Het Johannesfeest: het feest van de ware liefde

HANS STOLP

Op het Johannesfeest staat Johannes de Doper centraal Op 24 juni vieren we in het esoterisch christendom het nog vrij onbekende Sint-Jansfeest of Johannesfeest. Het is een feest dat als het ware nog in de steigers staat en dat door komende generaties steeds meer verdiept en begrepen zal gaan worden. Het is het laatste van de zeven christelijke feesten, en daarmee ook het hoogtepunt dat zicht geeft op de zo bijzondere opdracht die de mens hier op aarde krijgt toevertrouwd. Op dit feest staat Johannes de Doper, de wegbereider van Jezus Christus, centraal: 24 juni is zijn geboortedag. Nu was deze Johannes – zo vertelt Jezus Christus zelf – de grootste van alle profeten. En deze grote profeet was het die de duizelingwekkend hoge opdracht kreeg om Jezus van Nazareth te dopen in de Jordaan. Dat wás een grootse opdracht, omdat de Christus, de Zonnegeest, (mede) door de rituelen die Johannes voltrok, bij de doop in de Jordaan afdaalde tot in de sfeer van de aarde en zich belichaamde in de mens Jezus: hemel en aarde werden daarbij in zekere zin één. Alleen de grootste der ingewijden was in staat zo’n opdracht te vervullen. Het was door deze doop dat Jezus van Nazareth tot Jezus de Christus werd. En Johannes, hij wordt sindsdien als de Doper aangeduid. De veelzeggende symboliek in het leven van Johannes de Doper De verjaardag van Johannes de Doper valt direct na de langste dag: vanaf 21 juni worden de dagen korter en staat de zon gaandeweg steeds lager aan de hemel. Het is een symboliek die nauw aansluit bij de boodschap die Johannes de Doper ons aanreikt. De beroemde woorden die hij eens over Jezus Christus sprak, luiden immers: Hij moet groeien, ik moet minder worden. Meestal worden die woorden zo opgevat: ons ego moet kleiner worden en inbinden, maar de kracht van de innerlijke Christus moet steeds sterker worden. Misschien mag ik het ook zo onder woorden brengen: de mens moet in deze tijd nieuwe geestkrachten – de krachten die van de Christusgeest uitgaan – in zijn ziel leren ontwikkelen, want de oude krachten die wij bij onze geboorte meekrijgen, raken uitgeput. Daardoor wordt ons ego steeds minder doorstraald door de hemelse krachten die God ons bij elke nieuwe incarnatie meegeeft. Als gevolg daarvan raken we meer en meer in de ban van de negatieve krachten van ons ego dat immers steeds minder doorstraald wordt door de hemelse krachten die we bij onze geboorte meekregen. Deze symboliek wordt ook duidelijk door het feit dat Johannes geboren wordt kort na de langste dag en dat zijn leven dus in het teken van de zon staat die steeds korter schijnt en lager aan de hemel staat: het hemelse licht trekt zich terug. Maar dit verlies moet de mens leren compenseren door de ontwikkeling van de krachten van de innerlijke Christus in zijn ziel.

Johannes de Doper, hij mag met de vervulling van zijn levensopdracht (de doop van Jezus) bijdragen aan de geboorte van de eerste mens die door de krachten van de innerlijke Christus wordt omgevormd tot de mens zoals God die ooit bedoeld had. Bij de doop in de Jordaan wordt immers Jezus de Christus geboren. Het Johannesfeest wil ons met dit alles laten zien wat onze toekomst en onze opdracht is: om behoedzaam de krachten van ons hoger zelf (of van de innerlijke Christus) in onze ziel te laten ontluiken en ons bewust te worden op welk hoge doel wij, dwars door stormen, verwarring en eindeloos veel levenslessen heen, afstevenen: om eens een Christus naast de Christus te worden. (Ik vind dit zulke grote woorden dat ik ze nauwelijks durf op te schrijven, uit angst dat sommigen daar een dogma van zullen maken, en niet de diepe verwondering zullen ervaren die deze woorden oproepen). 

De geliefde discipel Johannes

Maar niet alleen Johannes de Doper staat op het Johannesfeest in het middelpunt van onze aandacht. Ook de andere Johannes – de geliefde discipel van Jezus Christus – is nauw bij dit feest betrokken. Tot de grote geheimen van het Johannesfeest behoort namelijk ook dit mysterie: dat de beide Johannessen sámen de toekomstige mens vormen in wie de innerlijke Christus geheel en al tot leven is gekomen. De toekomstige mens is een negenledig wezen. En aan dat negenledige wezen schenkt Johannes de Doper de hogere wezensdelen, en Johannes de Evangelist de lagere wezensdelen. Zo vormen zij sámen die toekomstige mens en houden ons daarmee een groots toekomstvisioen voor om ons te bemoedigen en te troosten: alle levenslessen en al die aardse ervaringen die we opdoen, zijn erop gericht de negenledige mens ook in onszelf tot ontwikkeling te brengen – stap voor stap, leven na leven. Het is een mysterie dat we nog maar nauwelijks bevatten kunnen. Toch hebben grote ingewijden dit geheim altijd al gekend. Niet voor niets schilderde Matthias Grünewald (hij leefde omstreeks 1500) de beide Johannessen aan de voet van het kruis, en dat, terwijl Johannes de Doper toen al gestorven was: hij werd onthoofd door Herodes. Grünewald wist natuurlijk heus wel dat zijn schildering historisch gezien niet klopte. Maar geestelijk gezien klopt het wel. Zijn beroemde schilderij staat in het museum in Colmar in Frankrijk (niet ver van Basel). In de taal van het beeld die een schilder eigen is, beschrijft Grünewald het geheim van de beide Johannessen: dat zij sámen, maar dan wel in een onlosmakelijke verbinding met Christus, het beeld mochten worden van de mens die wij eens worden zullen. 

Ook Rudolf Steiner wilde ons dit mysterie doorgeven. In zijn laatste voordracht in 1924 – dat we mogen lezen als een geestelijk testament – maakte hij op een subtiele manier duidelijk, dat de beide Johannessen sámen een hogere eenheid vormen. Wat hij daarover zei, gaat het bestek van dit artikel te boven: begrijpelijk, want nog steeds zijn de woorden van Rudolf Steiner daarover voor velen als een raadselspreuk of een koan, waarop zij zich bezinnen. Maar het lijkt, of ook Rudolf Steiner ons vertrouwd wilde maken met dit mysterie van de twee Johannessen. Alsof hij ons duidelijk wilde maken dat we een dieper inzicht in de verbondenheid tussen die twee – en daarmee het inzicht in het geheim van de toekomstige, negenledige mens – nodig hebben om te kunnen begrijpen wat er gebeurt als de Christusgeest ons steeds intenser en dieper bewonen gaat. 

Niets dan liefde 

Niet alleen Johannes de Doper, maar ook de geliefde discipel Johannes, de latere Evangelist, staat dus op het Johannesfeest in het centrum van onze aandacht. Maar wat is dan het eigene dat Johannes de Evangelist aan dit feest meegeeft? Dat heeft alles te maken met de drie inwijdingen die Johannes de Evangelist in zijn leven mocht ervaren. De eerste was de inwijding die Jezus Christus hem zelf gaf. En wel toen hij nog Lazarus heette en met zijn beide zusters Martha en Maria in Bethanië woonde. Toen maakte Jezus Christus gedurende drie dagen de geestelijke lichamen van Lazarus (de latere Johannes dus) los van zijn fysieke lichaam. Drie dagen lang mocht hij opklimmen tot in de hogere geestelijke werelden. Maar toen hij door Jezus Christus teruggeroepen werd in zijn fysieke lichaam en hij Hem vóór zich zag staan, zag hij één moment het onvoorstelbaar grootse licht van de Zonnegeest dat Jezus Christus omhulde. Toen wist hij tot in het diepst van zijn wezen wie Jezus Christus was en voelde hij zich voorgoed met Hem verbonden. Vanaf dat moment kon hij in het hart van Jezus Christus lezen (dat is immers wat er bedoeld wordt met die raadselachtige woorden dat Johannes lag aan de borst van Jezus Christus). Toen kreeg hij ook een nieuwe naam: Johannes: God is genadig. Het was bij deze inwijding dat in de ziel van Johannes de kracht van de liefde gewekt werd, want de Christusgeest die hem vanaf dat moment bezielde, is immers liefde, niets dan liefde. Pas dankzij deze liefde kan Johannes nu de geheimen van de aarde en de kosmos leren kennen: een mens kan slechts leren kennen wat hij bemint (schreef Goethe al). Liefde, en liefde alleen doet ons de wereld, de ander, en onszelf kennen! (Een inzicht dat velen in onze tijd, met name ook wetenschappers, verloren lijken te zijn.) 

Hoe zijn ziel tot louter wijsheid werd omgevormd 

Toen Johannes de Evangelist later aan de voet van het kruis stond, riep Jezus Christus hem vanaf het kruis op om Maria (de moeder van Jezus Christus die ook onder het kruis stond) ‘in huis’ te nemen. Nu belichaamt Maria de Heilige Geest, ofwel de hemelse Sophia. Zoals Jezus de drager werd van de Christus, zo was Maria de drager van Sophia. Dus als Jezus Christus tegen Johannes zegt dat hij Maria ‘in huis’ moet nemen, houdt dat in dat Johannes de hemelse wijsheid, dat is: Sophia, in zijn ziel moet opnemen. Zo ontvangt Johannes aan de voet van het kruis zijn tweede inwijding. De bron van de ware, kosmische wijsheid, Sophia, begint in zijn ziel te stromen en vormt Johannes om tot een mens van een ware, hemelse wijsheid. Het is dankzij deze wijsheid dat Johannes later zijn Evangelie kon schrijven: het Evangelie van Johannes dat voor ons tot een bron van ware wijsheid is. 

De inwijding op Patmos 

Aan het einde van zijn leven werd Johannes op het Griekse eiland Patmos gevangengezet. Hij was al meer dan negentig jaar oud, en de dood en de opstanding van zijn geliefde meester Jezus Christus lagen al ver achter hem. Gedurende die jaren hadden de impuls van de liefde en die van de wijsheid elkaar in zijn ziel doordrongen en waren uiteindelijk tot één geworden: de hoogste vorm van liefde, die tegelijk de hoogste vorm van wijsheid is, leefde nu in hem. Daardoor kon Johannes nu op Patmos zijn derde inwijding ontvangen. Daar, op dit kleine eiland, leefde hij als banneling in een grot, waar hij een grootse reeks visioenen mocht schouwen. En niet alleen mocht hij al die beelden schouwen, hij was nu (omdat liefde en wijsheid één geworden waren) ook in staat hun betekenis te doorvoelen en in zijn ziel op te nemen. Het is indrukwekkend om aan deze derde inwijding te mogen beleven wat de twee voorgaande inwijdingen – die in de liefde en die in de wijsheid – mochten bewerken: dat Johannes nu in staat raakt de gehele evolutie van de aarde te overzien, en dus ook in staat raakt om als een Meester, samen met anderen, leiding te geven aan deze ontwikkeling. Besef alsjeblieft hoe groots het is wat ik met deze paar woorden beschrijf: wij zijn zelf nog niet eens in staat de komende dag te overzien, laat staan de huidige en de komende incarnaties van de aarde. Maar Johannes overziet de totale toekomst. De visioenen die Johannes mocht schouwen en die door Prochoros, zijn schrijfknecht, werden opgetekend, werden in de Bijbel opgenomen als het laatste Bijbelboek De Openbaring van Johannes. Dat boek eindigt met twee adembenemend grootse toekomstbeelden of visioenen:

  • Aan het einde van de zevende incarnatie van moeder Aarde (we leven nu op de vierde incarnatie) zullen wij – zo neemt Johannes schouwend waar – naast Christus op zijn troon mogen zitten. Dat wil zeggen: we zullen dan een Christus naast de Christus geworden zijn. 
  • En het tweede toekomstbeeld is dit: dat als wij Johannes volgen in zijn ontwikkeling – en dus eerst ingewijd worden in de liefde (dankzij onze verbinding met Christus), en vervolgens in de wijsheid (dankzij de Heilige Geest die steeds krachtiger werkzaam wordt in deze tijd) – zal de aarde uiteindelijk een plaats van vrede zijn geworden, zal de dood overwonnen zijn en zal er geen lijden meer bestaan.

Dát is het uitzicht waarop Johannes ons wijst. En het is dit toekomstbeeld dat wij op het Johannesfeest voor ogen mogen houden. Immers, na het Johannesfeest worden de dagen weer korter en zullen wij weer met allerlei levenslessen geconfronteerd worden. Maar wie het hoge doel voor ogen houdt, zal steeds weer moed vatten en zal de zin van al onze levenslessen begrijpen.