60 Zij zagen een Samaritaan die, een lam dragend,
naar Judea ging. Hij zei tot zijn discipelen:
Zij zeiden hem: Het doden en opeten.
Hij zei hun:
Zolang het levend is zal hij het niet opeten tenzij
hij het doodt en het een lijk is.
Zij zeiden: Anders zal hij het niet kunnen doen.
Hij zei hun: Gijzelf dan, zoekt voor uzelf een plaats
in het innerlijke van de rust opdat gij geen lijken
zoudt zijn en niet opgegeten zoudt worden.
61 Jezus heeft gezegd:
Twee rusten op een bed de ene zal sterven, de andere
zal leven.
Salomè zei: Wie zijt gij, man? Is het, als gesprotene uit
het ene dat gij op mijn bed gestegen zijt en aan mijn
dis hebt gegeten? Jezus zei haar: Ik ben degene die is
gesproten uit diegene die gelijk is, mij is gegeven wat
van mijn Vader komt. Ik ben uw discipel.
Daarom zeg ik dit: Als de discipel leeg is zal hij vol
licht zijn maar als hij verdeeld is zal hij vol duisternis zijn.
62 Jezus heeft gezegd:
Ik zeg mijn geheimenissen aan hen die mijn geheimenissen
waardig zijn. Wat uw rechterhand zal doen dat uw
linkerhand niet weten wat ze doet.
63 Jezus heeft gezegd:
Er was een rijk man die een groot fortuin bezat.
Hij zei: Ik zal mijn fortuin gebruiken om te zaaien,
te oogsten, te planten, mijn zolders met graan
te vullen opdat ik van niets tekort zou hebben.
Dat dacht hij in zijn binnenste en diezelfde nacht
stierf hij. Wie oren heeft, hore!
64 Jezus heeft gezegd:
Een man had gasten en nadat hij de maaltijd had
aangericht zond hij zijn dienaar om de gasten uit te nodigen.
Hij ging naar de eerste en zei hem: Mijn meester nodigt u uit.
Deze zei: Ik heb geldzaken met kooplieden, ze komen
vanavond bij mij, ik zal hun richtlijnen geven.
Ik verontschuldig mij voor de maaltijd.
Hij ging naar een andere en zei hem:
Mijn meester nodigt u uit. Deze zei hem:
Ik heb een huis gekocht en ik heb een dag nodig.
Ik zal niet beschikbaar zijn.
Hij kwam bij een andere en zei hem:
Mijn meester nodigt u uit. Deze zei hem:
Mijn vriend gaat trouwen en ik zal de maaltijd
voorbereiden, ik zal niet kunnen komen, ik
verontschuldig mij voor de maaltijd.
Hij ging naar een andere en zei hem:
Mijn meester nodigt u uit. Deze zei hem:
Ik heb een hoeve gekocht, ik ga de pacht innen,
ik zal niet kunnen komen, ik verontschuldig mij.
De dienaar keerde terug, Hij zei tegenzijn meester:
Zij die gij tot de maaltijd hebt uitgenodigd hebben zich verontschuldigd.
De meester zei tot zijn dienaar: Ga langs de wegen wie
ge zult vinden breng ze hier om de maaltijd te gebruiken.
De kopers en de handelaars zullen niet binnenkomen
in de plaatsen van mijn Vader.
65 Hij heeft gezegd:
Een rijk man had een wijngaard. Hij gaf hem aan pachters
om hem te bewerken en om er de vrucht uit hun handen
van te ontvangen. Hij zond zijn dienaar om van de
pachters de vrucht van de wijngaard te ontvangen.
Ze maakten zich meester van zijn dienaar, ze sloegen hem,
weinig scheelde het of ze hadden hem gedood.
De dienaar vertrok. Hij zei het aan zijn meester.
Zijn meester zei: Wellicht hebben zij hem niet herkend.
Hij zond een andere dienaar. De pachters sloegen hem
ook. Toen zond de meester zijn zoon.
Hij zei: Misschien zullen ze hem, mijn zoon, eerbiedigen.
Daar die pachters wisten dat hij de erfgenaam van de
wijngaard was, grepen ze hem en doodden hem.
Wie oren heeft, hore!
66 Jezus heeft gezegd:
Toont mij de steen die de bouwlieden verworpen hebben:
hij is het, de hoeksteen.
67 Jezus heeft gezegd:
Hij die het Al kent als hij van zichzelf beroofd wordt wordt
hij van het Al beroofd.
68 Jezus heeft gezegd: Weest gelukkig als men u haat als men
u vervolgt, en men zal nergens een plaats vinden op de plek
zelf waar men u vervolgd heeft.
69 Jezus heeft gezegd:
Zalig zijn zij die in hun hart vervolgd werden.
Zij zijn het,in waarheid, die de Vader gekend hebben.
Zalig de hongerigen want men zal de buik verzadigen
van wie wil.
Evangelie van Thomas
Uit: De Nag Hammadi Geschriften
Ankh-Hermes