30 Jezus heeft gezegd:
Daar waar drie goden zijn zijn het goden,
daar waar er twee zijn of een, daar ben ik met hem.
31 Jezus heeft gezegd:
Geen enkele profeet wordt in zijn dorp aanvaard, een
geneesheer verzorgt diegenen niet die hem kennen.
32 Jezus heeft gezegd:
Een stad die gebouwd is op een hoge berg en die sterk is
kan niet vallen noch kan zij verborgen zijn.
33 Jezus heeft gezegd:
Wat ge met het ene oor zult horen schreeuw het
in het andere oor verkondig het op uw daken.
Want niemand steekt een lamp aan en zet ze onder
de korenmaat noch zet ze op een verborgen plaats,
maar hij zet ze op de kandelaar opdat diegenen die
komen en gaan haar licht zouden zien.
34 Jezus heeft gezegd:
als een blinde een blinde leidt, vallen ze alle twee
in een diepe kuil.
35 Jezus heeft gezegd:
Het is niet mogelijk dat iemand binnenbreke in het huis
van de sterke en het met geweld inneme tenzij hij
zijn handen vastbind: dan zal hij zijn huis
ondersteboven keren.
36 Jezus heeft gezegd:
Maak u geen zorgen van ’s morgens tot ’s avonds en
an ’s avonds tot ’s morgens om wat gij zult aantrekken.
37 Zijn discipelen zeiden:
Op welke dag zult gij u aan ons openbaren
en welke dag zullen wij u zien? Jezus zei:
Als gij uw schaamte zult afleggen uw klederen zult nemen
ze aan uw voeten zult leggen en zoals de zeer kleine kinderen
ze zult vertrappelen, dan zult ge de Zoon zien van Hem
die levend is en gij zult geen angst kennen.
38 Jezus heeft gezegd:
Hoevele malen hebt gij ernaar verlangd om deze woorden
te horen die ik u zeg, en gij hebt niemand anders van wie
gij ze kunt horen. Er zullen dagen komen waarop gij mij
zult zoeken en mij niet zult vinden.
39 Jezus heeft gezegd:
De Farizeeën en de schriftgeleerden hebben de sleutelen
der gnosis ontvangen en hebben ze verborgen.
Ze zijn niet binnengetreden en hen die wilden binnentreden
lieten ze niet toe. Maar u, weest voorzichtig als de slangen
en zuiver als de duiven.
40 Jezus heeft gezegd:
Een wijnstok werd buiten de Vader geplant en daar hij niet
vaststaat zal hij met de wortel uitgeroeid worden
en hij zal vergaan.
41 Jezus heeft gezegd:
Aan wie in zijn hand heeft zal men geven en aan wie niet
heeft zal zelfs het weinige dat hij heeft ontnomen worden.
42 Jezus heeft gezegd:
Weest voorbijgangers.
43 Zijn discipelen zeiden hem:
Wie zijt gij, die ons zulke dingen zegt?
Door de dingen, die ik u zeg, weet gij dan niet wie ik ben?
Maar gij, gij zijt als de joden: zij houden van de boom
zij verfoeien zijn vrucht, zij houden van de vrucht zij verfoeien
de boom.
44 Jezus heeft gezegd:
Wie de Vader lastert hem zal vergeven worden, en wie
de Zoon lastert hem zal vergeven worden.
Maar wie de zuivere Geest lastert hem zal noch
op aarde noch in de hemel vergeven worden.
45 Jezus heeft gezegd:
Men oogst geen druiven op de doornen en men plukt
geen vijgen op de distels, want ze geven geen vrucht.
Een goed man haalt iets goeds uit zijn schat een kwade man
haalt iets kwaads uit de kwade schat die in zijn hart is en hij
zegt kwade dingen: want uit de overvloed des harten
haalt hij iets kwaads.
46 Jezus heeft gezegd:
Van Adam tot Johannes de Doper onder hen die
uit de vrouw geboren zijn overtreft niemand
Johannes de Doper, zodanig dat zijn ogen niet vernietigd
zullen worden. Maar ik heb gezegd: Hij onder u die klein
zal zijn zal het Rijk kennen en Johannes overtreffen.
47 Jezus heeft gezegd:
Het is niet mogelijk dat een man twee paarden berijdt
dat hij twee bogen spant en het is niet mogelijk dat
een dienaar twee heren dient, of hij zal de ene eren
en de andere smaden.
Nooit drinkt een man oude wijn of hij wenst onmiddellijk
nieuwe wijn te drinken en men giet geen nieuwe wijn
in oude zakken uit angst dat ze zouden barsten en men giet
geen oude wijn in een nieuwe zak uit angst dat hij deze
zou bederven. Men naait geen oude lap aan een nieuw kleed
want er zou een scheur ontstaan.
48 Jezus heeft gezegd:
Indien twee onder elkaar vrede maken in eenzelfde huis,
zullen zij tot de berg zeggen: verwijder u, en hij zal zich verwijderen.
49 Jezus heeft gezegd:
Zalig zijt gij, éénlingen, uitverkorenen, omdat gij het Rijk
zult vinden. Daar gij gesproten zijt uit Hem zult gij er terugkeren.
Evangelie van Thomas
Uit: De Nag Hammadi Geschriften
Ankh-Hermes