70 Jezus heeft gezegd:
Als gij dat, wat gij hebt, in u zult voortbrengen zal het u redden.
Als gij dat niet in u hebt zal dat, wat gij niet in u hebt, u doden.
71 Jezus heeft gezegd:
Ik zal dit huis omverwerpen en niemand
zal het weer kunnen opbouwen.
72 Iemand zei tot hem:
Spreek tot mijn broeders opdat ze de goederen
van mijn vader met mij delen.
Hij zei hem: Mens, wie heeft van mij een verdeler gemaakt?
Hij keerde zich tot zijn discipelen,
hij zei hun: Ben ik dan een verdeler?
73 Jezus heeft gezegd:
Het is waar dat de oogst overvloedig is maar de arbeiders
zijn zeldzaam. Vraagt de meester dus dat hij arbeiders
stuurt naar de oogst.
74 Hij heeft gezegd: Meester, velen staan rond de put
maar niemand in de put.
75 Jezus heeft gezegd:
Er zijn er velen die bij de deur staan maar het zijn
de eenlingen die het bruidsvertrek zullen binnengaan.
76 Jezus heeft gezegd:
Het Rijk van de Vader is vergelijkbaar met een koopman
die een vracht goed had op het ogenblik dat hij een parel
vond. Die koopman was wijs, hij verkocht de vracht en
kocht de unieke parel. Gij ook, zoekt voor uzelf de schat
die niet vergaat die daar ligt waar de mot niet komt om
te eten en waar de worm niets vernielt.
77 Jezus heeft gezegd:
Ik ben het licht dat op hen allen rust. Ik ben het Al.
Het Al is uit mij gekomen en het Al is tot mij geraakt.
Kieft het hout en ik ben dáár. Heft de steen:
daar zult gij mij vinden.
78 Jezus heeft gezegd:
Waarom zijt gij naar de velden gegaan? Om een riet te zien,
bewogen door de wind en om een mens te zien, die fijne
kleren draagt? Daar zijn uw koningen en uw groten der
aarde zij dragen fijne kleren en zij zullen de waarheid niet
kunnen kennen.
79 Een vrouw in de menigte zei hem:
Zalig de buik die u gedragen heeft en de borsten
die u gevoed hebben!
Hij zei haar: Zalig zij die het woord van de Vader
gehoord hebben en het in waarheid bewaard hebben!
Want er zullen dagen zijn dat gij zult zeggen:
Zalig de schoot die niet ontvangen heeft en de borsten
die geen melk hebben gegeven.
80 Jezus heeft gezegd: Wie de wereld heeft gekend heeft het lichaam gevonden,
maar wie het lichaam heeft gevonden de wereld is hem niet waardig.
81 Jezus heeft gezegd: Wie rijk geworden is hij worde koning
en wie macht heeft hij verzake.
82 Jezus heeft gezegd:
Wie dicht bij mij is, is dicht bij de vlam en wie ver van mij is,
is ver van het Rijk.
83 Jezus heeft gezegd:
De beelden openbaren zich aan de mens en het licht
dat ze bevatten is verborgen. In het beeld van het licht
des Vaders wordt het licht ontsluierd en zijn beeld zal
verborgen worden door het licht.
84 Jezus heeft gezegd:
De dagen dat gij uw vorm ziet verheugt gij u.
Maar als gij uw oerbeelden zult zien die in de oorsprong
in u waren die noch sterven noch zich openbaren
o, hoeveel zult gij dan verdragen!
85 Jezus heeft gezegd:
Adam spruit voort uit een grote macht en een grote rijkdom,
en hij is u niet waardig geweest. Want was hij waardig
geweest hij zou de dood niet gesmaakt hebben.
86 Jezus heeft gezegd:
De vossen hebben hun holen en de vogels hun nest maar
de Zoon van de mens heeft geen plaats om zijn hoofd
neer te leggen en te rusten.
87 Jezus heeft gezegd:
Ellendig is het lichaam dat afhangt van een lichaam
en ellendig de ziel die afhangt van deze beide.
88 Jezus heeft gezegd:
De engelen zullen naar u komen met de profeten en zij
zullen u geven wat u toekomt. Gijzelf, wat ge in uw handen
hebt, geeft het hun en bedenk het volgende: op welke dag
zullen ze komen om te ontvangen wat hun toekomt?
89 Jezus heeft gezegd:
Waarom reinigt gij het buitenste van de schaal? Begrijpt gij
niet dat wie het binnenste geschapen heeft ook het
buitenste schiep?
Evangelie van Thomas
Uit: De Nag Hammadi Geschriften
Ankh-Hermes