Heiligdom

Er is een plek van binnen,
niet gezien en niet gehoord,
die niemand kent dan jij alleen.
Een plek waar stilte heerst,
een heiligdom.

Slechts ongeschoeid,
op blote voeten, de handen leeg,
het hart geschoond,
mag je haar betreden.

Er is een plek van binnen
die je geeft wat je niet zoekt,
die je vinden laat wat ongeweten
eens verloren was geraakt.
Wie klopt in onbevangenheid
zal mogen binnengaan.

Er is een plek van binnen,
niet gezien en niet gehoord,
waar leven is en licht,
waar alle schijn verbleekt, versterft,
tot overblijft wat echt is:
dat zuivere begin dat was en is
en tot in eeuwigheid zal blijven;
god in God.

Er is een plek van binnen,
niet gezien en niet gehoord.
Wie klopt zal worden toegelaten,
zal zien: het stralende gelaat
van hem die ons bewoont,
de innerlijke Christus.