Johannes, hij bemoedigt ons…
Verbannen naar een grot op een klein,
onooglijk eiland, ontvangt Johannes
juist daar, in de stilte, de verlatenheid
n de eenzaamheid, een groot geschenk:
de hemel gaat open en een stroom van
beelden, van veelzeggende visioenen,
trekken aan zijn innerlijk oog voorbij.
En Johannes, hij ziet en verstaat.
De beelden spreken tot hem, hij weet
zich geraakt tot in het diepst van zijn ziel.
Nooit eerder was een mens in staat in zijn
beperkte waakbewustzijn deze grootse,
wereldomvattende beelden in zich op te
nemen. Maar dankzij het geschenk van het
hogere zelf, het ware Ik dat hij van Christus
ontvangen mocht, is hij als eerste der mensen
in staat met zijn aardse, beperkte denken
deze beelden naar hun diepste, hun ware
betekenis te begrijpen en te doorvoelen.
Johannes dicteert de beelden aan
Prochorus, zijn leerling en discipel.
Terwijl hij dicteert, ziet hij de beelden
weer voor zich.
Allereerst dat van de Mensenzoon:
zo zullen wij eens mogen worden,
een mens aan Christus gelijk. Johannes
huivert van ontroering: zo groots is het
wat hem geopenbaard en onthuld wordt.
Hij ziet ook het Lam Gods te midden van
vier dieren. En weer ziet Johannes en
begrijpt: de mens ontwikkelt zich van
groepswezen tot een mens in wie
de Christus zelf, het Lam, leeft en spreekt.
Hij ziet ook de vele ontwikkelingsstadia
waar de mens nog doorheen zal gaan.
Maar hij ziet ook de beproevingen die deze
groei en ontwikkeling teweeg zullen brengen.
Zal de mens de zin ervan begrijpen, of zal hij
blijven steken in eindeloos herhaald: waarom?
Johannes huivert opnieuw en heel zijn hart
gaat uit naar allen die hem lief zijn.
Hij wil ze aansporen en bemoedigen:
houd vol, want wat je doorleeft heeft een
diepe zin! Niets is immers zinloos!
Johannes, nog altijd staat hij naast degene
die zijn Apocalyps begrijpen wil, leven wil.
Voel maar, hoe hij het is die ons bemoedigt!
Hans Stolp
