Het geheim van de twee Jezuskinderen

Deel I

Al eeuwenlang zit de theologie in haar maag met het feit

dat het Evangelie van Mattheus hele andere verhalen

over Jezus vertelt dan het Evangelie van Lukas.

Die verhalen spreken elkaar zelfs in heel wat opzichten

tegen.

Zo is het kind Jezus in het Mattheus evangelie geboren

vóór de dood van koning Herodes, en het kind in Lukas

eerst ná de dood van Herodes.

Zo zijn er veel meer gegevens in de beide evangeliën

die elkaar grondig tegenspreken. Hoe is dat nu toch

mogelijk? De theologen kwamen er in de voorbije

eeuwen niet uit en laten dit probleem tegenwoordig

dan ook maar links liggen: niemand weet het immers

op te lossen?

De esoterische traditie leert ons echter, dat waar zich

in de heilige teksten zoals de bijbel tegenstrijdigheden

voordoen die zich maar niet laten oplossen, er een

esoterisch geheim achter die tegenstrijdigheden

verborgen ligt.

In dit geval het feit dat er 2000 jaar geleden niet één

Jezus in Bethlehem geboren werd, maar dat er twee

kinderen met die naam geboren werden.

Het kind uit Mattheus stamt van Abraham af en is

een incarnatie van Zarathustra: het beschikte daarom

over alle belangrijke aardse kennis en aardse wijsheid.

Het kind uit Lukas daarentegen was nooit eerder

geïncarneerd en was één en al liefde, tederheid en

kwetsbaarheid, het was een hemels kind.

Hoe is het verder met die kinderen gegaan?

En welk van die twee werd degene die op dertigjarige

leeftijd de Christusgeest in zich op mocht nemen en

naar de aarde dragen? Welk kind was degene die

stierf aan het kruis en die weer opstond aan de dood?

Het geheim van Jezus die de Christus werd, blijkt

zoveel groter te zijn dan we ons ooit gerealiseerd

hebben.

Maar als je er wat langer bij stil staat, realiseer je

je al gauw dat dat eigenlijk ook heel logisch is:

in hem kwam immers de allerhoogste (!) goddelijke

Geest van de liefde, de Christusgeest naar de aarde.

Op deze bijzondere themadag verbinden wij ons

met een open hart met dit grootse geheim en

overdenken stap voor stap de verschillende facetten

van dit geheim.

Aanbevolen voor allen die de moed hebben

om anders en nieuw te denken!

deel II

Hoe de goddelijke liefde op aarde geboren werd

Ter overweging vooraf…

Johannes 21 : 25: Er zijn ook vele andere dingen die Jezus

volbracht heeft. Als die een voor een beschreven zouden

worden, dan zou de wereld de boeken niet kunnen bevatten

die te schrijven waren.

Volgens Hebreeën 10 : 5 zegt de Christus tegen God:

Gij hebt mij een lichaam bereid…

Jacob Böhme zegt dat het geheim van de mens Jezus

nóg moeilijker te begrijpen is dan het geheim van de Christus.

De twee Evangeliën, Mattheus en Lucas, vertellen over de

geboorte van de mens Jezus, de twee andere Evangeliën,

Marcus en Johannes, vertellen alleen over de geboorte

van de Christus in de mens Jezus bij de doop in de Jordaan.

Waarom moest dit geheim zolang geheim blijven?

Omdat het alleen te begrijpen is wanneer je een innerlijk

gevoel voor de geestelijke wereld hebt ontwikkeld en

inzicht hebt in de wetten van karma en reïncarnatie.

2. Het gaat om een oud geheim.

In 1909 bracht Rudolf Steiner het weer in de openbaarheid.

Maar terugkijkend zien we dat Leonardo da Vinci het

geheim van de twee Jezuskinderen al kende, net als Rafaël

en Michelangelo bijvoorbeeld.

Ook was het bij de Essenen -Dode Zeerollen, 1947- nog

bekend: ze spreken over een koninklijke Messias die komen

moet en een priesterlijke Messias.

Daarnaast blijkt dit geheim ook bekend in het vroege

christendom -Nag Hammadi, 1945- zie ook de kerkvader

Hippolytus; later echter ging het ondergronds, omdat het

door de kerk tot verboden kennis werd verklaard.

Ook wordt verteld dat er behalve deze twee Messiassen in

die tijd ook een grote profeet zal opstaan; in deze profetie

herkennen we Johannes de Doper.

Zelfs wordt in het apocriefe Evangelie van de Egyptenaren

verteld dat het heil in de wereld zal komen als de twee één

worden.

Er waren overigens niet alleen twee Jezuskinderen en een

grote profeet, Johannes de Doper, maar ook twee moeders

die beide Maria genoemd werden: de moeder der aardse

wijsheid en de moeder der hemelse liefde.

3. Opvallende verschillen tussen Mattheus en Lukas.

Het verschil tussen het Mattheuskind en het Lukaskind:

het kan haast niet anders dan dat het twee verschillende

kinderen zijn. Ze hebben verschillende stambomen;

in de stamboom in Mattheus staan 15 (!) koningen

genoemd, in de stamboom in Lukas slechts één.

Bovendien gaat de Matheus-stamboom terug tot Abraham,

de Lukas-stamboom daarentegen tot Adam.

Ze hebben een verschillende grootvader: Mattheus: Jakob,

Lukas: Eli.

De woonplaats is verschillend: de Mattheus-familie woont

in Bethlehem, de geboorteplaats van koning David,

de Lukas-familie woont in Nazareth, een nederzetting,

vergelijkbaar met een klooster, van de Essenen.

De vaders zijn totaal verschillend: de Mattheus-vader Jozef

is een ongekroonde koning, een sterkte figuur die steeds de

leiding neemt en tot drie keer in zijn droom berichten krijgt

van een engel. De Lukas-vader is een onopvallende figuur,

een timmerman; hij komt uit de eenvoudige burgerij en

speelt nauwelijks een rol.

In Mattheus staan koningen centraal; het Mattheus-kind is

dan ook een koningskind. In Lukas staan de tempel en de

priesters centraal; het Lukas-kind wordt dan ook wel een

priesterkind genoemd.

Mattheus vertelt over de drie koningen, de vlucht naar

Egypte en de kindermoord door koning Herodes.

Lukas vertelt over de herders, de besnijdenis en opdracht

in de tempel en de reactie van Anna en Simeon.

Het Mattheus-kind is geboren vóór de dood van koning

Herodes, het Lukas-kind ná de dood van koning Herodes.

Het Mattheus-kind heet ook wel het koningskind of het

Salomonische kind. Het Lukas-kind heet wel het priesterkind,

het herderskind of het Nathanische kind.

Conclusie:

Het lijkt in het Evangelie van Mattheus en dat van Lukas om

twee totaal verschillende kinderen te gaan.

4. Het verhaal van het koningskind Jezus

Het Mattheuskind of het Salomonische kind.

Vader Jozef, de ongekroonde koning van Israël, stond

in nauw contact met de priesters in Jeruzalem.

Deze wisten dat de Messias spoedig komen zou en geloofden

dat deze Messias een telg zou zijn uit het huis van David, en

dus een kind van Jozef moest zijn. Vaak herinnerden zij Jozef

aan de tekst uit het Oud-Testamentische boek Micha:

Uit u zal de leidsman voortkomen die mijn volk Israël hoeden

zal.

Omdat Jozef een oudere man was, een weduwnaar, regelden

de priesters een nieuw huwelijk voor hem: zij kozen

de tempelmaagd Maria uit als zijn toekomstige vrouw.

Maria was de dochter van Joachim en Anna: een kinderloos

echtpaar van voorname afkomst dat op hoge leeftijd als

door een wonder alsnog een kind kreeg: Maria.

Zij was een bijzonder kind: zelfstandig en wijs.

Bovendien had ze een regelmatige omgang met engelen

die haar voedende krachten gaven, zodat ze tijdenlang

zonder lichamelijk voedsel leven kon.

Kortom: Maria was ‘een oude ziel’, waarschijnlijk zelfs de

oudste: ze was een reïncarnatie van Eva!

Op vijftienjarige leeftijd wordt ze uitgekozen als bruid voor

de veel oudere Jozef, en het huwelijk wordt door de

priesters in de tempel voltrokken op een traditionele manier:

in een andere staat van bewustzijn.

Hun zoon, Jezus, wordt geboren in Bethlehem, waar zij al snel bezoek krijgen van drie priesterkoningen uit het Oosten, die

in hun zoon een reïncarnatie van Zarathoestra of Zoroaster

😊 gouden ster!) zien. Direct na dit bezoek vlucht Jozef met

zijn gezin naar Egypte, waar ze jarenlang wonen in Heliopolis.

Pas lang na de dood van Herodes keren ze terug naar Israël,

maar trekken zich terug in Nazareth om in stilte, onopvallend

te kunnen leven.

Daar, in Nazareth, ontmoeten ze het andere gezin: de Jozef,

Maria en Jezus van het Lukas evangelie.

5. Het verhaal van het priesterkind Jezus…

Het Lukaskind, het herderskind of het Nathanische kind

genoemd.

In Nazareth, in de gemeenschap van de Essenen, leven een

zekere Jozef en Maria -haar geheime naam was waarschijnlijk Sophia- als leken. Centraal in de leefwijze van de Essenen

stonden eenvoud, dienstbaarheid, bescheidenheid, het

bewaren van onschuld en kinderlijkheid.

Maria straalde dat alles uit: ze was een engelachtig wezen,

zuiver, onschuldig, puur en vol échte liefde. Van deze Maria

zijn geen berichten over haar afkomst bewaard: kennelijk is

haar hemelse afkomst belangrijker dan haar aardse.

Zij is een jonge ziel, ja, zelfs een van de jongste!

Wie was zij? Wie heeft zich in haar belichaamd? Ze wordt

wel genoemd de vrouw der vrouwen, het eeuwig-vrouwelijke,

de maagdelijk-moederlijke wereldziel. Ook wordt ze wel Isis

genoemd, Sophia en in het christendom de Heilige Geest.

In Maria belichaamde zich het hogere zelf van Eva, de Eva

van voor de zondeval…

Ze trouwde al op jonge leeftijd, ongeveer op haar twaalfde,

met Jozef, de timmerman. Kort nadat ze getrouwd is, bezoekt

de aartsengel Gabriël haar en zegent haar.

Hij kondigt de geboorte van een zoon aan.

Eerst gaat ze naar Judea, naar haar nicht Elisabeth; pas na

de bevalling van Elisabeth’s zoon Johannes komt ze terug.

Na een half jaar is er een volkstelling en moet ze samen met

Jozef naar Bethlehem. Daar wordt in een grot haar zoon

Jezus geboren. De herders die vlakbij bij hun kudde zijn,

worden verlicht door het licht van de engelen en bezoeken

Maria, Jozef en hun kind.

Wat voor kind is deze Jezus, dit herderskind?

Engelachtig, dromerig, verdwaald op aarde, vol pure onschuld

en waarachtige liefde. Maar ook een schutterig kind, onhandig, geen denker en prater, maar een dromer. Bij het opgroeien

maakt hij op anderen de indruk achtergebleven te zijn in zijn ontwikkeling. Hij is duidelijk een jonge ziel die kennelijk nooit eerder geïncarneerd was op aarde.

Wie heeft zich in hem belichaamd? Het hogere wezen van

Adam, ofwel het licht dat van Adam weg vlood toen hij uit

de hof van Eeden verdreven werd. Daarom dus ging de

stamboom van deze Jezus terug tot op Adam.

Maria en Jozef laten hun kind besnijden en dragen het

op in de tempel, waar de profeten Anna en Simeon hen

begroeten en het geheim van hun kind doorgronden en bevestigen.

Als ze eenmaal terug zijn in Nazareth, groeit hun zoon Jezus

daar op. Na een paar jaar komt ook het andere gezin uit

Egypte naar Nazareth en ontstaat er een diepe vriendschap

tussen de beide jongens en de beide ouderparen.

deel III

6. De twee families in Nazareth en een groeiende vriendschap

a) Voor de koninklijke familie uit Bethlehem was het,

na hun verblijf in Heliopolis, niet eenvoudig om zich aan

te passen aan het eenvoudige leven in Nazareth: ze

behoorden immers tot een aanzienlijke koninklijke familie

en moesten zich nu aanpassen aan de eenvoud van

een kloosterleven en dienstbaar leren zijn.

Ze spraken Hebreeuws en Aramees.

De koninklijke familie kwam met twee kinderen terug uit

Heliopolis; Jezus en Jacobus en kreeg in Nazareth nog

vijf kinderen. De leden van de familie waren intellectueel

nieuwsgierig, konden helder denken en stonden open en

actief in het leven.

b) De timmermansfamilie was eenvoudig, dromerig: Jozef,

Maria en Jezus waren vooral gevoelsmensen. Jezus bleef

het enige kind. Ze spraken grieks en aramees.

c) Tussen de beide Jezuskinderen ontstond al heel snel

een diepe vriendschap, hoe verschillend ze ook waren.

Misschien wel omdat ze zo verschillend waren.

Waarschijnlijk spraken ze met elkaar aramees, de taal die

ze beiden beheersten. Hun vriendschap heeft een diepe

inwerking op hen beiden: de oudste beschermt de jongste,

die hem meeneemt de natuur in.

De oudste, het koningskind, leert dankzij zijn vriend de

harte kracht in zichzelf te ontwikkelen.

De jongste, het herderskind, leert de waarde van denken

en van begrippen kennen. Zo betekent hun vriendschap

een groeien aan elkaar.

7. Het Paasfeest in de tempel

Als de jongste Jezus 12 jaar oud is, nemen zijn ouders hem

mee naar de tempel. Ook zijn vriend, de oudste Jezus en

zijn moeder gaat meed. De Koninklijke Jozef is kort tevoren

overleden. Maria, de engelachtige moeder van de jongste

Jezus, heeft voorgevoelens en is gespannen: ze voelt dat er

iets bijzonders ophanden is. Maar wat, dat weet ze niet.

Na drie dagen, als het feest voorbij is, gaan ze weer weg.

Maria is nog steeds gespannen, ook al is er niets gebeurd.

Na een dagreis ontdekt Maria dat haar zoon, de jongste

Jezus, er niet is. Als ze hem niet vinden, keren ze terug

naar Jeruzalem en vinden Jezus uiteindelijk in de tempel,

te midden van de theologen, priesters en geleerden.

Als Maria haar zoon ziet, schrikt ze intens: haar stille,

dromerige, teruggetrokken zoon discussieert met de

geleerden op voet van gelijkheid. Hij gebruikt moeilijke

woorden en heeft een inzicht die hem vroeger altijd ontbrak.

Voor Maria lijkt het, alsof de andere Jezus door hem heen

spreekt: die is immers de geleerde en de wetende van hen

beiden! Ze staat daar en kijkt, en voelt zich als door de

bliksem getroffen.

Wat is er gebeurd? De koninklijke Jezus was altijd gericht

op de Zonnegeest: zijn wezen, zijn energie, dát was het,

wat hij altijd zocht. En nu ineens – kwam het door de schok

van de reis? – voelde hij hoe de heilige energieën van de

Zonnegeest zijn vriend, de herdersjongen, omspeelde.

Zijn verlangen trok hem naar zijn vriend, en met heel zijn

wezen ging hij op in diens wezen. Uiteindelijk werd het

verlangen zo sterk dat hij zijn lichaam verliet en en zich

verenigde met het wezen van zijn vriend. Zó kon het

koningskind vanaf dat moment door zijn vriend, de jongste

Jezus, heen spreken. Vanaf dat moment kwijnt de oudste

Jezus weg en eenmaal thuis in Nazareth, dooft zijn levenslicht

en sterft hij. De twee zijn een geworden…

8. Het geheim van de doop in de Jordaan

Tussen zijn 12e en 30e jaar lijdt Jezus steeds intenser: hij ziet

hoe de mens steeds verder wegglijdt in de verlorenheid van

zijn onwetendheid. Zozeer zelfs, dat alleen nog de komst van

de Zonnegod hem kan redden. Een steeds intenser verlangen

om kanaal te mogen zijn voor de Zonnegod, de Christus,

vervult hem. Dan, in zijn 30e levensjaar, voelt hij, hoe hem iets ontvliedt en hoe hij dof, ja, haast wezenloos achterblijft: het

wezen van Zarathoestra, hem geschonken door zijn vriend op

zijn 12e jaar heeft hem verlaten. Maar dan, enige dagen later,

bij de doop in de Jordaan, daalt de Zonnegeest, de Christus

op hem neer en vervult hem. Nu wordt hij de drager van de Zonnegeest,

Jezus de Christus: Christoforus.

Eindelijk is het lichaam gereed dat God voor de Christus

toebereid heeft. Eindelijk kan de Hoogste Liefde daardoor

voet op aarde zetten. Eindelijk kan nu de eerste der mensen

door de ware liefde herschapen worden.

Hans Stolp