De vuurproef…
In de voorchristelijke Mysteriën kende men de vier grote beproevingen: de vuur- water- lucht en aardeproef.
Essentieel voor de vuurproef was, dat de beproevingen
die de inwijdeling werden opgelegd, ertoe moesten leiden
dat de sluier wegviel. Als dat gebeurde stond de inwijdeling
oog in oog met de wereld die achter de sluier schuil gaat:
de geestelijke wereld.
Ook in latere tijden overkwam mensen deze ervaring.
Zo vertelde de mysticus Jacob Böhme, dat hij op een dag
intens geraakt werd door het zonlicht dat op een tinnen
beker viel. Op hetzelfde moment viel de sluier en zag hij
een wereld die hem tot dan toe verborgen was.
Zo was het de aanblik van dat licht op de beker die hem,
zo vertelt hij, tot de innerlijke grond of het middelpunt
van de geheime natuur heeft geleid.*)
Het is opvallend dat Jacob Böhme, net als elke andere
mysticus, begint te stotteren en moeizaam naar woorden
moet zoeken om te beschrijven wat hij dan wel ziet,
als de sluier wordt weggenomen. De wereld die zich onthult,
gaat onze aardse beschrijvingen immers ver te boven.
De term vuurproef houdt in, dat alles wat ons in de weg staat
om de wereld achter de sluier waar te kunnen nemen, wordt weggebrand. We krijgen beproevingen te doorleven die zijn bedoeld om ons er toe te brengen onze angsten, ons gebrek
aan vertrouwen en onze liefdeloosheid los te laten.
Daarbij is het belangrijk te weten dat er voor het doorstaan
van zulke beproevingen een eindeloos geduld nodig is:
de nacht van de beproeving lijkt geen einde te hebben;
het is alsof het nooit meer licht wordt.
Daarom is er behalve geduld ook volharding nodig en is het belangrijk dat de inwijdeling zich bewust wordt dat hij iets
leren moet van deze beproeving. Als je dat vertaalt naar onze
tijd, kun je zeggen dat de vuurproef voor ons allereerst de
opdracht inhoudt om de beproeving te leren aanvaarden als
een noodzakelijke levensles. Het gaat er daarbij om dat we
steeds meer beginnen te beseffen: alleen door deze
beproeving te leren doorstaan, is het mogelijk een innerlijk
weten te ontwikkelen.
Ik weet: met deze paar woorden over de zin van onze beproevingen zeg ik heel veel.
Het zijn dan ook woorden die ik zelf in een meditatieve sfeer
met mij meedraag om er steeds weer bij stil te staan.
Hans Stolp
*) Gehard Wehr, Jacob Böhme,
“Die Morgenröte bricht an”
Verlag Herder, 1983, blz. 15