Het gevecht met de eenzaamheid deel I

1. Een moderne plaag

In januari 2018 nam Theresa May, de Engelse premier, een

Minister voor Eenzaamheid in haar kabinet op. Dat was een

wereldprimeur: zoiets was nog nooit eerder vertoond!

May stelde dat er sprake is van een eenzaamheidsepidemie:

meer dan 9 miljoen Britten hadden bij een recent onderzoek

aangegeven zich regelmatig eenzaam te voelen.

Opvallend is dat de onderzoekers de meeste ‘eenzamen’

aantrof en in de groep jongeren van 16 – 24 jaar, en dus

niet bij de groep oudere mensen, zoals meestal wordt

aangenomen. De Engelse minister voor eenzaamheid, Tracey

Crouch, gaat programma’s tegen eenzaamheid ontwerpen.

Op de regeringsbegroting wordt daarvoor geld vrijgemaakt.

In Nederland voelt, zo maakt onderzoek duidelijk, ruim 1

miljoen mensen zich eenzaam. Opvallend bij dat onderzoek

is dat met name 43% van de jongeren zich regelmatig

eenzaam voelt.

In het verleden werd (in Nederland) de Week tegen

Eenzaamheid geïntroduceerd; begin oktober 2018 werd

deze voor de negende keer gehouden.

Eenzaamheid wordt wel één van de moderne plagen

genoemd, een verwijzing naar de tien plagen van Egypte.

In 2013 werd in Rotterdam een vrouw in haar woning

gevonden die al tien jaar dood was. De buren waren

ontzet: niemand had iets gemerkt of geroken.

De ombudsman voor ouderen zegt: verhalen als deze

zullen steeds vaker opduiken.

In een Brits onderzoek wordt gesteld dat eenzaamheid

even schadelijk is als het roken van vijftien sigaretten

per dag. Ook blijken eenzame mensen 30% meer kans

op een hartaanval te hebben en loopt 26% van de mensen

die zich eenzaam voelen, het risico voortijdig te sterven.

Merkwaardig genoeg is eenzaamheid een taboe: veel

mensen schamen zich ervoor en durven er niet over

te praten. Ze hebben het gevoel dat het op de een of andere manier hun eigen schuld is. Er zijn ook wel mensen die dat suggereren; die zeggen bijvoorbeeld: Dan moet je maar wat

meer initiatief nemen en lid van de een of andere club worden

of vrijwilligerswerk gaan doen. Opmerkingen als deze maken

het nog moeilijker het gevoel van eenzaamheid te overwinnen.

Een studie van de universiteit van York stelt: Eenzaamheid

wordt de dodelijkste epidemie in onze maatschappij. Als

dat zo is, is het belangrijk ons af te vragen hoe we met de

eenzaamheid in ons leven zo kunnen omgaan dat we er niet

aan onderdoor gaan, maar er juist een innerlijke, geestelijke

winst op behalen. Want dat is het fascinerende: dat heel wat

mensen die door de diepste eenzaamheid zijn heengegaan,

stellen dat ze er uiteindelijk rijker door zijn geworden.

2. Wat is eenzaamheid eigenlijk?

Veel mensen weten vanuit eigen ervaring wat eenzaamheid is.

Opvallend genoeg omschrijven zij hun gevoelens echter heel

verschillend:

1. Zo wordt eenzaamheid regelmatig omschreven

als een gevoel van gemis: van een maatje, een partner

of van vrienden of vriendinnen. Zo zei iemand: Ik vier mijn

verjaardag nooit, want ik weet niet wie ik moet uitnodigen.

2. Anderen omschrijven het als het gevoel dat je er helemaal

alleen voor staat.

3. Weer anderen duiden het aan als de ervaring dat geen

mens geïnteresseerd is in hoe het met jou gaat.

4. Nog weer anderen spreken over een leeg gevoel,

of het gevoel dat je niet begrepen wordt.

5. Mantelzorgers zeggen wel dat de zorg die zij voor een

geliefde dragen in wezen te zwaar is; daardoor voelen zij

zich eenzaam, omdat er niemand is met wie zij deze zorg

delen kunnen.

Overigens is eenzaamheid iets heel anders dan alleen zijn.

Je kunt je bijvoorbeeld heel eenzaam voelen te midden

van een groep andere mensen, denk aan

familiebijeenkomsten, verjaardagspartijtjes of conferenties.

Maar je kunt je ook heel eenzaam voelen wanneer je samen

bent met iemand die totaal geen belangstelling voor jou

heeft, maar alleen voor zichzelf.

Deze vorm van eenzaamheid te midden van anderen wordt

zelfs ervaren als de meest schrijnende vorm ervan.

3. Wie voelen zich eenzaam?

Daarbij lijden mannen vooral aan sociale eenzaamheid

en vrouwen aan emotionele eenzaamheid. Emotionele

eenzaamheid ontstaat door het gemis van een hechte,

emotionele en intieme band met een ander: bijvoorbeeld

een vriendin, een broer of zus, of een partner.

Bij deze eenzaamheid gaat het dus om het gemis van iemand

met wie je je geheimen en je diepste gevoelens kunt delen.

Sociale eenzaamheid daarentegen ontstaat, wanneer je

minder contact met andere mensen hebt dan je zou willen:

collega’s, vrienden en/of familie. Hierbij gaat het dus vooral

om een sfeer van goedmoedige en warme kameraadschap

en verbondenheid die je mist.

Emotionele eenzaamheid wordt meestal als zwaarder ervaren

dan sociale eenzaamheid. Mensen die beide vormen van eenzaamheid doorleven, komen daardoor terecht in de

heftigste vorm van eenzaamheid

Een 45-jarige trambestuurder die ernstig ziek werd, kon

niet meer werken. Na zijn ontslag uit het ziekenhuis zat hij

alleen thuis. Hij zei: thuis valt er een deken van eenzaamheid

over me heen.

Een 53-jarige advocate werd ernstig ziek. Sindsdien lijdt ze aan

een blijvende vermoeidheid, zodat ze zeer beperkt is in haar mogelijkheden. Ze vertelt: Ik krijg wel steun uit mijn omgeving, maar uiteindelijk zit je alleen met je verdriet en pijn. Sommige mensen zeggen: je hoeft niet eenzaam te zijn, er zijn genoeg sociale activiteiten waaraan je kunt meedoen. Dat doe ik ook wel, maar dat neemt de eenzaamheid niet weg. Dat is alleen maar afleiding, want dat intense gevoel van eenzaamheid, diep vanbinnen, moet je zelf opruimen.

Deze beide voorbeelden maken duidelijk dat ziekte vaak tot eenzaamheid leidt. Maar er zijn ook andere factoren die eenzaamheid veroorzaken. Zo voelde een 45-jarige vrouw

zich al langere tijd eenzaam, maar ze begreep niet waar die

gevoelens vandaan kwamen. Tot ze begon te vermoeden

dat die voortkwamen uit haar jeugdervaringen.

Vanaf het moment waarop dat vermoeden in haar opkwam,

was het alsof ze een deur in haar innerlijk geopend had.

Steeds meer herinneringen kwamen naar boven, herinneringen waar ze al heel lang niet meer bij stilgestaan had. Ze vertelde:

Thuis voelde ik me als kind onveilig. Er was altijd een sfeer van

ruzie en zelfs wanneer er geen ruzie was, was ik op mijn hoede

en wachtte af tot de volgende ruzie uitbrak. Ook werd ik

geslagen en, zo zie ik achteraf, geestelijk mishandeld.

Dus trok ik me in mezelf terug en verstopte me zoveel mogelijk.

Op mijn 15e liep ik weg van huis. Weg uit die omgeving waarin

er geen plaats was voor mij, zeg ik nu, nu ik terugkijk. Maar ik

hield wel trauma’s aan die jeugdervaringen over, al had ik dat

heel lang zelf niet door. De gevoelens van eenzaamheid die ik

nu doorleef, komen daar vandaan.

Maar wie, ofwel welke mensen voelen zich nu eigenlijk

eenzaam?

1. Allereerst moeten we stellen dat ieder mens zich in zijn

of haar leven gedurende bepaalde periodes eenzaam voelt.

Het is belangrijk om je die ervaring en die periodes bewust

te maken en je af te vragen wat die betekend hebben voor

jouw leven.

2. Met name alleenstaanden rond de veertig jaar voelen

zich eenzaam, blijkt uit onderzoek. Denk aan mensen die

hun partner verloren door een scheiding of door de dood.

Velen ervaren het zo, alsof ze voor het eerst van hun leven

alleen komen te staan en nu (alsnog) moeten leren de

verantwoordelijkheid voor hun leven op zich te nemen en

dat valt nogal eens niet mee.

3. Een andere groep mensen, bij wie vaker dan bij anderen

van eenzaamheid sprake is, zijn de mensen boven de

vijfenzeventig jaar. Zij krijgen vaak te maken met een

opeenstapeling van gebeurtenissen die eenzaamheid in

de hand werken. Ze verliezen bijvoorbeeld hun partner aan

de dood. Daarnaast verliezen ze door overlijden dierbare

familieleden en leeftijdgenoten. Ook een afnemende

vitaliteit veroorzaakt eenzaamheid: ze kunnen er minder

gemakkelijk op uit trekken om allerlei activiteiten te

ondernemen. Bovendien krijgen velen op die leeftijd te

maken met fysieke kwalen of ongemakken; daarnaast

regelmatig ook met een minder goed verstandelijk

functioneren, wat natuurlijk eveneens tot een zekere

eenzaamheid leidt.

4. Anderen die regelmatig met eenzaamheid te maken

krijgen, zijn jongeren. Met name hoog gevoelige of

hoog sensitieve jongeren en/of degenen die ‘anders’ zijn.

Merkwaardig genoeg zien we in spotjes van de overheid

en andere organisaties die zich met eenzaamheid

bezighouden dat hun aandacht vooral gericht is op oudere

en alleenstaande mensen, maar veel minder of niet op

jongeren. Terwijl juist bij deze groep de problematiek hand

over hand toeneemt.

4. Hoe ontstaat eenzaamheid eigenlijk?

• In de jeugd wordt meestal de basis gelegd voor de latere

gevoelens van eenzaamheid. En wel bij die jongeren

die nooit eens een arm om de schouder gelegd krijgen,

of die geen erkenning krijgen en die het gevoel hebben

niet gezien te worden: hun eigenlijke wezen (dus: wie ze

eigenlijk, diep van binnen, zijn) wordt niet gezien.

Dit overkomt natuurlijk heel wat jongeren, maar het

overkomt met name kinderen die anders zijn, ofwel de

jongeren die een andere levenshouding dan doorsnee

hebben. Zij krijgen vaak met onbegrip te maken: niet

alleen buiten de deur, maar ook thuis. Voor hun gevoel

is er geen ruimte voor hun eigenheid, ofwel, zoals dat

meestal genoemd wordt: de authenticiteit van het kind

wordt niet erkend.

Natuurlijk leidt dit gebrek aan bevestiging bij het kind tot

onzekerheid en tot angst voor afwijzing. En dus probeert

het kind zich aan te passen aan wat de anderen kennelijk

van hem verwachten. Hij houdt zich in, verraadt het eigen

wezen en wordt eenzaam. Want de diepste eenzaamheid

ontstaat waar een mens zijn eigenwaarde verloren heeft.

Anders gezegd: eenzaamheid ontstaat waar een mens het

contact met het eigen hoger zelf is kwijtgeraakt.

Maar wat moet een kind dan, als het zijn eigen wezen niet

tot uitdrukking kan brengen, ofwel, wanneer hij niet zijn

kan die hij is? In dat geval kiezen vele kinderen er onbewust

voor om hun leven in dienst van anderen te stellen.

Zij worden de latere volwassenen die altijd klaar staan voor

anderen: die adviseren, helpen, luisteren en/of klusjes voor

anderen doen.

Volwassenen die een dergelijke ontwikkeling achter zich

hebben en die op de een of andere manier altijd klaar

staan voor anderen, hebben soms het gevoel: de mensen

hebben nooit eens aandacht voor mij, terwijl ik altijd maar

klaar sta voor hen, of soortgelijke gevoelens.

Anderen zeggen: Als ik geef, ben ik welkom, maar iets

terugkrijgen, ho maar! Wie deze gevoelens in zichzelf herkent,

is waarschijnlijk ook zo’n kind geweest.

Deze vorm van eenzaamheid wordt overigens de eenzaamheid

van de zelfvervreemding en zelfverwerping genoemd.

• Een andere oorzaak van eenzaamheid ligt in het gegeven

dat heel wat mensen eenzaam worden geboren; dat wil

zeggen: ze nemen die gevoelens van eenzaamheid mee

vanuit de geestelijke wereld. Deze eenzaamheid is het

gevolg van ervaringen uit vorige levens. Bij kinderen valt

dit waar te nemen: denk maar aan stille, teruggetrokken

kinderen die zich niet gemakkelijk openstellen voor

anderen.

• Een derde oorzaak van onze gevoelens van eenzaamheid

is, zoals ik al eerder beschreef, het gevolg van

verlieservaringen uit dit leven: van geliefde familieleden,

van een partner, van gezondheid, van werk of van je

reputatie.

5. Waarom neemt de eenzaamheid in onze tijd toe?

Omstreeks 10.000 v. Chr. ging Atlantis ten onder.

Toen begonnen, na een overgangsperiode, de zeven

na-Atlantische cultuurperioden die elk zo’n 2160 jaar duren.

In elke periode krijgt de mens de opdracht zich een nieuw vermogen eigen te maken.

In deze tijd leven we in de 5e na-Atlantische cultuurperiode,

de Germaanse of de Europese cultuurperiode die in 1413

na Chr. begon en zal duren tot ongeveer 3573 na Chr.

Het nieuwe vermogen dat de mens zich in deze tijd eigen

moet maken, is dat van het bewustzijn, ofwel onze

bewustzijnsziel. Daarbij gaat het om een bewustwording van

je eigen binnenwereld: wie ben je?, hoe denk je?, wat is je

karakter? enzovoort. Als gevolg van de impuls vanuit de

geestelijke wereld die ons er, onbewust, toe brengt dit

nieuwe vermogen te ontwikkelen, werd Freud omstreeks

1900 de grondlegger van de moderne psychoanalyse.

Later ontwikkelden Jung, Adler en anderen nieuwe inzichten

op dit gebied.

De vorige cultuurperiode, de 4e, ofwel de Grieks-Romeinse

cultuurperiode, duurde van 747 v. Chr. tot 1413 na Chr.

In die periode had de mens de opdracht om zijn denken naar

een hogere vorm te verheffen, ofwel, zoals dat genoemd

wordt, zijn verstandsziel te ontwikkelen.

Dat nieuwe wezensdeel ontving de mens enerzijds als een

impuls vanuit de geestelijke wereld, maar anderzijds was die

impuls van het denken een geschenk dat hij zich al doende

eigen moest leren maken.

Uiteindelijk leidde dit nieuwe vermogen aan het einde van

de vierde cultuurperiode – in de 15e en de 16e eeuw – tot

de Renaissance, een tijdperk waarin wetenschap, kunst en

literatuur naar een hoger plan verheven werden.

Naast de verstandsziel moest de mens in de 4e na-Atlantische

cultuurperiode ook zijn gemoedsziel ontwikkelen. Dat hield

onder meer het vermogen in om je bij een ontmoeting met

een ander mens meteen op die ander in te stellen en je te

realiseren wie de ander nu eigenlijk was. Daardoor wisten

de mensen in die tijd meteen wat ze aan elkaar hadden, een

besef dat niet door latere ervaringen veranderde. (In onze

tijd ligt dat heel anders: als je iemand beter leert kennen, kan

hij of zij tegenvallen, en andersom kun je soms verwonderd

raken over de innerlijke rijkdom van een mens die je in eerste

instantie nauwelijks de moeite waard vond.)

Maar toen kwam aan het einde van de 4e cultuurperiode,

omstreeks 1450, de boekdrukkunst op. Door de boeken die

vanaf die tijd geleidelijk begonnen te verschijnen hadden

de mensen elkaar minder dan vroeger nodig om van allerlei

op de hoogte te komen: ze leerden lezen en haalden hun

kennis steeds meer uit boeken. Dat was een ingrijpende

verandering die een voorbereiding was van wat de nieuwe,

5e cultuurperiode de mens brengen wil: het bewustzijn.

Het geschenk van de bewustzijnsziel leidt tot ingrijpende

veranderingen: de mensen richten zich meer en meer op de

eigen binnenwereld, hebben minder contact met elkaar en zijn

minder geïnteresseerd in elkaar. Daardoor worden de mensen

eenzamer, egoïstischer, individueler: ze richten hun aandacht

vooral op de eigen binnenwereld en sluiten zich in zichzelf op.

Dat proces is nog steeds gaande in onze tijd.

Het ontwaken van onze bewustzijnsziel is zeer belangrijk:

alleen daardoor kan het hoger Zelf in de mensen geboren

worden. Onze bewustzijnsziel vormt immers de basis van het

hoger Zelf. Kortom: we moeten door de vereenzaming van

onze tijd heen (die het gevolg is van onze gerichtheid op de

bewustzijnsziel) opdat de innerlijke Christus of het hoger Zelf

in ons geboren kan worden. Ofwel: onze eenzaamheid (een

voorwaarde voor een groei in bewustzijn) is de geboortegrond

van ons hoger Zelf.

6. Wat kunnen we doen om de toenemende eenzaamheid

tegen te gaan?

Robert Long schreef dit lied:

Eigenlijk is iedereen zo eenzaam als wat

Al heb je een lief en een hond en een kat,

En vrienden en buren, van dit en van dat,

Eigenlijk is iedereen zo eenzaam, zo eenzaam

Eigenlijk is iedereen zo eenzaam als wat.

Robert Long beschrijft met deze tekst haarscherp onze

situatie in deze tijd, al zijn er heel wat mensen die dit niet

waar willen hebben, omdat ze hun eigen eenzaamheid

verdringen.

Als je hierover nadenkt, komt natuurlijk meteen ook de

vraag op: is er een uitweg uit deze toenemende eenzaamheid?

Het is wel duidelijk dat we niet meer terug kunnen keren

naar de vroegere fase van de groepsziel, waarin de mensen

zich nog één en verbonden voelden. En zelfs in de vorige

cultuurperiode, de 4e, voelden de mensen zich nog een beetje

een groepsziel; daarom voelden ze zich veel minder eenzaam

dan de mens van nu). Daarom luidt de vraag: is er ook een

weg vooruit te ontdekken waarop we onze toenemende

eenzaamheid kunnen overwinnen? Die weg is er zeker,

maar vraagt wel al onze inzet. Want op die weg worden we

geroepen ons drie inzichten eigen te maken en daarnaar te

leven.

1. Het eerste inzicht luidt: het ontwikkelen van sociaal inzicht,

ofwel het beoefenen van praktische menskunde.

Dat betekent dus inzicht verwerven in de ziel van de mensen,

in hun temperament, in de psychologie. Alleen deze inzichten

kunnen ons tolerant en verdraagzaam maken.

2. Het tweede inzicht luidt: besef dat het ontwikkelen van

bewustzijn alleen mogelijk is wanneer de vrijheid van

denken bewaakt wordt. Dus moeten we ons hoeden voor

elke vorm van dogmatisch geloof, voor een nationalistisch

denken dat de mens weer tot een groepsmens maakt en

voor een geloof in autoriteiten: word je eigen autoriteit.

3. Het derde inzicht luidt: voor het ontwikkelen van de

bewustzijnsziel als basis van het hogere Zelf is het

bewustzijn van de geestelijke wereld noodzakelijk.

Voor het verwerven van praktische menskunde is inzicht

in de vier temperamenten van de mens noodzakelijk.

Heel kort, eigenlijk te kort:

1. De sanguinische mens: extravert, reageert meteen op

van alles, springerig

2. De flegmatische mens: ergert zich niet zo snel,

vitaal, dromers.

3. De melancholische mens: piekeraar, liefst alleen,

diepzinnig, toeverlaat.

4. De cholerische mens: woede, enthousiast, sterk karakter,

plichtbewust.

Lees eens een boek over dit onderwerp en maak je deze

inzichten eigen! Zo ontstaat wederzijds begrip, ook voor

mensen die heel anders zijn dan jijzelf. En juist dit wederzijdse begrip is een krachtig wapen tegen de eenzaamheid.

Als je de moed hebt niet weg te vluchten voor de

eenzaamheid, iets dat we op gezette tijden allemaal wel

eens doen, maar als je er moedig doorheen gaat, ja, dan

kan het gebeuren dat er in de diepste verlorenheid iets

voelbaar wordt, iets wat onvoorstelbaar en ondenkbaar is:

een andere, hogere wereld begint in het donker op te lichten,

je voelt een ongekende nabijheid, je voelt je verwarmd.

7. Eenzaamheid wordt altijd gezien als iets destructiefs,

maar heeft ook positieve aspecten:

1. Eenzaamheid versterkt de scherpzinnigheid, gevoeligheid

en menselijkheid van de mens.

2. Eenzaamheid waardig doorleven maakt ons sterker en

brengt ons dichter bij onze kern.

3. Niet de eenzaamheid is een bedreiging voor de mens,

maar de angst voor de eenzaamheid: die ons steeds weer

op de vlucht.

4. Eenzaamheid maakt de weg vrij voor genezing en voor

waarachtig mededogen; zij maakt ons ontvankelijk voor

hart van de ander.

5. Eenzaamheid kan tot een verlichtende ervaring worden.

6. Door de aanvaarding van de eenzaamheid beginnen wij

leven en de natuur dieper en intenser te ervaren dan ooit

tevoren.

7. De creatieve mens is vaak eenzaam, omdat hij in een

wereld in zichzelf leeft en daarin zijn eigen weg gaat.

Hans Stolp