Eeuwen geleden werd ons een bijzonder boek in handen gelegd. Door vroegere generaties werd het vol eerbied “Het Boek der boeken” genoemd, het Woord van God, of in het Latijn Verbum Dei.
In dat boek staan de Mysteriën van Jezus Christus beschreven: de incarnatie van de kosmische Christus in de mens Jezus bij de Doop in de Jordaan, en de Mysteriën van het Kruis. Het Mysterie van het Kruis leert ons dat Jezus Christus zijn kruisdood als zijn Verheerlijking beschouwde. Hangend aan het kruis riep Hij: “Mijn God, mijn God, wat hebt Gij mij verheerlijkt.”
Ook de raadselachtige afdaling van de Christus na zijn dood tot in het hart van de aarde wordt daarin beschreven. Het is alsof wij nu pas beginnen te begrijpen wat in dit Boek der boeken, versluierd en beeldend, werd opgetekend.
Eeuwenlang mochten alleen geestelijken het Boek lezen. Hoe zou een gewoon mens immers al die ondenkbare Mysteriën kunnen begrijpen? De meeste geestelijken begrepen ze vaak zelf niet eens.
Met de uitvinding van de boekdrukkunst en het groeiende zelfbewustzijn van de mens, nam hij het Boek der boeken zelf ter hand. Hij wilde zich voeden met de rijke inhoud, maar bleef steken bij de oppervlakte van wat het boek ons wilde leren. Teleurgesteld legde hij het na een paar eeuwen weer terzijde.
Gelukkig zijn er grote gidsen en Meesters die ons leren dit Boek opnieuw ter hand te nemen en oog te krijgen voor de verborgen geheimen die het bevat. Langzaam maar zeker verwierf de mens het nodige inzicht, en voltrok zich een wonder: het oude, versmaadde boek, de Bijbel, werd een nieuwe schat, een gids naar een ongekend geestelijk leven.
Zo ontdekken we dat de Bijbel, het Boek der boeken dat vele generaties inspireerde, in wezen een Mysterieboek is.
Hans Stolp
