Esoterische geheimen in de Bijbel

De Bijbel

Eens werd ons, eeuwen geleden nu al, een heel bijzonder

boek in handen gelegd. Door vroegere generaties werd

het vol eerbied ‘Het Boek der boeken genoemd,

het Woord van God, of, in het Latijn, ‘Verbum Dei.’

In dat boek stonden de mysteriën van Jezus Christus

beschreven, zoals de incarnatie van de kosmische

Christus in de mens Jezus bij de Doop in de Jordaan.

Ook vertelt het in beeldende taal over de mysteriën

van het Kruis. Dat mysterie van het kruis:

het Boek der boeken, leert ons dat Jezus Christus

zijn kruisdood zijn Verheerlijking noemt.

Hangend aan het kruis riep Hij uit: mijn God,

mijn God, wat hebt Gij mij verheerlijkt.

Ook de raadselachtige afdaling van de Christus

na zijn dood tot in het hart van de aarde staat erin

beschreven.

Het is, alsof we nu pas beginnen door te dringen

tot de vele Mysteriën die in dit Boek der boeken,

versluierd, beeldend, werden opgetekend.

Eeuwenlang mochten alleen geestelijken het Boek

der boeken lezen. Hoe zou een gewoon mens immers

al die ondenkbare Mysteriën kunnen begrijpen?

De meeste geestelijken begrepen die zelf niet eens!

Maar toen de boekdrukkunst werd uitgevonden

en de mens zelfbewuster werd, nam hij zelf het

Boek der boeken ter hand.

Hij wilde zich voeden met de rijke inhoud ervan.

Maar hij kwam daarbij niet verder dan de buitenkant

van alles wat dit Boek der boeken ons leren wil.

Daarom legde hij na een paar eeuwen teleurgesteld

dit Boek terzijde.

Gelukkig zijn er grote gidsen en Meesters

die ons leren dit Boek der boeken opnieuw ter hand

te nemen en oog te krijgen voor de vele verborgen

geheimen die dit Boek bevat.

Lang duurde het voordat de mens zich het nodige

inzicht daartoe verwierf.

Maar toen voltrok zich een wonder: dat oude,

versmade Boek, de Bijbel, het werd tot een nieuwe schat,

een gids naar een nieuw en ongekend geestelijk leven.

Zo beginnen we te ontdekken dat de Bijbel,

het Boek der boeken dat vele generaties voor ons

geïnspireerd heeft, in wezen een Mysterieboek is.

De bijbel herontdekken op een dieper niveau…

Graag wil ik met dit artikel een nieuwe rubriek beginnen.

In de volgende delen wil ik steeds een tekst uit de bijbel

nemen en laten zien, wat de geheime of verborgen

betekenis van die tekst is. Ik begin met een merkwaardige

uitspraak in ‘De brief van Judas’ een vrij onbekende brief

uit het Nieuwe Testament.

De tekst in De brief van Judas 1 : 9 luidt zo:

Toen de aartsengel Michaël in een woordenwisseling met

de duivel twistte om het lichaam van Mozes, waagde hij

het niet over diens lasterlijke taal een oordeel te vellen,

maar hij zei: ‘de Heer moge u bestraffen!’

Het is een merkwaardige Bijbeltekst.

Want waarom maken Michaël en Lucifer, de esoterische

naam voor de duivel, eigenlijk ruzie? Om het dode lichaam

van Mozes. Maar, wat moet je nu met zo´n dood lichaam?

Is dat zo´n hoog oplopend conflict waard?

Want dat het hoog oploopt, maakt de tekst wel duidelijk:

Michaël zou het liefst Lucifer willen vervloeken.

Een vervloeking hield in die tijd niet slechts een paar woorden

in, maar betekende een daadwerkelijke vernietiging van Lucifer.

De ruzie gaat echter niet over het dode, fysieke lichaam van

Mozes, maar om zijn etherische lichaam, een van zijn beide

geestelijke lichamen. (Zie voor een toelichting op de diverse lichamen van de mens mijn boek: ‘Jezus van Nazareth’).

Immers, na onze dood, als we ons fysieke lichaam hebben losgelaten, leggen we vervolgens ook ons etherische lichaam

af en daarna ons astrale lichaam.

Deze beide lichamen vallen vervolgens uiteen, net als ons

fysieke lichaam, en keren terug tot de stof, waaruit ze eens gekomen zijn: ons fysieke lichaam wordt tot aarde,

ons etherische lichaam wordt tot etherische stof en ons

astrale lichaam tot astrale stof.

Bij Mozes ligt dat echter anders: hij is een van de grootste ingewijden en met zijn inwijdingskrachten heeft hij zijn

beide geestelijke lichamen zo omgevormd dat deze niet

vergingen na zijn dood, maar intact bleven.

Daardoor gebeurde het dat het etherische lichaam van

Mozes na zijn dood rond bleef zweven in de etherische

wereld. Daar werd het, dankzij de hoge lichtkrachten die

het bevatte, tot een bron van inspiratie voor de mensen

op aarde: allerlei helpende krachten gingen ervan uit

naar de mensen op aarde toe. Het was als een ster die

de mensen verlichtte bij hun weg op aarde.

Daar kwam nog dit bij: Mozes had een heel bijzonder

etherisch lichaam. Het was hem namelijk geschonken

door de grote ingewijde Zarathustra die omstreeks

5000 voor Christus de grondlegger was van de Perzische

religie waarvan ook nu nog steeds sporen te vinden zijn

in het Zoroasterianisme.

Zarathustra was een bijzonder mens die met kop en

schouders boven de andere mensen uitstak. Hij was een

directe leerling van de heilige Rishis die de overlevenden

van Atlantis naar (het huidige) India hadden gebracht en

daar een heel nieuwe cultuur hadden gegrondvest.

Deze Zarathustra had zijn beide geestelijke lichamen na

zijn dood af gestaan: zijn etherische lichaam schonk hij,

in latere tijd, aan Mozes en zijn astrale lichaam aan

Hermes Trismegistos, de grote Egyptische ingewijde.

Op die manier kon zijn inspiratie direct doorwerken in

de Joodse en in de Egyptische cultuur.

Het was dus een heel bijzonder etherisch lichaam dat Mozes

na zijn dood in de etherische wereld achterliet: het bevatte

zowel de hoge geestelijke krachten van Zarathustra, als die

van hemzelf. Daardoor kon dit etherisch lichaam tot een

grootse bron van licht, van inspiratie en van inzicht voor

de mensen worden. Maar waarom wilde Lucifer, de duivel,

dit lichaam zo graag hebben? Omdat hij zich dan in dit

etherische lichaam aan de mensen op aarde zou kunnen manifesteren. En als hij zich dan met behulp van dit

etherische lichaam als een lichtgestalte aan de mensen

zou manifesteren, zou dat de mensen die hem waarnamen,

een diep gevoel van geluk geven: hij zou hen immers in

een stralend licht, het licht van Zarathustra en van Mozes verschijnen. Daardoor zouden de mensen natuurlijk meteen

in hem geloven en hem aanbidden.

Het was een geniale manier en een geniaal plan van Lucifer

om de mensen op die manier aan zich te binden.

Hoezeer dit alles ons ook verbazen kan, toch is het

eigenlijk niet zo vreemd want, tot op de dag van vandaag

is vrij algemeen bekend gebleven, dat de duivel zich aan

de mensen kan voordoen als een engel van licht.

We hebben er echter nooit over nagedacht hoe hij dat dan

wel zou kunnen doen; hij is immers zelf de belichaming

van donkere krachten en hoe hij ons dan zou kunnen misleiden.

De tekst uit de brief van Judas licht een klein tipje van de

sluier op. Want om ons te kunnen misleiden en als een

lichtgestalte aan ons te kunnen verschijnen, heeft de duivel natuurlijk een vermomming nodig: de omhulling van een

stralend etherisch lichaam van een grote ingewijde.

Alleen met behulp van een dergelijk lichaam zou hij ons op

een dwaalspoor kunnen brengen en ons kunnen misleiden.

Nu was er nauwelijks een etherisch lichaam te bedenken dat

meer lichtkracht bezaten meer ontroering teweeg bracht in

de mensenharten dan het etherisch lichaam van Mozes.

Daarom wilde Lucifer zo graag de beschikking krijgen over

dat etherische lichaam van Mozes en had hij er een conflict

met Michaël voor over.

En waarom werd Michaël zo boos?

Omdat Michaël de grote wegbereider is van Christus.

In deze tijd verschijnt Christus aan steeds meer mensen

vanuit de etherische wereld als een stralende lichtgestalte.

Zijn verschijningen zijn een uiterlijk teken van iets innerlijks:

dat de Christus nu in ons hart geboren wil worden als ons

hoger zelf. Maar Lucifer wil natuurlijk helemaal niet dat de Christuskracht in onze harten geboren wordt: dan raakt hij

zijn invloed op ons kwijt. Via ons ego kan hij ons namelijk gemakkelijk manipuleren en wel via onze angsten,

teleurstellingen, agressie en ga enzovoort.

Maar als ons hoger zelf, onze innerlijke Christuskracht

geboren wordt, raakt hij zijn invloed op ons kwijt, omdat

ons hoger zelf niet vatbaar is voor de machinaties van

Lucifer en diens donkere krachten.

Ter illustratie: jren geleden,de gebeurtenis in Alphen aan

de Rijn is alleen maar mogelijk doordat Lucifer, samen met Ahriman, de kans kreeg heel direct op de schutter in te

werken en door hem heen te werken.

Om dat dreigende verlies van zijn invloed op ons tegen te

gaan, zocht Lucifer natuurlijk naar de beste manier om de

geboorte van Christus in ons hart en zijn verschijning aan

ons te verstoren. En hoe kan hij dat beter doen dan door

zelf als een lichtgestalte te verschijnen, vol licht en

liefdeskracht? Hoe kan hij dat beter doen dan door op een

zelfde manier is Christus te verschijnen?

Wie dit alles overdenkt, begrijpt, waarom het conflict tussen Michaël en Lucifer over het etherisch lichaam van Mozes

zo hoog kon oplopen!

Maar, zoals dat zo vaak in de bijbel gebeurt, zulke ingrijpende gebeurtenissen als dit conflict worden alleen maar met een

paar woorden aangeduid, haast tussen neus en lippen door.

Ze zijn bedoeld voor degenen die oren hebben om te horen

en ogen om te zien wat er in deze tijd écht gaande is.

Maar, wie het niet kan begrijpen, die leest er gewoon

overheen, zoals de theologie dat nu bijvoorbeeld al

eeuwenlang doet.

Maar het stáát er wel in de brief van Judas, al is het maar

met een paar woorden waar je zo aan voorbij leest.

Met opzet staat het er zo kort en bondig. Want op deze

manier lezen de mensen die het niet begrijpen kunnen,

er over heen en ergeren ze zich niet aan wat velen van hen

maar onzinnig en onbegrijpelijk zullen vinden.

Maar, ook al is het kort en bondig, het staat er wel!

En eens komt de tijd, en ik denk dat het onze tijd is, waarin

steeds meer mensen ziende en horende zullen worden en

op zoek zullen gaan naar de verborgen geheimen in de

bijbel om zo tot een dieper inzicht in het geheim van onze

tijd te komen.

Dat geldt echter niet voor dat deel van ons etherische en

astrale lichaam dat wij zelf met behulp van onze Christuskracht ofwel de kracht van ons hoger zelf hebben omgevormd en ons eigen hebben gemaakt: dat gedeelte van die lichamen vergaat

niet, maar blijft bestaan.

Het was ook deze Zarathustra die later incarneerde in het kind Jezus, over wie het Evangelie van Mattheus vertelt.Esoterische geheimen in de bijbel II

Paulus en zijn nieuwe helderziendheid

Mijn genade is u genoeg

De eerste preek die ik ooit, nu al lang geleden, in een kerk mocht uitspreken – ik was nog student – hield ik in de Gereformeerde

kerk van Stadskanaal in Groningen. Nog altijd zie ik mezelf daar staan en zie ik al de gezichten van de kerkgangers voor mij. Ook weet ik nog precies, over welke bijbeltekst ik toen heb gepreekt. Het was namelijk een tekst die mij al sinds mijn vroegste jeugd

diep raakte, zodat het voor mij vanzelfsprekend was dat ik over

die tekst mijn eerste preek zou maken.

Op de een of andere manier, die ik pas veel later ging begrijpen, was die tekst niet alleen het motto van Paulus, maar herkende ik

in de woorden uit die tekst: Mijn genade is u genoeg, de leidraad voor mijn eigen leven. Het zijn woorden die deel uitmaken van

een tekst die geschreven staat in de Tweede Brief aan de

Korintiërs, 12 : 7 – 9. Paulus schrijft daar: Daarom is mij, opdat ik

mij niet te zeer zou verheffen, een doorn in het vlees gegeven,

een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet te zeer zou verheffen. Driemaal heb ik de Heer hierover gebeden, dat hij van mij zou aflaten. En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich

eerst ten volle in zwakheid.

Paulus heeft kennelijk behoorlijk last van iets dat hij niet nader omschrijft, maar waarvan hij alleen maar duidelijk maakt dat hij

er erg onder lijdt. Hij duidt die pijnlijke last aan als een doorn

in het vlees, en zelfs als een engel van de satan, ofwel een Ahrimanische engel die op hem inbeukt.

Hij heeft er zo’n last van dat hij tot drie keer toe aan God om verlossing vraagt. God neemt hem echter die last niet af, maar geeft Paulus zijn hulp, Zijn genade, om die last te kunnen dragen. Want alleen als je je onmachtig voelt, zegt God, en geen uitweg weet, zul je in staat zijn te ontdekken dat er een diepere kracht in jou leeft, die niet uit jouw eigen wil of jouw ego voortkomt, maar die uit diepere lagen, ja, zelfs uit hogere werelden afkomstig is:

de kracht van het hoger zelf, of van de innerlijke Christus.

Dat is de ware kracht die zich pas openbaart als de muren

van het ego zijn gevallen.

Ik denk dat deze ervaring van Paulus voor velen van ons herkenbaar is: juist als je het niet meer ziet zitten en niet meer

weet hoe je verder moet gaan, gebeurt er soms iets bijzonders. Juist dan kun je namelijk die diepere, zo heel andere kracht

ervaren die in het verborgene in ons leeft. Een kracht die ons geschonken wordt. Toen ik werkelijk helemaal aan het einde

van mijn krachten was en dacht dat er nog maar één uitweg

was, vertelde een oudere man die zijn vrouw had verloren en

zich eenzaam voelde, de uitweg van de zelfgekozen dood en

toen ik mij daarom van louter verdriet aan de wanhoop overgaf, toen gebeurde het. Ik voelde hoe andere krachten mij plotseling begonnen te doorstromen en mijn hart vervulden.

De tranen liepen over mijn gezicht en het was, alsof nieuwe levenskrachten mij toestroomden en een nieuw vertrouwen mij begon te vervullen. Vreemd was dat: toen ik het eindelijk opgaf

en niet meer krampachtig naar een oplossing zocht, juist toen werden mij de krachten geschonken waardoor ik verder kon gaan. Krachten die kennelijk diep van binnen leefden en die ik nu pas begon te ervaren. Waarschijnlijk had mijn ego al die tijd die

diepere krachten afgeschermd, zodat ik ze me nooit eerder

bewust was geworden. Maar nu het ego eindelijk aan het einde

van zijn krachten gekomen was, ontstond er ruimte voor die

andere krachten die achter en onder het ego verborgen liggen:

de krachten van het hoger zelf.

Helderziendheid als gevolg van een ziekte…

Waarom confronteerde God Paulus met die doorn in het vlees

en met die Ahrimanische engel? Paulus geeft zelf het antwoord: opdat hij niet hoogmoedig zou worden. Een hoogmoed die zou kunnen ontstaan door de bijzondere helderziende ervaringen die hij kort tevoren had gekregen. Paulus vertelt in de derde persoon over die helderziende ervaringen, dus alsof hij over een ander spreekt, maar alle uitleggers nemen aan dat Paulus hierbij in feite over zijn eigen ervaringen vertelt:

Ik ken een met Christus verbonden mens, veertien jaar geleden is het, of het in het lichaam of buiten het lichaam was, weet ik niet, God weet het, toen werd deze mens weggerukt tot in de derde hemel. En ik weet van diezelfde mens, of hij in het lichaam of

buiten het lichaam was, weet ik niet, God weet het, dat hij weggerukt werd naar het paradijs en onuitsprekelijke woorden vernam, die een mens niet mag nazeggen.

(2 Korintiërs 12 : 2–4, (vertaling Ogilvie)

Het waren zulke bijzondere ervaringen dat ze een mens

gemakkelijk tot een gevoel van uitverkoren zijn en tot

hoogmoed konden verleiden, wist Paulus.

Daarom dus die doorn in het vlees en die Ahrimanische engel.

Vele latere bijbeluitleggers en theologen konden overigens niet veel met de helderziende ervaringen van Paulus:

helderziendheid werd eeuwenlang als iets gevaarlijks gezien, en wordt in de kerkelijke wereld, n het algemeen gesproken, nog steeds gewantrouwd. Daardoor kwam het dat theologen en

andere bijbeluitleggers meenden dat de helderziendheid van Paulus waarschijnlijk het gevolg was van de een of andere ziekte, zoals epilepsie. En dus dachten zij dat het een dergelijke ziekte

was, waarop Paulus met de doorn in het vlees doelde.

Oude en nieuwe helderziendheid

Volgens de esoterische traditie ligt het anders en is het zeer opvallend wat Paulus hier vertelt over zijn helderziendheid.[1]

Tot twee keer toe voegt hij er namelijk aan toe dat hij niet weet

of hij deze helderziende ervaringen opdeed ín het lichaam of

juist búiten het lichaam. Het feit dat Paulus dat tot twee keer

toe nadrukkelijk herhaalt, laat zien dat deze opmerking kennelijk belangrijk is. En dat is hij ook!

De oude helderziendheid, zoals die in de voorchristelijke tijd

op de mysteriescholen beoefend werd, was namelijk een helderziendheid die alleen buiten het lichaam mogelijk was.

De leerlingen leerden zó aan zichzelf te werken dat ze met hun

ziel uit hun lichaam konden treden. Eenmaal (min of meer) los

van hun lichaam, waren ze in staat ervaringen in de geestelijke wereld op te doen. Die uittreding werd mogelijk, als ze in trance raakten; maar gebeurde ook wel tijdens de slaap.

De vroegere helderziendheid was er dus een buiten het lichaam,

als de ziel zich van het lichaam had losgemaakt. Dat wist Paulus daarom zo goed, omdat hij ook zelf een ingewijde was, en dus precies wist wat de leerlingen op de mysterieschool leerden.

Maar de helderziende ervaringen, waar Paulus nu over spreekt, waren anders.

Bij deze ervaringen was Paulus niet in trance geraakt. Evenmin waren ze hem tijdens zijn slaap overkomen. Nee, hij had ze opgedaan bij vol bewustzijn. Zijn ziel was in zijn lichaam

gebleven en was zich dus bewust gebleven van wat er om hem heen gebeurde, maar tegelijk had zijn ziel kunnen schouwen in

de geestelijke wereld. Dat was verwarrend. Vandaar dat Paulus

zegt: of ik nu in mijn lichaam was, of daarbuiten, dat weet ik niet, dat weet God alleen.

Nu vertelt de esoterische traditie dat Paulus met deze vorm van helderziend waarnemen iets bijzonders meemaakte: hij was de eerste die op deze nieuwe manier, volbewust, terwijl zijn ziel in

het lichaam was, mocht schouwen. Deze nieuwe vorm van schouwen was eerst sinds de komst van Christus naar de aarde,

en zijn belichaming in de mens Jezus, mogelijk geworden.

Maar wat hield deze nieuwe vorm van helderziend waarnemen

dan wel in? Die hield in dat de ziel van Paulus weliswaar in het lichaam bleef, maar dat zij zich tegelijk zo kon verwijden, of zo groot kon maken, dat zij tot ver buiten het lichaam kon reiken. Daardoor kon Paulus zich zowel van de aardse wereld bewust blijven, als zich bewust worden van de geestelijke wereld.

Een heel bijzondere, unieke ervaring, waarmee Paulus mocht

laten zien hoe de toekomstige helderziendheid zou zijn.

En waarom kon de ziel van Paulus dat nu ineens?

Dat kwam, doordat Paulus voor de poort van Damascus

Christus helderziend had mogen waarnemen Bij deze zo ingrijpende gebeurtenis was zijn hoger zelf, ofwel: zijn innerlijke Christus, gewekt. Dankzij de kracht van dit hoger zelf kon zijn ziel nu bij vol bewustzijn uitreiken tot ver buiten het lichaam en kon

zij daardoor bij vol bewustzijn ervaringen in de geestelijke wereld opdoen.

Paulus als een te vroeg geborene

Het was wel bijzonder wat Paulus met deze nieuwe

helderziendheid mocht ervaren. Hij mocht namelijk iets

meemaken wat voor alle andere mensen pas veel later, en

voor velen pas in deze tijd mogelijk wordt.

Dit is immers de tijd, waarin het gordijn tussen de zichtbare

en de onzichtbare wereld doorzichtig wordt.

Dat maakt het mogelijk dat steeds meer mensen helderziende ervaringen opdoen, iets wat in allerlei tv-programma’s duidelijk

werd. Daarbij gaat het, als het goed is, om ervaringen op de

nieuwe manier: dus bij vol bewustzijn, en niet door een uittreding. Dat laatste was immers de oude manier.

Dankzij Paulus zijn we ons dus bewust geworden van het verschil tussen de oude en de nieuwe helderziendheid!

Paulus wel een ontijdig geborene genoemd, ofwel: een te vroeg geborene. Met die term wordt iets bijzonders bedoeld. Hij mocht namelijk in zijn tijd al iets meemaken, wat voor alle andere mensen pas veel later mogelijk zou worden. Het was zijn opdracht om dat toen al te ervaren en aan ons door te geven, zodat wij nu, nu de nieuwe helderziendheid begint te ontwaken, het verschil zouden kennen tussen de oude en de nieuwe helderziendheid.

Dankzij dit inzicht is het, denk ik, nu ook duidelijk, waarom het volgens de esoterische traditie niet juist is om mensen in deze

tijd in trance te brengen om ze op die manier buiten zichzelf te

brengen. Evenmin is het juist om hun ziel op een andere manier

los te maken van het lichaam, zodat deze daardoor bepaalde ervaringen in de geestelijke wereld kan opdoen. Dat is immers

de oude helderziendheid die buiten ons dag bewustzijn omgaat. Maar de nieuwe helderziendheid is juist bedoeld als een ervaring bij vol bewustzijn, zodat we deze ook met ons denken kunnen bevatten en doorgronden. En om dit laatste gaat het: dat we nu,

nu het gordijn opengaat, leren om zelf de verantwoordelijkheid

te dragen voor onze helderziende ervaringen. We mogen niet zeggen: ja, dat heb ik nu eenmaal in de geestelijke wereld te horen gekregen, dus zo is het, nee, we zullen zelf met ons denken en met ons inzicht moeten toetsen of het ook juist is, wat onze helderziende ervaringen ons vertellen.

Het offer van Paulus

Het was wel een offer van Paulus om al in zijn tijd, als een te

vroeg geborene, die nieuwe helderziendheid van de mens uit de twintigste en de eenentwintigste eeuw te ervaren en zo aan ons door te geven. Waarom?

Omdat hij, om die nieuwe helderziendheid te kunnen ervaren,

zich alvast het bewustzijn van de mens uit die toekomstige tijd eigen moest maken.[2] En dus moest Paulus de angst van de moderne mens doorleven, diens eenzaamheid, het korte lontje,

de lichamelijke en geestelijke verharding en al die andere

donkere gevoelens die met het leven in deze tijd gepaard gaan.

En dat was werkelijk een offer, omdat de mens toen nog heel anders was en zich veel meer geborgen voelde dan wij.

Paulus kreeg dus van de Ahrimanische engel die hem belaagde,

de, huidige, Ahrimanische gevoelens van angst, eenzaamheid, boosheid en verharding mee. Hij moest met die gevoelens zien

te leven en het daarin zien uit te houden, terwijl niemand anders

in zijn omgeving begreep wat hij doorleefde.

Als er dus iemand is die zich eenzaam gevoeld moet hebben,

moet het Paulus wel geweest zijn. Heel begrijpelijk dus dat Paulus tot drie keer toe aan God om verlossing bidt. Maar God neemt

hem die gevoelens niet af: die horen nu eenmaal bij zijn opdracht om de nieuwe helderziendheid te doorleven en die in zijn brieven aan ons door te geven.

Het geschenk van Paulus

Over geen enkel onderwerp in de Bijbel is er in de loop der

eeuwen meer geschreven dan over de zogenaamde doorn in het vlees van de apostel Paulus. Alle mogelijke kwalen of handicaps,

of wat een mens maar kan verzinnen ter verklaring van die doorn, zijn in de loop der tijden wel geopperd. Tot aan epilepsie, homofilie, een ongeneeslijke ziekte en bezetenheid aan toe. Dat kwam omdat langzamerhand elk inzicht in de esoterische geheimen die in de bijbel besloten liggen, verloren was gegaan.

Gelukkig worden die in onze tijd weer toegankelijk, en beginnen allerlei Bijbelse verhalen daardoor op een hele nieuwe manier voor ons op te lichten. Paulus: hij bracht een offer. Het offer om ver voor zijn tijd de gevoelens van de moderne mens te doorleven. Alleen door dit offer werd het geschenk mogelijk dat hij ons gaf: inzicht in het onderscheid tussen de oude en de nieuwe helderziendheid. [3]

Voor mij persoonlijk is dit een belangrijk geschenk geweest, waardoor ik de helderziende ervaringen die mijzelf overkwamen, kon plaatsen en begrijpen. Aan Paulus dank ik daarmee ook het inzicht dat mij helpt om te zien welke vormen van helderziendheid zinvol zijn, en welke niet. In de moderne tijd mag het immers niet meer buiten ons bewustzijn en dus buiten ons denken omgaan.

We moeten nu ook zelf de verantwoordelijkheid voor die ervaringen dragen, en dat kan alleen, als ik ze bewust ervaar

en met mijn denken verhelderen kan.

Alleen al voor deze inzichten ben ik Paulus tot in het diepst van mijn ziel dankbaar!