50 Jezus heeft gezegd:
Als de mensen u zeggen: Vanwaar komt gij? zegt hun:
Wij zijn gekomen uit het licht daar waar het licht uit
zichzelf geboren is. Het stond op en openbaarde zich
in hun beeld.
Als ze zeggen: Wie zijt gij? zegt: wij zijn de zonen en
de uitverkorenen van de levende Vader.
Als zij u vragen: Wat is het teken van uw Vader die in u is?
Zegt hun: Het is een beweging en een rust.
51 Zijn discipelen zeiden hem:
Op welke dag zal de rust komen van hen die dood zijn?
En op welke dag zal de nieuwe wereld komen?
Hij zei hun: Wat gij verwacht is gekomen maar gij,
gij kent het niet.
52 Zijn discipelen zeiden hem:
Vierentwintig profeten hebben gesproken in Israël
en allen hebben door u gesproken.
Hij zei hun: Hem die levend vóór u staat hebt gij verlaten
en gij hebt over doden gesproken.
53 Zijn discipelen zeiden hem:
Is de besnijdenis nuttig of niet?
Hij zei hun: Indien zij nuttig was zou hun vader
ze besneden uit hun moeder verwekken.
Maar de waarachtige besnijdenis, in de geest,
heeft een volledig nut gevonden.
54 Jezus heeft gezegd:
Zalig zijt gij, armen, want u behoort het Rijk der hemelen.
55 Jezus heeft gezegd:
Wie vader en moeder niet verwerpt kan mijn discipel niet
worden en wie broeders en zusters niet verwerpt en zijn
kruis niet draagt zoals ik het draag zal mij niet waardig zijn.
56 Jezus heeft gezegd:
Wie de wereld heeft gekend heeft een lijk gevonden en
wie een lijk heeft gevonden de wereld is hem niet waardig.
57 Jezus heeft gezegd:
Het Rijk van de Vader is vergelijkbaar met een man
die een goed zaad bezat. Zijn vijand kwam in de nacht
hij zaaide onkruid onder het goede zaad.
De man liet hun het onkruid niet uitrukken uit angst,
zegde hij hun, dat gij zoudt gaan, zeggende:
Wij zullen het onkruid uitrukken, en dat gij, samen
met het onkruid, ook het graan zoudt uitrukken.
Inderdaad, op de dag van de oogst zal het onkruid
wel verschijnen en men zal het uitrukken en verbranden.
58 Jezus heeft gezegd:
Zalig de mens die de beproevingen heeft gekend:
hij heeft het leven gevonden.
59 Jezus heeft gezegd:
Kijkt naar Hem die levend is zolang gij leeft,
opdat gij niet zoudt sterven en zoudt pogen Hem te zien,
en gij niet zoudt kunnen zien.
Evangelie van Thomas
Uit: De Nag Hammadi Geschriften
Ankh-Hermes