De zeven christelijke jaarfeesten:
Het Michaëlsfeest – op 29 september
Kerstmis – op 25 december
Epifanie – op 6 januari
Pasen – op de eerste zondag na de eerste volle maan in de lente
Hemelvaart – 40 dagen na Pasen
Pinksteren – 50 dagen na Pasen
Johannesfeest – 24 juni
Johannesfeest laat ons de toekomst zien
Het (esoterische) christendom kent zeven grote jaarfeesten. Op 24 juni vieren we het laatste van die zeven feesten: het Johannesfeest. Alle zeven worden ze – de een wat meer dan de ander – gekoesterd als tekenen van hoop in een wereld die zo snel lijkt te verloederen. In een kader bij dit artikel ziet u dat de reeks begint met het Michaëlsfeest in de herfst en eindigt met het Johannesfeest in de zomer.
Als laatste van de zeven jaarfeesten wijst het Johannesfeest naar de verre, verre toekomst van de mensheid. Het wil ons bewust maken wie – en hoe – wij zullen worden, als we ons leven na leven verder ontwikkeld hebben, Christus achterna. Dat het Johannesfeest nu nog een vrij onbekend feest is, wil in feite alleen maar zeggen dat we onze handen al meer dan vol hebben aan het verwerven van inzicht in de zes grote feesten die eraan voorafgaan. Daardoor lukt het ons nauwelijks om zover vooruit te kijken als nodig is om ons van die grote toekomst bewust te worden.
Toch wil ik in dit artikel een poging wagen het Johannesfeest wat dichterbij te brengen. Maar ik waarschuw u nu al: het is stevige kost. Maar als je het begint ‘te pakken’, is het zo groots! Zo ervaar ik het zelf tenminste.
Zeven grote inwijdingen of ontwikkelingsstappen
Je zou de zeven jaarfeesten kunnen zien als zeven grote inwijdingen die zowel de mensheid in haar geheel, als de enkele mens (in het verloop van zijn vele levens) zal doormaken. Dat betekent, anders gezegd, dat de jaarfeesten de grote ontwikkelingsstappen tot uitdrukking brengen die de mensheid vanaf de komst van de Christus naar de aarde zal doorlopen.
Tweeduizend jaar geleden, bij de Doop in de Jordaan, incarneerde de kosmische Christus zich in de mens Jezus van Nazareth. Drie jaar later, toen Jezus Christus stierf op Golgotha, werd de Christus op aarde geboren. De Christus daalde daarbij af in de aarde en werd de geest van de aarde. Ook legde hij zich met Pinksteren als een kiem of een zaad in de harten van de mensen neer.
Daarmee begon een heel nieuw ontwikkelingsproces op aarde. De mens was ver weggezakt in de wereld van de materie en was de verbinding met de geestelijke wereld bijna helemaal kwijtgeraakt. Maar nu, dankzij de incarnatie van Christus op (en in) de aarde, werd er een heel nieuwe ontwikkelingsweg mogelijk, die de aarde en de mensheid stap voor stap weer zullen verbinden met de geestelijke wereld. De zeven jaarfeesten verbeelden daarbij de zeven stappen op die weg. En van die zeven stappen is het Johannesfeest de laatste. Zo gezien is het duidelijk dat de toekomstige inwijding waar het Johannesfeest op wijst, groots en overweldigend is, het slotstuk van een miljoenen jaren durende ontwikkeling.
Moeder aarde ademt in en uit
Het Johannesfeest heeft allereerst te maken met het natuurritme. De aarde is een levend wezen en kent een inademing en een uitademing. Die in- en uitademing van de aarde gaat veel trager dan bij een mens: zowel de inademing, als de uitademing duurt een half jaar. Samen nemen zij dus een vol jaar in beslag. Heel het leven op de aarde, en dus ook heel de natuur wordt door dit ritme bepaald: de lente, zomer, herfst en winter worden mogelijk door dit ademritme van moeder aarde.
Daarbij hebben de in- en uitademing allebei hun eigen kwaliteit: de uitademing is een manier van de aarde om zichzelf tot uitdrukking te brengen: expressie – een expressie die zelfs leidt tot extatische vreugde. De inademing is daarentegen juist een vorm van concentratie en inkeer.
De inademing van moeder aarde
De inademing van de aarde begint bij de zomerzonnewende op 21 juni. Direct daarna valt het Johannesfeest op 24 juni. Het Johannesfeest vormt dus de overgang naar dat proces van concentratie en verinnerlijking. De aarde heeft haar wezen (of haar ziel) tot ver in de kosmos uitgeademd en beleeft de kosmische extase die daardoor mogelijk wordt: duizelingwekkend groots zijn de kosmische geheimen die zij nu ervaren mag. Een extase die tot uitdrukking komt in de uitbundigheid van de natuur. Maar nu begint de ziel van de aarde zich weer in de aarde terug te trekken en gaat zij langzaam over tot een bezinning op het eigen wezen. Extase gaat geleidelijk over tot inkeer.
Wij mensen nemen – meestal onbewust – deel aan dat proces: ook wij leven in de tijd van het Johannesfeest in een sfeer van uitbundige gerichtheid op de wereld buiten ons: bijvoorbeeld op de natuur en op andere mensen en culturen die we in de zomervakantie bezoeken. Maar vanaf de zomer, vanaf het Johannesfeest, zal langzaam een proces van verinnerlijking en concentratie op gang komen. In het verloop van een half jaar wordt de concentratie steeds sterker en intenser.
Dat proces – en daarmee de inademing – duurt tot aan de winterzonnewende op 21 december. Ofwel tot aan het kerstfeest dat direct daarna op 25 december gevierd wordt. De concentratie van de aarde en de mens op het eigen wezen is dan het sterkst. De aarde heeft haar ziel tot diep in de aarde teruggetrokken. En ook de mens leeft in die tijd in een sfeer van inkeer. En wat kan de mens dan beleven met Kerst? De bewustwording van het goddelijke kind dat in ons leeft, ofwel de kracht van de innerlijke Christus. Dat besef leeft in die tijd zo sterk in ons dat we ons met Kerst meer dan ooit vol eerbied bewust kunnen worden van de geboorte van de innerlijke Christus in ons.
In de dagen na Kerst tot aan 6 januari – wanneer Epifanie gevierd wordt: de incarnatie van de Christus in de mens Jezus van Nazareth bij de Doop in de Jordaan – wordt deze opperste concentratie als het ware even vastgehouden. Daarom vallen in die periode ook de twaalf heilige nachten en is de innerlijke verbinding met de geestelijke wereld sterker dan ooit. Velen ervaren juist in die tijd in hun dromen, in hun meditaties en in de plotseling opdoemende beelden de leiding die vanuit die wereld tot ons komt. Direct na Epifanie begint dan de uitademing en wordt de concentratie langzaam losgelaten.
De uitademing van moeder aarde
Vanaf Epifanie begint moeder aarde dus uit te ademen. De aarde laat de gerichtheid op het eigen diepste wezen langzaam weer los en richt zich op de grote kosmos buiten haar. Daarbij komen stap voor stap de kosmische krachten vrij die de ziel van moeder aarde bij haar inademing heeft meegenomen vanuit kosmische verten. Het zijn deze kosmische krachten die de natuur op moeder aarde nu in staat stellen opnieuw in vruchtbaar leven uit te barsten. Zo kunnen bomen en struiken dankzij dit kosmische geschenk in de lente weer uitlopen en kunnen deze ons in de zomer en de nazomer voedsel en vruchten schenken.
Als de uitademing in de tijd van het Johannesfeest voltooid is en de ziel van de aarde in kosmische verten vertoeft, wordt in de midzomernacht de extatische vreugde gevierd die bij het hoogtepunt van de uitademing hoort: met vreugdevuren en dansfeesten. Shakespeare schreef daar al over in zijn komedie A Midsummer Night’s Dream (Een midzomernachtsdroom). Het nachtelijke feest had plaats in het bos: het bos is een symbool van wildheid, van extase en van een ongeremde seksualiteit, wat zowel bevrijdend als angstaanjagend kan zijn. Het is de extase van het hoogtepunt van de uitademing van moeder aarde die op die manier ook door de mens wordt beleefd.
Het mysterie van Johannes de Doper
We zien dus dat het Johannesfeest verbonden is met extase en daarmee met het beleven van de grote kosmische geheimen die in de sterrenwereld besloten liggen. Daarmee raken we aan het tweede mysterie van het Johannesfeest. Want aan wie is dit feest eigenlijk gewijd? En wiens naam draagt dit feest? Dat is Johannes de Doper. Hij, die door Jezus Christus de grootste der mensen wordt genoemd.1
Maar waarom wordt hij zo genoemd? Omdat hij alle krachten in zich heeft opgenomen die het aardse leven de mens in die tijd maar schenken kon. Hij was een incarnatie van de grote profeet Elia, en bovendien de groepsziel van Israël. Daarom paste zijn geestelijke wezen nauwelijks in zijn fysieke lichaam en zweefde zijn astrale lichaam, zoals zieners konden waarnemen, voor een groot deel buiten zijn lichaam. Waarachtig dus een groot mens in wie alle wijsheid van de groep (en dus van de groepsziel) leefde!
Omdat hij voor een deel buiten zijn lichaam leefde, kon hij ook gemakkelijk uittreden en kon hij met zijn ziel tot in kosmische verten reiken. Extase was zijn wezen, net zoals de aarde bij de zomerzonnewende.
Maar nu de Christus naar de aarde was afgedaald en de geest van de aarde was geworden en zich als kiem had gelegd in de harten van de mensen, nu moest de mens niet langer naar kosmische verten reiken om met de goddelijke wereld verbonden te worden. Nu moest de mens integendeel leren om in te keren in zichzelf, om daar, vanbinnen, de Christusgeest te ontdekken en tot leven te wekken.2 Een nieuwe wereld begint – en Johannes de Doper? Hij moet, als de grootste van de oude wereld plaats maken voor een ander, en wel voor de man die in zijn jonge jaren Lazarus genoemd werd.
Het geheim van Lazarus.
Johannes de Doper stierf op jonge leeftijd, kort nadat hij Jezus in de Jordaan gedoopt had. Maar hij keerde al spoedig op een bijzondere manier terug: in Lazarus, de rijke jongeling die een intieme vriend van Jezus Christus was. Door zijn intieme omgang met Jezus Christus was de Christusgeest ook in hem gewekt en tot leven gekomen. Nu ging het erom dat deze geest leven na leven zou groeien en krachtiger zou worden en hem zodoende nieuwe vermogens zou schenken. Dat is immers de weg die wij allemaal mogen gaan. Maar bij Lazarus ging dat anders. Maar hoe dan wel?
Lazarus was door Jezus Christus zelf ingewijd. De Bijbel beschrijft zijn inwijding uitvoerig in het Evangelie van Johannes.3 Het was een inwijding die ruim drie dagen duurde. Drie dagen, waarin Lazarus uit zijn lichaam trad, de geestelijke werelden binnenging en daar opklom tot duizelingwekkend hoge werelden. Het was daar, dat hij de geest van Johannes de Doper ontmoette.
En toen gebeurde er iets bijzonders. Iets dat haast te groot is voor ons denken: want daar, in de geestelijke wereld, werden die twee tot één. Daarbij incarneerde Johannes de Doper zich gedeeltelijk in Lazarus. Incorporatie wordt dat genoemd. Toen Lazarus dan ook na drie dagen terugkeerde in zijn lichaam, kwam hij terug als een ander mens: de nieuwe vermogens die Johannes de Doper in de geestelijke wereld verworven had, leefden nu in hem. Daarom kreeg deze bijzondere leerling van Jezus Christus ook een nieuwe naam: de naam Johannes.
Wij worden allemaal eens een Johannes
Zo werd er bij de inwijding van Lazarus een heel nieuw mens geboren: de Johannes die wij ooit eens allemaal mogen worden. Maar wat is dan dat nieuwe, dat uitzonderlijke in deze nieuwe mens? Dit: Johannes de Doper mocht zich na zijn dood in de geestelijke wereld alvast de nieuwe vermogens verwerven die wij ons allemaal ooit, eens, in de verre toekomst eigen mogen maken.4 Dat zijn heel bijzondere vermogens die Johannes de Doper de hoogste vorm van liefde schonken, een onvoorstelbare vredeskracht en die hem de kracht gaven om werkelijk ál het donker om te vormen tot licht. Dat was alleen mogelijk voor deze mens die immers de grootste der mensen was. Het zijn deze duizelingwekkend grootse vermogens die nu werkzaam konden worden in Lazarus-Johannes, in wie hij geïncorporeerd was. Hoe moeten we dat zien?
Lazarus was de mens die alle vermogens in zich droeg die een mens zich in die tijd maar kon verwerven door de vele lessen op aarde. Maar Johannes de Doper die in hem incarneerde, schonk – zoals we zagen – aan Lazarus de nieuwe vermogens die wij pas in de toekomst verwerven zullen. Door dat geschenk werd Lazarus tot de nieuwe Johannes. En deze Johannes, hij is het beeld van de mens die wij allemaal eens mogen worden! Hij is het beeld van de voltooide mens. Dat is het geheim dat wij op het Johannesfeest mogen vieren: dat uitzicht op de verre toekomst. In Lazarus-Johannes (in wie Johannes de Doper werkt en leeft) mogen wij de mens zien die wij ooit, eens worden zullen! De voltooide mens.
Duizelingwekkend groots
Duizelingwekkend groots is het, wat ik hier in een paar woorden schets. En het zal u, net zoals dat mij verging, veel tijd kosten om u dit mysterie van het Johannesfeest stapsgewijs eigen te maken. Maar het is onze inzet wel waard. Want wie iets van dit mysterie begint te begrijpen, vindt daarin een diepe troost en een voortdurende bemoediging. Er wacht ons immers werkelijk een grootse toekomst: eens zullen we allemaal een nieuwe Johannes mogen worden, een mens van waarachtige vrede en volkomen liefde. Dat is het, waar het Johannesfeest ons op wijst!5
Mattheüs 11: 11
2 Zie voor een verdere toelichting op het leven van Johannes de Doper Emil Bock, Keizers en Apostelen, Uitgeverij Christofoor, 1997, blz. 135 en volgende
3 Zie Johannes 11
4 De nieuwe vermogens die Johannes de Doper aan Lazarus-Johannes schonk, waren zijn bewustzijnsziel, zijn geestzelf, zijn levensgeest (van Zarathoestra gekregen) en zijn geestmens (van Aristoteles gekregen). Johannes de Doper kon deze laatste twee vermogens in de geestelijke wereld ontvangen omdat hij zelf op aarde zijn bewustzijnsziel en zijn geestzelf al ontwikkeld had. Daardoor was hij werkelijk de grootste der mensen!
5 Zie voor een verdere toelichting op het geheim van de twee Johannessen (de Doper en Lazarus die later tot Johannes werd) het boek van Loek Dullaart: Johannes, De Doper & De Evangelist, Christofoor, 2006
3