“Evolutieperioden en de tijd van nu”
In de Hindoetradities zijn de Veda’s heel belangrijk.
Een onderdeel uit de Vedische geschriften heet de Purâna.
In dit geschrift worden 4 tijdperken beschreven:
1. Het gouden tijdperk
2. Het zilveren tijdperk
3. Het koperen tijdperk
4. Het ijzeren tijdperk
Wij leven nu in het ijzeren tijdperk,
ook wel het donkere tijdperk genoemd.
Het Kali Yuga.
Ook in de Christelijke traditie zijn deze tijdperken bekend,
alleen zijn ze op de achtergrond geraakt.
In Daniël 8 wordt hiervan verhaald:
Het Volk Israël leefde in ballingschap in Babylon,
de koning van Babylon heette Nebukadnezar.
Deze koning kreeg een bijzondere droom. Daniël,
een joodse balling, wordt om raad gevraagd.
Hij trekt zich terug in zijn binnenkamer en legt dan
de droom van Nebukadnezar uit:
Het reusachtige beeld is de evolutie, het hoofd
bestaat uit goud, de borst uit zilver, de buik uit koper,
de benen zijn van ijzer en de voeten van ijzer en leem.
Er zal een steen gaan rollen, niet door toedoen van een mensenhand, die steen zal groter en groter worden en
uiteindelijk tegen het beeld aankomen, waardoor het
reusachtige beeld vernietigd wordt, daar blijft niets meer
van over.
Daniël legt uit dat de koninkrijken (evolutietijdperken)
op elkaar volgen. Na het ijzeren tijdperk zal er weer een
nieuw tijdperk aanbreken, het gouden, maar dan
getransformeerd. Wij leven nu aan het eind van het
ijzeren tijdperk en zitten al in een overgangsgebied.
De microkosmos is een afspiegeling van de macrokosmos.
In elk mens zie je een afspiegeling van de tijdperken,
de leeftijdsfasen, geven dit weer.
1. Van 1 – 7 jaar: ‘Het Gouden tijdperk’
Het kind draagt nog de warmte, liefde en geborgenheid
vanuit de geestelijke wereld. Het kind kan er nog makkelijk
in- en uitgaan, het staat nog in direct contact met de
geestelijke wereld. Vaak komen onbewuste herinneringen
naar boven, dat hoor je in de soms vreemde of
onbegrijpelijke uitspraken van kinderen. Het etherisch en
astraal lichaam zijn nog niet verbonden met het fysieke
lichaam. Iemand die helderziend is, daarvan zitten de
geestelijke lichamen ook los. In het Gouden tijdperk waren
alle mensen helderziend. Wat ze zagen op aarde was mistig.
Wel zagen ze de engelen, de oerkrachten en de
elementhalen scherp. De tanden van het kind gaan
omstreeks het 6e jaar wisselen. De tand staat symbool voor
ego-kracht. Droom je over tanden die uitvallen, dan ben je
iets in jezelf aan het transformeren.
2. Van 7 – 14 jaar: ‘Het Zilveren tijdperk’
In de Oosterse traditie wordt dit het koperen tijdperk
genoemd. Het etherisch lichaam gaat nu vastzitten aan
het fysiek lichaam, de helderziendheid verdwijnt.
De mensheid werd minder helderziend, de wereld van
de oerkrachten ging dicht. De mensen konden nu wel
de bloemen, planten en bomen zien.
De mensheid moest leren stap voor stap in de aardsfeer
te leren leven, ze moesten hun zelfstandigheid bevorderen.
De engelen trokken zich meer en meer terug.
3. Van 14 – 21 jaar: ‘Het Koperen tijdperk’
Het astraal lichaam gaat zich nu vastzetten aan het
fysieke lichaam. Dit is de fase van de pubertijd, de
conflicten. Hier uiten onze ik-krachten zich in onze
persoonlijkheid, met alle karaktereigenschappen.
De engelenwereld houdt zich nog meer terug.
De egokrachten komen meer en meer in de wereld,
in de vorm van conflicten, oorlogen.
De mensheid kan alleen de elementhalen zien.
De dieren komen uit de mist te voorschijn.
4. Van 21 – 28 jaar: ‘Het IJzeren tijdperk’
Dit is de fase van volwassenwording,
de jong volwassenen neemt de verantwoordelijkheid
voor eigen leven op zich. De ouders moeten zich
terugtrekken. De mensheid begint volwassenheid te
verwerven, gaat de verantwoordelijkheid waarmaken,
gaat op eigen benen staan. De helderziendheid gaat
helemaal dicht. Het besef van Licht en Liefde gaat uit
de mensen weg. De mensen gingen zeggen dat
engelen niet bestaan en dat God dood is.
De geestelijke wereld ging dicht.
Dit IJzeren tijdperk is 3000 jaar voor Chr. begonnen
en eindigt ongeveer 2000 jaar na Chr.
Dit zal het einde zijn van de Kali Yuga: het einde van
het grote verval om tot vernieuwing te komen.
We zien in onze tijd dat het verval toeslaat:
seksualiteit wordt pervers, de mensen leven alleen uit
eigen belang en er is een toenemende verruwing.
In de Hindoetraditie wordt vermeld dat aan het eind
van het IJzeren tijdperk de 10e incarnatie van de god
Vishnoe zal komen, Kalki genaamd, hij zal de omwenteling bewerkstelligen naar het nieuwe Gouden tijdperk.
Ook in de Openbaringen van Johannes: 19 spreekt Johannes
dat de Christus zal terugkeren, als een ruiter op het witte paard. Men heeft Sai Baba herkend als de ruiter op het witte paard,
hij is een Avatar.
De 4 tijdperken horen samen tot één kosmisch jaar,
dan vangt een nieuw kosmisch jaar aan.
In de Hindoetraditie werd de evolutie gezien als een cirkel,
alles van telkens hetzelfde. De Chr. traditie werd de evolutie
als een begin naar het einde gezien. In deze tijd komen beide tradities uit op het symbool van een spiraal.
Nu leven we dus in het tijdperk van verval.
We moeten leren op eigen benen te staan.
Het steentje, dat aan het rollen is, staat voor spiritueel
bewustzijn. Het steentje zal een steen worden die de
hele kosmos zal vervullen.
Onze opdracht is: ons verbinden met spiritualiteit.
Deze verbinding moet nu worden gelegd, dán voltrekt zich
een omwenteling. De voltooiing is de bevrijding, het begin
van iets nieuws.
De gang is altijd: goud, zilver, koper en ijzer, dan weer goud.
Tussen de tijdperken zijn overgangen die enkele honderden
jaren kunnen beslaan. Men denkt dat het vorige ijzeren
tijdperk aan het eind van de Atlantische periode is geweest.
Wij zijn allemaal al door die verschillende tijdperken
heengegaan.
Waarom zijn er zo velen nu op aarde gekomen, dit is het
zwaarste tijdperk! We hebben er kennelijk voor gekozen
om de omwending in ons eigen lijf te laten voltrekken.
Het moet eerst in ons zelf verwerkelijkt worden.
Nu is de tijd dat we een schat aan geestelijke krachten
kunnen verwerven. Uiteindelijk zal het Christusprincipe
in ons vertegenwoordigd zijn.
Avatars, als Sai Baba hebben er op ons op voorbereid,
evenals de Maytrea.
Spiritueel bewust worden is daarom van groot belang.
De gnosis in je hart toelaten.
Dit is het meest beslissende tijdperk dat zich ooit in
de evolutie heeft voorgedaan.
Ons Hoger Zelf daalt in ons neer, de ‘roos des hartes’
wordt geopend; getransfigureerd, dit is de Christus,
dit is de kracht van warmte en liefde.
We verruilen leven vanuit de egokracht naar de
Christuskracht.
Dan is Kalki gekomen, dan is Christus weer gekomen.
In deze periode staan we voor de zware taak om al ons
karma op te ruimen.
Aan het eind van deze periode zullen de bokken van de
schapen gescheiden worden. Wie het Christusprincipe
in zich heeft laten voltrekken, er zich voor geopend heeft
gaat mee in de omwenteling naar het Gouden tijdperk,
de anderen zullen blijven en uiteindelijk ook groeien in
dit Goddelijk principe.
Verhouding man – vrouw
Er zijn 2 scheppingsverhalen.
Tot Genesis 2 : 4a staat het eerste scheppingsverhaal,
daarna het tweede. Het eerste stamt uit 600 voor Chr.,
het tweede uit 1000 voor Chr.
In het eerste scheppingsverhaal staat:
God schiep hen naar zijn beeld, man en vrouw schiep hij hen.
Daar ligt een geheime boodschap achter.
De betekenis van dit vers is dat ieder mens uit man
en vrouw bestaat. Jung heeft dat later verduidelijkt.
Het tweede scheppingsverhaal is nog esoterisch.
Eva werd geschapen uit de rib van Adam.
Dat is exoterisch uitgelegd; de vrouw werd beschouwd
als een tweederangs burgeres. Dan verleidt de slang Eva
en op haar beurt verleidt Eva, Adam.
Eva krijgt als straf dat de man over haar zal heersen
en dat zij met pijn kinderen zal baren.
De esoterische betekenis van dit scheppingsverhaal is:
Adam is het symbool van het geestelijke deel van de mens.
Eva is het symbool van de materie. Het materiedeel doet
ons verleiden, het geestelijke deel moet daarom het
materie-deel controleren en overheersen.
Dit werd niet begrepen en esoterisch misverstaan.
De zondeval is de val in onwetendheid. De mensheid raakte
meer en meer afgesloten van het geestelijk deel. Daar zit
geen moreel oordeel aan. De zondeval is eigenlijk de afdaling
in onwetendheid, zonder schuld. De slang verschijnt als
symbool voor transformatie. De slang legt regelmatig zijn
oude huid af.
De Kundalinie kracht is de slangenkracht, de kracht waarmee
je transformeert. Artsen hebben een slang op hun auto, als
symbool van ziekte en genezing; transformatie.
Op schilderijen uit de M.E. staat de slang symbool
zowel voor de duivel als voor Christus of Maria.
In de bijbel Nummeri 4 : 21 staat, dat het volk Israël zich
beklaagt over de slangen die uit de woestijn komen,
deze slangen bijten mensen, waardoor ze sterven.
Dan houdt Mozes een koperen slang op een stok.
Iedereen die er naar kijkt wordt genezen.
Dit is de transformatie.
Jezus zegt: “Wees voorzichtig met de slangen.”
Het Griekse woord betekent eigenlijk wijs, maar, dat kon
door de kerk niet op die manier vertaald worden, want
slangen konden niet wijs zijn, ze waren des duivels.
In deze zin bedoelt Jezus: durf fouten te maken, dat is
de weg om een wijs mens te worden.
Zo ontwikkel je je innerlijke wijsheid.
Hoe komt het dat de kerk met schuld, straf
en zonde is begonnen?
In catechismus 1 staat dat we in zonde zijn geboren
en ontvangen en dat we negens anders toe in staat zijn
dan zonde bedrijven.
Hoe komt dat?
Kinderen ervaren het als hun schuld als de gewone orde
verstoord wordt. Ze denken bijvoorbeeld dat het hun
schuld is als ouders van elkaar scheiden.
De mens werd steeds meer van de geestelijke wereld
afgesneden. De mens voelde zich verweest en in de
steek gelaten. Toen kwam het onvolwassen en kinderlijke
denken van; ik zal er wel de schuld van zijn.
Nu, in deze tijd moeten we dit denken loslaten,
het denken van schuld en zonden, we moeten onze eigen verantwoordelijkheid op ons nemen.
In de Gnostische geschriften staat dat er geen zondeval ís!
In het boek van Nag Hamadi staat dat het juist een bedoelde
weg is om van God naar de materie af te dalen en vandaar uit
weer met bewust zijn naar God.
De Meester zegt:” Er is geen zonde.”
Door de exoterische uitleg van deze Bijbelteksten werd de
vrouw ondergeschikt aan de man, de geheimenis werd
vergeten.
In Deuternomium 24: 1 staan de wetten van Mozes.
In Matth. 24 : 1 staat dat wanneer iemand een vrouw heeft genomen en gehuwd heeft, dan mogen er scheidbrieven
worden overhandigd als hij iets onbehoorlijks aan haar heeft gevonden. Een rabbi heeft er later concrete voorbeelden van gegeven. Zo mocht een man van zijn vrouw scheiden als zij
de soep had laten aanbranden.
Wat heeft Jezus met deze traditie gedaan?
Jezus had mannen en vrouwen als zijn discipelen.
Allen werden geschikt bevonden voor geestelijke zaken.
Maria Magdalena was zelfs de apostel der apostelen,
zij had de hoogste inwijdingsgraad bereikt.
Jezus antwoordt de farizeeërs in Matth. 19: 3 als zij hem
vragen wanneer het geoorloofd is een vrouw weg
te zenden met:
“Wat God heeft samengevoegd scheidde de mens niet!”
Het vlees stond symbool voor gemeenschap.
Dit antwoord was voor de meeste van zijn discipelen
een stap te ver, zij bleven steken in de traditie zoals
Mozes het hen had gegeven.
In Lucas 8 : 2 wordt verhaald van Maria Magdalena,
van wie 7 boze geesten zijn uitgedreven.
De kerktraditie legde dit uit dat zij wel heel erg gezondigd
had en overspel had gepleegd.
De 7 boze geesten staan voor de 7 inwijdingen die zij had ondergaan. Deze inwijdingen hoorden bij de oude
mysterietraditie. Tijdens de inwijdingen werden negatieve
ego-krachten afgelegd. De 7e inwijding was de hoogste
inwijding. Daarmee was Maria Magdalena
Apostel Apostolerom.
Johannes was de discipel met de hoogste inwijdingsgraad
van de mannen, hij had 6 inwijdingen ondergaan.
Eva is de man voorgegaan in de materie, nam de aarzelende
man mee richting wijsheid.
Eva wordt ook Sophia genoemd: Goddelijke Wijsheid.
Eva vertegenwoordigde het hoogste goddelijke principe.
zowel Eva als Maria Magdalena zijn zeer wijze vrouwen,
door de kerktraditie zijn ze als hun tegenpool voorgespiegeld, namelijk als verleidster.
Ook nu zie je in esoterische kringen meer vrouwen dan
mannen, zij gaan voorop in de grote wending.
De vrouw is ontvankelijker. De man wordt door zijn verstand gebarricadeerd, maar wordt door de vrouw meegenomen.
(Grote meesters komen altijd in de rol van de man, omdat
mannen het meeste invloed hebben in onze wereld.)
Jezus probeert een einde te maken aan die vrouw-onvriendelijkheid, het lukt nog niet.
De kerkvaders hebben het negatieve vrouwbeeld ook niet
kunnen ontkrachten, in tegendeel zij deden er vaak nog een schepje bovenop. De man was zelfs het beeld van God,
de vrouw zeker niet. Zelfs Paulus sprak niet over de discipel
van Jezus: Maria Magdalena.
De inwijdingsweg
De beelden en schilderijen uit de Christelijke kerken zijn
bedoeld als weg tot inwijding. Door naar het beeld te kijken
raakt er iets in jezelf. De volgende inwijdingsstappen kom je
in beelden en schilderijen tegen:
1. De voetwassing
Dit is de eerste stap van de inwijding.
Jezus ging op witte donderdag in het ordehuis van de
Essencen met zijn discipelen de maaltijd gebruiken.
In die tijd liep men op sandalen en lag men aan de tafel.
Het was dus een goede gewoonte om voor de maaltijd
de voeten te wassen. Dit werd gedaan door een slaaf of
degene die het laagst in rang was.
Jezus wil de voeten van zijn leerlingen wassen.
Petrus tekent hiertegen protest aan. Toch wast de Meester
de voeten van zijn leerlingen.
Jezus wil ze bedanken voor hun hulp, ook al lieten ze hem
juist op essentiële momenten in de steek.
Voor ons geldt dat wij dank je wel kunnen zeggen tegen
de duistere ervaringen in ons leven. Ben je bereid om toe
te groeien naar dankbaarheid.
De zijstap in deze inwijding gaat over vergeven.
Dat betekent dat je zover leert groeien om de nare ervaring
die de ander jou heeft toegedaan kan loslaten.
Voor vergeven zijn 2 mensen nodig, ook in de ander moet
iets fundamenteels veranderd zijn om tot vergeving, loslaten
te komen. Soms zijn meerdere levens nodig om tot echte
vergeving te komen. Als het nog van binnen sputtert, dan
ben je er nog niet. Uiteindelijk is het de bedoeling dat er
van twee kanten uit vergeven kan worden.
2. De geseling
Jezus wordt gebracht naar Pontius Pilatus, daar wordt
Jezus gegeseld. Hij duldt en verdraagt.
Als je door het leven gegeseld wordt heb dan geduld;
eens zal je het besef krijgen wat de betekenis ervan was.
Soms is het goed om even te verstarren, maar blijf niet in verharding en verbittering.
De weg in deze inwijdingsstap is: wat doe ik als moeilijke ervaringen mij in dit leven treffen?
3. De dorenkroning
Jezus is in de Hof van Pontius Pilatus en krijgt een
doornenkroon op. Jezus wordt bespot voor het meest
heilige wat hij bracht. Daar waar Hij voor gekomen is,
wordt bespottelijk gemaakt. Jezus de Meester zwijgt.
Hij neemt ook niet terug wat hij ooit zei.
Hoe reageer jij als heilige dingen van je worden bespot?
Hoe trouw blijf je aan je innerlijk weten en voelen?
Durf je te staan voor wat je van binnen voelt?
4. De Meester hangend aan het kruis.
Dit is het oerbeeld geworden van het Christendom.
Jezus spreekt hier 7 kruiswoorden.
Eén daarvan is:
“Vader vergeeft het hen, want ze weten niet wat ze doen.”
Jezus wordt niet helemaal het lijden, er is een plek dat
onaangetast blijft Dit beeld gaat over het lichamelijk en
geestelijk lijden. Je bent meer dan het lijden, meer dan
die ziekte, meer dan die handicap, je bént het niet!!
“Ik heb verdriet, maar ik bén geen verdriet”.
5. De mystieke dood: Jezus sterft aan het kruis.
We krijgen te maken met dood in het leven,
ook de geestelijke dood. Dit zijn ervaringen waaraan
je geestelijk dood gaat.
Die dood heeft zin, want het biedt de doorgang naar
het echte leven. Door verandering kom je in een ander leven.
Ben je bereid er zo naar te kijken? Het gaat om de omvorming
van ons ego naar het Goddelijke Zelf.
Jezus zegt: “De graankorrel brengt grote vrucht voort
als het sterft.”
5. De graflegging
De leerlingen van Jezus leggen hem in de rotsgraf
van Arimathea.
Hier gaat het om, of je de achterliggende zaken echt hebt losgelaten. Zo niet, dan sta je nog niet echt open voor
nieuwe dingen. Zo kon de vrouw van Lot niet ontsnappen
aan Sodom en Gomorra, want ze keek om.
Zij kon nog niet loslaten.
Het oude moet je helemaal begraven hebben, voordat je
aan iets nieuws kan beginnen. Als je een droom hebt waarbij je jezelf dood in de kist of in het graf ziet liggen, dan is meestal de betekenis dat je oude zaken aan het begraven bent, aan het loslaten bent en dat je open staat voor het nieuwe.
6. De opstanding
Maria Magdalena ontdekte als vrouw, als hoogst ingewijde, de opstanding van Jezus. Zij vertelde het aan de andere leerlingen.
Als je droomt over kleine kinderen, dan kan de betekenis ervan
zijn dat er nieuwe aspecten in je tot leven willen komen.
Er mag iets nieuws in jou open gaan. In het begin kan dat heel
eng zijn, want je bent de controle over jezelf kwijt. Johannes tekende deze beelden heel schematisch. In ons leven kunnen
deze stappen door elkaar heen lopen. Wij zijn meer dan een schema. Het zijn doorgangen naar nieuw leven.
Alles heeft zin.
“Drukking van de melk brengt boter voort!”
Hans Stolp