Het Esoterische Christendom: wat is dat eigenlijk?
De esoterie door de eeuwen heen
- Tot ca. 3000 v.Chr.
Eeuwenlang bestond er een direct weten en een directe verbinding met de geestelijke wereld. - Na het verval van helderziendheid
Ingewijden hielden de verbinding met de geestelijke wereld levend en werden opgeleid op mysteriescholen. - Rond het begin van onze jaartelling
De mysteriescholen hielden langzaam op te bestaan; velen waren gedevalueerd en niet meer betrouwbaar. - De gnostische geschriften
Verborgen kennis uit de mysteriescholen werd openbaar gemaakt via de gnostische geschriften. - Vierde eeuw
De gnostische geschriften werden uitgeroeid en esoterische kennis verdween grotendeels. - Ondergrondse esoterie
Eeuwenlang kwam esoterie slechts sporadisch naar boven, bijvoorbeeld bij de Katharen, Bogomielen, Manichaeërs en later via personen als Jacob Boehme, Swedenborg, Lorber en Johannes Greber. - Moderne heropleving
- 1875: oprichting van de Theosophical Society door Madame Blavatsky.
- 1913: Rudolf Steiner begint de Antroposofische beweging, die in 1923 tot de Antroposofische Vereniging wordt omgevormd.
Zo komt esoterie weer openbaar en wint in de 20e eeuw langzaam bekendheid bij bredere lagen van de bevolking.
Vijf kenmerken van de moderne esoterie
- Zelfverantwoordelijkheid
Wij zijn zelf verantwoordelijk voor ons leven. Karma werkt volgens Paulus: “Wat een mens zaait, zal hij ook oogsten” (Galaten 6:7). Dit geldt niet alleen in dit leven, maar ook in volgende levens. - De weg naar binnen
Laat uiterlijke autoriteiten los en vind zelfinzicht. Ontmoet je schaduw en verbind geweten en weten. Jezus leidde mensen via de Zaligsprekingen naar deze innerlijke weg. - Essentie van groei
Het leven draait om ontwikkeling, ook geestelijk. Gevolgen:- Loslaten is essentieel.
- Waarheden zijn betrekkelijk; vandaag denk je anders dan morgen.
- Onze beelden van God zijn altijd ontoereikend.
- Wijsheid is nooit definitief; groei gaat door tot het einde van ons leven.
- Een bijzondere tijd
We leven in het IJzeren Tijdperk, een cruciale overgang. Bewustwording van ons hoger zelf of de innerlijke Christus wordt nu mogelijk. De weg van afdaling in materie eindigt; een opstijgende weg van vergeestelijking begint. - Goddelijk bewustzijn
Jezus zei: “Jullie zijn goden” (Johannes 10:34). Esoterisch Christendom benadrukt onze toekomstige grootheid, niet onze onmacht zoals in traditionele kerkelijke leer.
Kenmerken van het Esoterisch Christendom
a. De Christus incarneert in Jezus
Jezus is een mens zoals wij, maar bij de doop in de Jordaan belichaamt de kosmische Geest van de Liefde, de Christus, zich in hem. Het uiteindelijke doel van evolutie: ons ontwikkelen tot broers en zusters van Jezus Christus, die ons uitnodigt naast Hem op de troon te zitten.
b. Intieme band met de Christus
- De innerlijke Christus: geboorte van de Christus in ons hart.
- De uiterlijke Christus: openstaan voor zijn verschijning aan ons.
Innerlijk en uiterlijk gaan samen; dualiteit is een kernprincipe van het universum.
De Zonnegeest en de wereldreligies
- Rishi’s (Indische ingewijden): zien de Zonnegeest als scheppende kracht van liefde, die ooit de aarde zal verbinden met het menselijke Ik.
- Zarathoestra (Perzië): Ahoera Mazda, die het kwaad zal overwinnen.
- Job en Boeddha: ontvingen lichtkrachten van de naderende Zonnegeest.
- Essenen en Johannes: Johannes noemt de Zonnegeest het Woord of de Logos, belichaamd in Jezus bij de doop: “Het Woord is mens geworden”.
Alle esoterische religies beschrijven op hun eigen manier de afdaling van de Zonnegeest (Christus) naar de aarde.
De incarnaties van de aarde
- Zeven grote incarnaties van de aarde: Saturnus, Zon, Maan, Aarde, Jupiter, Venus en Vulcanus.
- Huidige incarnatie: vierde, het na-Atlantische tijdperk, onderverdeeld in zeven tijdvakken: Indisch, Perzisch, Egyptisch-Chaldeeuws, Grieks-Romeins, Christelijk (huidig), zesde en zevende tijdvak.
- Huidig Christelijk tijdvak: 1413 – 3573 na Christus.
Ontstaan van het exoterisch Christendom
Keizer Theodosius (392): maakt Christendom staatsgodsdienst.
Oer-christendom (tot 313): behoud van Mysteriën via Essenen; tijd van martelaren en snelle verspreiding.
313: Edict van Milaan door keizer Constantijn, godsdienstvrijheid voor Christenen.
Kerk wordt politiek en juridisch, met nadruk op zonde, schuld, straf, en pauselijke macht.
Concilies (4e-5e eeuw): Nicea, Constantinopel, Efeze, Chalcedon – leer vastgelegd.
Keizer Julianus Apostata (360): poging om Mysteriën en Zonnegod te verbinden met Christendom, mislukt.
Hans Stolp
