I
De verantwoordelijkheid voor onze geestelijke ontwikkeling
wordt in deze tijd meer en meer aan onszelf toevertrouwd.
Vroeger waren het de engelen die ons leiden op het pad van
de geestelijke groei, later waren het de ingewijden, en nog
later was het de kerk die ons leidde op het pad van onze
geestelijke groei.
Tegenwoordig moeten we daar zelf voor zorgen.
Dat betekent dat we zelf heel bewust zullen moeten kiezen
voor het gaan van de inwijdingsweg. Maar hoe ziet die weg
er in onze tijd dan wel uit? Welke stappen moet je zetten?
En hoe maak je voor jezelf geestelijke groei mogelijk?
Deze weg begint met luisteren naar binnen.
Als je volhoudt en geduld hebt, zal je op een zeker moment ontdekken dat je geroepen wordt. Leer je nog beter naar
binnen te luisteren, dan hoor je, wat je gevraagd wordt: om geestelijk te groeien. Zodra je je dat bewust wordt, zal je een innerlijke gedrevenheid gaan ervaren om anders naar het
leven te gaan kijken.
Wanneer je je aan deze opdracht, om anders te gaan kijken,
begint te wijden, ga je als vanzelf aan jezelf werken.
Al doende wordt het je steeds duidelijker wat de diepere zin daarvan is: om jezelf om te vormen tot een zuiver instrument
voor de goddelijke Geest. Daardoor komt er een innerlijk
weten naar boven dat je antwoord geeft op vele vragen.
Je wordt een wetende en er ontstaat een levende verbinding
met de geestelijke wereld.
Stap voor stap gaan we stilstaan bij de verschillende fasen van geestelijke groei die we op de inwijdingsweg doorlopen.
Dit thema is bedoeld voor iedereen die wil werken aan zichzelf.
**********
Deel 1. Inleiding
Uit de titel blijkt dat er niet alleen een nieuwe, moderne
inwijdingsweg is, maar ook een oude inwijdingsweg.
Deze oude inwijdingsweg werd vooral in de voorchristelijke
tijd beoefend. De inwijdingen vonden in die tijd plaats onder begeleiding van een priester of een priesteres, en wel op een bijzondere, heilige plaats, zoals een tempel, een piramide of
een inwijdingsschool.
De essentie van de nieuwe inwijdingsweg is dat deze door
het leven zelf voltrokken wordt: het leven legt ons voortdurend
levenslessen voor die het ons mogelijk maken om geestelijk
te groeien.
Een priester of een priesteres, dus: een autoriteit van
buiten, is niet meer nodig.
Ook voltrekt de inwijding zich niet op een heilige plaats, maar
is overal mogelijk: thuis, op bed, op vakantie of waar dan ook.
1. De heilige plaatsen uit het verleden
Voorbeelden van plaatsen waar de oude inwijdingsweg
beoefend werd, zijn bijvoorbeeld:
• Abydos in Egypte. Dit tempelcomplex ligt op een kruispunt
van leylijnen. In de tempel staan afbeeldingen van vliegende
objecten: op deze plaats waar krachtige energieën werken,
was contact met buitenaardsen mogelijk.
• Delphi in Griekenland. De priesteres, de Pythia, zat boven
een kloof van waaruit zwaveldampen naar boven kwamen.
Daardoor raakte de Pythia in trance en kon ze
boodschappen vanuit de geestelijke wereld doorgeven.
• Epidauros in Griekenland. Ook in dit tempelcomplex waren
slaapzalen, waar zieken mochten slapen in de hoop op een
grote droom die de priester of priesteres duidelijk zou
maken of en hoe de zieken genezing zouden kunnen vinden.
De slaapzaal werd in het Grieks een klinè genoemd;
van deze term is ons woord kliniek afgeleid.
• Monte Cargano in Italië. Deze grot was eeuwenlang een
geheime mysterieplaats. Maar na de komst van het
christendom werd de grot gewijd aan de aartsengel Michaël.
De lessen op de inwijdingsscholen waren geheim.
Op overtreding van dit gebod stond de doodstraf.
De lessen zelf bestonden uit beproevingen, meditatie,
gebed, en het harde werken aan jezelf.
Daardoor werd het etherische lichaam van de leerling
soepeler en kon hij of zij uiteindelijk uittreden en in
contact met de geestelijke wereld komen.
Op die manier werd hij of zij een wetende of een ingewijde.
Ook in Israël waren er heilige mysterieplaatsen, zoals het
gebergte de Karmel.
Het was niet voor niets dat de strijd van de
grote profeet Elia met de Baälpriesters juist daar plaats vond!
Deel 2. De moderne inwijdingsweg
Het gewone leven legt ons allerlei levenslessen voor, zoals
het verlies van een geliefde, ziektes, een scheiding enz.
De vraag is, hoe we met die ervaringen omgaan.
Hebben we de moed om de pijn en de eenzaamheid te
verwerken en daar doorheen te gaan, of verdringen we die gevoelens en storten we ons in werk, in drank of in drugs?
Wie het eerste doet, en dus kiest voor de weg van het
verwerken -daar zit het woord werk in- zal soms het gevoel
hebben stuk te gaan vanbinnen van de pijn, en niet verder
te kunnen. Maar juist dan, zo ervaren velen, in die donkerste momenten van het leven, wordt iets anders voelbaar:
een stille hulp uit een hogere, andere wereld waar geen
woorden voor zijn.
Wie kiest voor de tweede manier: de weg van verdringen
en vluchten, verhardt vanbinnen.
Dat wordt bijvoorbeeld zichtbaar aan de samengeknepen
lippen die meer en meer op een dunne streep beginnen te lijken. Maar het is ook te merken aan een bepaald cynisme en aan
een zekere hardheid voor zichzelf, en dus ook voor anderen.
De dichter Nijhoff schreef ooit een -toneelstuk- “Pinksterspel.”
In dat spel vertelt hij over moeder Maria en de discipelen.
Als de discipelen de Heilige Geest hebben ontvangen en op
het punt staan de wereld in te gaan om overal op aarde over
Jezus Christus te gaan vertellen, roept een Sybille; een vertegenwoordigster van de oude inwijdingsweg, tot Maria: Moeder, ik smeek u,
laat u raden. Ze zullen sterven op hun paden. Roep hen terug!
Maar Maria antwoordde: God is genade.
Niet dan gestorven en herboren zal men het leven toebehoren.
Na deze woorden verlaten de discipelen het toneel en trekken
de wereld in.
In dit stuk maakt Nijhoff duidelijk dat de grote overgang
van de oude naar de nieuwe inwijdingsweg plaats vond
met de komst van Christus naar de aarde en dat de
nieuwe inwijdingsweg begon op Pinksteren, toen de
discipelen de Heilige Geest ontvingen.
Ze werden dus midden in het leven, voor de ogen van
de vele mensen die erbij waren, ingewijd.
Deel 3. De weg en de vijgenboom
De eerste christenen werden mannen en vrouwen
die van die weg waren genoemd
(Paulus in Handelingen 9 : 2).
Boeddha sprak over het achtvoudige pad.
Religies waren oorspronkelijk inwijdingsscholen:
ze wilden geen dogma’s of leerstellingen leren,
maar een levensweg wijzen.
De olijfboom was het symbool van de inwijdingen
of de mysteriën.
Vandaar dat Jezus Christus zegt dat hij in zijn tijd
geen vrucht vindt aan de olijfboom: de mysteriescholen
brachten geen goede ingewijden meer voort.
(Zie Mattheüs 21 : 18 – 20).
De Farao werd, als teken dat hij een ingewijde was,
afgebeeld terwijl hij onder de sycamore
Boeddha werd verlicht
vijgenboom zat.
Deel 4. Het doel van de inwijdingsweg
Een gebed van de vroegere secretaris-generaal van de VN:
Dag Hammarskjöld (uit het boek Merkstenen) luidt:
Geef mij een zuiver hart – dat ik U mag zien.
Een ootmoedig hart – dat ik U mag horen.
Een hart vol liefde – dat ik U mag dienen.
Een hart vol geloof – dat ik in U mag blijven.
Uit dit gebed blijkt dat het bij de inwijdingsweg gaat om
het stille werk aan onszelf: om zuiverheid, ootmoed, liefde
en vertrouwen te verwerven. Want alleen dan kunnen we
in verbinding komen met God.
Daarom is het doel van de inwijdingsweg:
1. Om zuiver en oprecht te worden.
2. Om wétende te worden.
3. Om zicht te krijgen op de grote geheimen van het leven
en van de dood.
4. Om inzicht te krijgen in de Mysteriën van Jezus Christus.
5. Om inzicht te krijgen in de huidige tijd.
6. Om tot kanaal voor de ware liefde te worden.
Deel 5. De waterproef, de vuurproef, de luchtproef
De aardeproef: diep onder de grond, aardedonker,
en dan een uitgang moeten zoeken. De ene uitgang
loopt onherroepelijk uit op de dood, de ander
brengt je terug naar het leven. Een les in vertrouwen
op de leiding vanuit de geestelijke wereld.
Deel 6. De zeven graden op de oude inwijdingsweg:
1. De raaf – er bestaat geen toeval, zoek de zin van alles
wat er gebeurt.
2. De occulte of verborgene – zwijgen en luisteren.
3. De strijder – de strijd met je ego.
4. De leeuw – transformatie van de angst.
5. De volksnaam – contact met de aartsengel.
6. De zonneloper of de zonneheld – een driedaagse uittreding
7. De Vader – de hoogste, nog verborgen inwijding.
8. De stappen op de moderne inwijdingsweg
1) De oefening in geestelijk kijken. Dat wil zeggen:
Naar mensen kijken en dan zonder woorden ontdekken
wat er leeft in hun hart. De tweede stap is deze:
om ook het goddelijke in hen te leren ontdekken.
Naar planten en dieren kijken: hun etherkrachten leren zien.
Naar gebeurtenissen kijken: en ontdekken hoe die passen
in het goddelijke plan. Bijvoorbeeld dat de ontheemding
van velen in deze tijd, hoe pijnlijk ook, hen wel leert
bewuster te kijken en te denken zodat hun bewustzijnsziel
zich kan ontwikkelen.
De zin van negatieve ervaringen in je eigen leven ontdekken.
Zo zei een zakenman die kanker had, eens tegen mij: Ik ben
blij dat ik ziek werd, want dat heeft me gedwongen na
te denken over mijn leven.
Leren om in plaats van Waarom? Daarom! te leren zeggen.
Ontdekken: alles wat gebeurt heeft een diepe zin!
2) Je roeping ervaren en deze bewust worden.
Een paar voorbeelden:
Dag Hammarskjöld:
Ik weet niet wie – of wat – de vraag stelde.
Ik weet niet wanneer zij gesteld werd.
Ik herinner me niet dat ik antwoordde.
Maar eens zei ik ja, tegen iemand – of iets.
Vanaf dat moment heb ik de zekerheid dat het leven
zinvol is en dat mijn leven een doel heeft.
De roeping van Abraham:
De Heer zei tot Abraham:
Ga uit uw land en uw maagschap en uit het huis
van uw vader naar het land dat Ik u wijzen zal.
Ik zal u tot een groot volk maken en u zegenen.
De sjamaan:
De aanstaande sjamaan werd geroepen door een droom,
werd vervolgens geestelijk en lichamelijk ziek en moest
eerst zichzelf leren genezen, voordat hij als sjamaan
mocht optreden en anderen mocht genezen.
De roeping houdt bijna altijd in om allereerst het oude
los telaten: een oude manier van denken en van leven.
Je gaat vervolgens door een transformatie heen.
Daardoor leer je anders te kijken en anders te leven.
Je wordt ook gevoelig voor werkelijkheden die je niet
kunt zien en bewijzen: bijvoorbeeld de geestelijke wereld.
Zo begin je de zin en het doel van je leven te ontwaren.
3) Het harde werken aan jezelf: zeven lessen:
1. Hoe ga je om met emoties?
2. Leer leven in het moment van nu!
3. Zoek het midden tussen geven en ontvangen.
4. Het geluk ligt in mij, niet buiten mij.
5. Aanvaard jezelf zoals je bent.
6. Leer denken met je hart.
7. Durf te groeien door los te laten.
Deel 4. Zoek het juiste midden
Er zijn allerlei dualiteiten waarmee wij dagelijks te maken hebben: man – vrouw, denken – voelen, geest – materie, (te) afstandelijk – (te) nabij, ego – hoger zelf, Lucifer – Ahriman.
Het gaat er nu om het midden tussen die beide te zoeken:
dan komen we in de sfeer van de eenheid, in plaats dat we
blijven leven in een sfeer van dualiteit
In het midden worden de beide uitersten één.
Daarom wordt God ook één genoemd:
Hoor, Israël, de Heer is onze God, de Heer is één.
(Deuteronomium 6 : 4).
Daarom staat er in het Thomas-evangelie:
Het zijn de eenlingen die het bruidsvertrek binnen gaan.
Het bruidsvertrek is de sfeer van het midden, waar ego
en hoger Zelf één worden.
5) Veranderingen in het droomleven
• Het begint met een chaos aan beelden, die af en toe
toch veelzeggend zijn.
• Vervolgens begin je hier en daar een samenhang
tussen de droombeelden te ontdekken en leer je de taal
van het beeld verstaan.
• Je hoort een enkele keer een stem die spreekt met gezag.
• Je gaat bewust dromen als was je wakker; bovendien
ben je in staat de afloop van de droom, terwijl je slaapt
en droomt, bewust te veranderen.
• Je krijgt zicht op de geestelijke wereld in je droom.
Belangrijk daarbij is het bouwen van een hut: om een visie
of een oriëntatiepunt te ontwikkelen, van waaruit je alles
wat je waarneemt in de geestelijke wereld, bekijkt
en leert begrijpen.
6) Opnieuw: werken aan jezelf
• Je zuiveren van vooroordelen en dogma’s
= beweeglijk worden.
• Leren handelen met overleg.
• Doe niet te weinig, maar ook niet te veel.
• Zie alles wat het leven je brengt als een levensles.
• Het beoefenen van stilte.
7) De geestelijke wereld komt dichterbij
• Je ervaart soms een aanraking tijdens je meditatie of gebed
• Je kunt gemakkelijk communiceren met gestorvenen
en voelt hen dichtbij.
• Christus komt je zó nabij!
• Je voelt dat je niet langer meer leeft in de sfeer
van het karma, maar van de genade.
• Je wordt kanaal voor de engelen, de meesters
en voor Christus zelf.
De band met je ego wordt losser, naarmate je je meer
en meer verbindt met je hoger zelf. Daardoor kan het ego
zich een beetje van je gaan losmaken. Het kan zelfs zover
loskomen dat het ego plotseling als een donker wezen
voor ons staat: Dan heeft het onze liefde nodig en niet
onze angst of afschuw. Wij mogen nu leren om ons ego
stap voor stap, leven na leven, genezing te brengen.
9) De grote wachter op de drempel
Hoe zuiverder we worden, hoe meer Christus ons begint
te naderen. Hij wordt binnen in ons voelbaar en tegelijk
mogen we ook voelen hoe Hij ons van buitenaf begint
te naderen. Dat kan ertoe leiden dat we Hem eenmaal
mogen schouwen. Zien we Hem in dit leven nog niet,
dan geldt: wat als een diep verlangen in ons hart leeft,
zal bij onze dood gerealiseerd worden.
Dan zullen we Hem mogen zien.
De ontmoeting met Christus is het hoogtepunt van onze
inwijdingsweg, en tegelijk het beginpunt van een heel
nieuwe ontwikkeling.
Hans Stolp