ongekende liefde, een onvoorstelbaar vertrouwen en een
onvoorwaardelijke overgave.
Het is, alsof we heel soms íets van die zoveel grotere krachten mogen gaan ervaren en mogen zien oplichten in onze ziel.
En het zijn deze krachten die vervolgens door ons ego heen beginnen te werken en ons beginnen om te vormen.
En wát zijn de engelen gelukkig als we iets van deze opdracht
in ons leven beginnen te realiseren.
Alleen zo, langs deze weg, kan een mens heel concreet een
verlicht mens worden: omdat het licht van binnenuit begint
te schijnen.
Nu zijn er twee tegengestelde manieren, twee uitersten om
met de geestelijke wereld en dus met de wereld van de engelen
om te gaan.
De eerste is de ontkenning van alles wat het verstand niet
bewijzen kan, en dus ook de ontkenning van het bestaan van
een geestelijke wereld en van engelen.
De ontkenning van engelen en van de geestelijke wereld wordt bewerkt, ondersteund en geïnspireerd door donkere, geestelijke krachten, die in de bijbel wel met de naam satan aangeduid worden. In de esoterische traditie worden ze ook wel de krachten van Ahriman genoemd.
De andere, tweede manier om met deze dingen om te gaan,
is juist de volledige erkenning van engelen en van een geestelijke wereld. Maar behalve dat houdt het ook een bijna volledig willen opgaan in die wereld in, met verwaarlozing of zelfs afwijzing van
de aardse wereld. In de spirituele traditie wel ‘zweven’ genoemd: niet meer met je beide voeten op de grond staan, maar helemaal opgaan in de warme, wollige en dromerige gevoelens die het opgaan in de geestelijke wereld met zich meebrengt.
Deze tweede houding wordt in de bijbel het werk van de duivel
of de slang genoemd. In de esoterische traditie noemen wij die kracht de kracht van Lucifer. Juist de spirituele traditie is gevoelig voor deze tweede verleiding, en dus voor het ‘zweven.’Ahriman sluit de geestelijke wereld voor ons af en brengt ons helemaal
op aarde. Lucifer sluit daarentegen de áárde voor ons af, en doet ons zweven in de geestelijke sferen. Beiden zijn dus eenzijdig.
De enige echte, en zinvolle levenshouding wordt de tussenweg
of middenweg genoemd: de weg tussen Ahriman en Lucifer door. En dat is de houding die enerzijds met groot vertrouwen opziet naar de geestelijke wereld, maar die anderzijds weet dat onze opdracht hier op aarde ligt en die daarom ook de aardse wereld serieus neemt. De esoterische traditie vertelt, en iedere keer maak ik dat mijzelf met een diepe ontroering bewust, dat deze middenweg de weg van Christus is.
De weg dus, waarbij een mens de geestelijke wereld uiterst
serieus neemt, maar tegelijkertijd weet, dat onze opdracht op
aarde ligt, en die middenweg is tegelijk de weg naar binnen,
dwars door het donker van het eigen hart heen. De weg die de geestelijke wereld beaamt, die ernaar opziet en al zijn vertrouwen aan die wereld ontleent, maar die tegelijk het oog gericht houdt
op aarde, en op het eigen hart. Begrijpen jullie nu, waarom ik niet gelukkig was met de Amerikaanse bijdrage in Hamburg?
Ik ben blij dat ik er in Hamburg bij mocht zijn. Vooral ook om wat
ik er geleerd heb.
Opnieuw heb ik mij, nog weer dieper dan voorheen, gerealiseerd dat het onze opdracht als Nederlanders is om op het donker van deze tijd inzicht te veroveren en dat door te geven aan anderen.
Het inzicht dat het gaat om de weg door het midden, de weg
door het eigen hart heen.
Dát is de weg die de engelen ons wijzen.
En dat is de weg waarbij zij ons inspireren, leiden en bijstaan.
Elke dag opnieuw.
Hans Stolp