Inzicht in je eigen levensloop, de eerste levenshelft

Deel 1

De levensmissie van de mens

Als een geestelijk wezen daalde hij af naar de aarde:

hij wilde er zijn lessen leren, zich verder ontwikkelen

en zowel de aarde, als zijn medemens liefde

schenken.

Zijn bewustzijn werd zo verregaand gedempt dat hij

alleen nog maar een droombewustzijn bezat.

Hij bekleedde zich met een fysiek lichaam dat hem

door zijn ouders geschonken werd.

Toen moest hij zich eerst dat lichaam eigen maken:

zeven jaar lang duurde dat proces. En wel, totdat zijn

melktanden uitvielen en hij zijn eigen, unieke gebit

kreeg.

Daarna moest hij zijn etherisch lichaam ontwikkelen.

Vervolgens, bij de puberteit, begon dat proces,

waarbij hij zich zijn astrale lichaam eigen maakte.

Eindelijk, toen hij eenentwintig jaar oud was, was

de ontwikkeling van zijn drieledige lichaam voltooid.

Nu kon hij beginnen aan de ontwikkeling van zijn ziel.

Van zijn eenentwintigste tot zijn tweeënveertigste

jaar was hij volop bezig met het ontwikkelen van zijn

drie grote zielekrachten: voelen, denken en willen.

Toen, eindelijk, bij de midlife-crisis, was hij klaar

voor het hoge doel van zijn leven.

Nu kon een nieuwe, geestelijke kracht in hem

ontwaken en werkzaam worden: de geest,

zijn hoger zelf.

Groot waren de lessen, waar de geest hem voor plaatste:

leren denken met zijn hart, nederig en dienstbaar worden,

de kracht van de wijsheid beoefenen.

Door deze lessen kon de geest op drievoudige wijze in

hem geboren worden, en mocht hij anderen bijstaan met

een helder denken.

Na zijn zeventigste jaar kreeg hij nog wat extra jaren

om de mensheid te schenken van het vele dat hij zelf

ontvangen had van de aarde en de medemens.

Zo werd hij een schenkend en gevend mens.

De ware liefde werd al gaande zichtbaar in zijn ogen.

Ook voelden de mensen in hem een dieper weten,

waaraan zij zich laven wilden.

Toen was zijn missie, zijn levensopdracht, eindelijk volbracht.

Met een hart vol geestelijke winst keerde hij terug naar huis.

Ter inleiding

Onze levensloop wordt wel onze biografie genoemd.

En het verwerven van inzicht in onze levensloop wordt

biografiewerk of biografiek genoemd.

Biografiek is iets anders dan psychotherapie.

Deel 2

Een voorbeeld van biografisch inzicht:

spiegelingen in de eerste levenshelft

De fase van 21 – 42 jaar is een spiegeling van de eerste 21 jaar.

Een spiegeling betekent dat bepaalde levensomstandigheden

of situaties kunnen samenhangen met gebeurtenissen uit

vroegere levensjaren.

Zo kreeg een jonge vrouw van 33 een onverklaarbare

depressie. Bij nadere beschouwing bleek op haar 9e jaar

haar moeder overleden te zijn, een gebeurtenis die zich

spiegelde in het 33e jaar.

Een man werd in de oorlogsjaren geboren en maakte in

zijn eerste levensjaren heftige bombardementen mee.

Deze eerste drie levensjaren spiegelden zich in de scheiding

van zijn vrouw tussen zijn 39e en 42e jaar. Zelf zei hij

daarover: het leek in die jaren wel, alsof het oorlog was!

Een jonge vrouw kreeg op haar 28e jaar de aandrang tot

schilderen. Terugkijkend besefte ze dat ze op haar 14e,

de spiegelleeftijd, was gestopt met schilderen.

2. De levenstekening

Het woord ‘biografie’ stamt uit het Grieks en betekent

letterlijk levenstekening. Deze levenstekening is een

universeel oerbeeld van onze biografie.

Dat betekent dat iedereen door dezelfde levensfasen, en

dus: door dezelfde uitdagingen en beproevingen heengaat.

Maar iedereen doet dat wel op een heel eigen, unieke manier.

Juist die afwijkingen van het oerbeeld zijn belangrijk:

ze vormen onze individuele biografie en vertellen ons over

de diepere patronen en het karma van ons leven.

Opvallend is dat zowel in de pedagogiek, als in de biografiek

en de psychotherapie veel aandacht wordt besteed aan de

eerste levenshelft, maar veel minder aan de latere levensjaren.

Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat na ons 63e

jaar de karma vrije jaren aanbreken. Ook staan we in die jaren

niet langer meer onder de directe inwerking van bepaalde planeten.

3. De inwerking van de planeten op onze levensgang

1 – 7 jaar: MAAN

Groeikrachten en een magische sfeer

7 – 14 jaar: MERCURIUS

De gouden jaren van een kind: energie en levenslust

14– 21 jaar: VENUS

Liefde, idealen en voortplantingskracht

21 – 42 jaar: ZON

Individualiteit en onafhankelijkheid

42 – 49 jaar: MARS:

Opvallende individualisering

49 -56 jaar: JUPITER

Wijsheid

56 – 63 jaar: SATURNUS`

Loslaten en beproevingen

4. De kosmische badkuip (Zie de levenstekening)

Er is bij de eerste levenshelft sprake van afdalen naar

de aarde en bij de tweede levenshelft van opstijgen en dus:

een nieuwe verbinding zoeken met de geestelijke wereld.

Ofwel van incarneren en excarneren, ofwel van ontvangen

en geven. Daarbij is er sprake van negen geboortes.

De eerste zes of zeven van die geboortes verlopen als

vanzelf: het zijn natuurlijke geboortes. Vanaf het 42e jaar

hangen de geboortes echter van onze eigen inzet af.

* Werken we na het 42e jaar niet bewust aan onszelf, dan

komen onze zielenkrachten in de sfeer van de neergang

van onze lichamelijke krachten en worden we depressief,

sacherijnig en ontevreden.

* Werken en leven we na het 42e jaar door alsof er niets

verandert, dan krijgen we na een aantal jaren een

gezondheid crisis bijvoorbeeld een hartaanval, ernstige

ziekte etc.

* Werken en leven we echter vanuit een groter bewustzijn

aan onszelf, dan komen onze zielenkrachten in de sfeer

van de ontluikende geest(krachten) en worden we

evenwichtige, wijze en liefdevolle mensen.

Bij onze biografie gaat het steeds om zevenjaarsfasen.

De Grieken deelden het leven van de mens al in tien fasen

van zeven jaar in: de Hebdomaden.

De Etrusken kenden zelfs twaalf Hebdomaden.

Deze indeling heeft grote invloed gehad op de westerse

cultuur. Vele denkers sloten zich, met allerlei variaties,

hierbij aan. Ook Rudolf Steiner gaat uit van tien

zevenjaarsperioden in de ontwikkeling van de mens.

Nieuw bij hem is de nadruk op de ontwikkeling die een

mens bij het doorlopen van die zevenjaarsfasen doormaakt.

Voor hem zijn de zevenjaarsfasen dan ook even zovele ontwikkelingstrappen.

Het grondpatroon van de reeks van zevenjaarsfasen

ziet er als volgt uit:

*3 keer 7 jaar, van 0 tot 21 jaar,voor de lichamelijk en

psychische ontwikkeling;

*3 keer 7 jaarvan 21 tot 42 jaar, voor de ziele-ontwikkeling

van een mens

*3 keer 7 jaar, van 42 tot 63 jaar voor de ontwikkeling

van de geest in de mens.

Psychotherapie is vooral gericht op het verleden

en op het verwerken van trauma’s uit het verleden.

Daarbij is deze therapie met name bedoeld voor

mensen die met onverwerkte ervaringen of trauma’s

kampen en die niet meer zo goed sturing aan hun eigen

leven kunnen geven.

Biografiewerk is daarentegen voor iedereen bedoeld

die inzicht in het eigen leven wil krijgen en is vooral

gericht op de toekomst.

Denk daarbij als voorbeeld aan een scheiding.

Bij psychotherapie ligt de nadruk op het verwerken van

de pijn, het verlies, de onmacht en de gekwetstheid.

Terwijl bij biografiek de nadruk veel meer ligt op de

mogelijkheden die door de scheiding ontstonden en

op de vraag of je die mogelijkheden ook daadwerkelijk

hebt gerealiseerd.

Er worden verschillende cursussen gegeven

in biografiewerk.

Ook kun je bijvoorbeeld biografisch coach worden en

anderen helpen om inzicht in hun levensgang te krijgen.

Zie daarvoor www.biografiek.nl Daar vind je ook het

bekende motto van Sören Kierkegaard: Het leven wordt

voorwaarts geleefd, maar achterwaarts begrepen.

Het basisboek voor het biografiewerk is nog altijd het

boek van Bernard Lievegoed: De levensloop van de mens.

Ook het boek van Gudrun Burkhard is een must voor

iedereen die zich in dit onderwerp wil verdiepen:

Je leven in de hand nemen, werken aan je eigen biografie.

Zie daarnaast: Mathias Wais, Biografische verkenningen.

Centraal bij het biografiewerk staat het inzicht dat wie het

grondpatroon van het leven kent, denk hierbij aan de zevenjaarsperioden, het eigen leven beter zal begrijpen.

De zevenjaarsperioden vormen daarbij de verschillende

groei- en ontwikkelingsfasen van de mens.

Deel 3

5. De eerste grote reeks van drie zevenjaarsfasen:

Van 0 tot 21 jaar

In de eerste drie levensfasen moet het lichaam ontwikkeld

worden om als instrument van de ziel en de geest te dienen.

In de eerste fase, van 0 tot 7 jaar, wordt vooral het fysieke

lichaam ontwikkeld.

In de tweede fase, van 7 tot14 jaar het etherisch lichaam.

In de derde fase, van 14 tot21 jaar het astrale lichaam.

Besef hierbij dat het gaat om een geestelijk wezen of

een individualiteit, een mens dus, die afdaalt vanuit de

geestelijke wereld en die zich nu stap voor stap vertrouwd

gaat maken met een fysiek lichaam en met de aardse

wereld. Het is dát geleidelijke proces, waarop gedurende

de eerste drie zevenjaarsfasen alle nadruk ligt.

De eerste zevenjaarsfase: van 0 tot 7 jaar:

Het is de taak van het kind om zich het fysieke lichaam, dat

door erfelijkheid bepaald wordt, eigen te maken en zo om

te vormen dat het bij zijn wezen past.

Kinderziektes bevorderen dit proces.

Gedurende de eerste zeven jaar worden alle cellen van het

lichaam vernieuwd en aangepast: iedere cel krijgt

individualiteit. Het afstoten van de melktanden is

het sluitstuk van dit vernieuwingsproces.

Als de zintuiglijke indrukken die het kind opdoet goed, veilig

en aangenaam zijn, voelt het kind zich prettig in zijn lichaam

en zal het er zich vanzelfsprekend mee verbinden.

Maar zijn ze onaangenaam en onveilig, dan zal het kind zich

terugtrekken en zich onvoldoende met het lichaam en de

aardse wereld verbinden. Pas later worden de gevolgen

daarvan merkbaar; te weinig geaard, moeheid, ziektes.

Het jonge kind heeft nog geen etherisch lichaam, 2e huid,

en staat nog helemaal open. Daardoor neemt het alle

indrukken in zich op. Ook voelt het alles wat er leeft in de

harten van de volwassenen om zich heen!

Het kind ontwikkelt zich door nabootsing of imitatie.

Te beginnen met rechtop lopen, spreken en denken.

Zo zou het ook kunnen leren schrijven!

Na het verwerven van deze drie vermogens begint, rondom

het derde jaar, de ik-ontwikkeling van het kind: het leert ik te zeggen. Tot dat moment gaan ook onze herinneringen terug:

ons herinneringsvermogen ontwaakt dankzij het ik-vermogen.

Let op je oudste herinnering: die zegt veel over je leven!

Veiligheid, warmte en liefde zijn essentieel. Is die er niet of

onvoldoende, dan kan het kind zich geen moraal verwerven;

een zuiver gevoel voor wat goed is en wat kwaad wordt dan onvoldoende gevormd.

Rond het zevende jaar komen de etherische krachten vrij,

die tot die tijd ín en áán de organen gewerkt hebben en

vormen het etherische lichaam. Deze fase wordt afgesloten

met de tandenwisseling: in plaats van de melktanden krijgt

het kind nu het eigen, individuele gebit.

De geboorte van het etherische lichaam is ook werkelijk de

tweede geboorte van het kind.

De tweede zevenjaarsfase: van 7 tot 14 jaar

Staat een kind in de eerste zevenjaarsfase nog helemaal

open, een kind in de tweede zevenjaarsfase van 7 tot 14 jaar

leeft in een eigen wereld. Een soort sprookjestuin, ommuurd

en afgesloten.

In deze fase is fantasie essentieel: prinsen, prinsessen en

draken bevolken de sprookjestuin. In deze veilige ruimte kan

het kind zich dankzij zijn fantasie verder ontwikkelen. Het kind

dat in deze fase geen fantasie kan ontwikkelen, wordt later

een eenzaam mens, omdat hij niet met behulp van fantasie en

creativiteit geleerd heeft om contacten te leggen.

In deze fase, met name vanaf het negende, tiende jaar, zijn ook

kunst en religieuze verhalen van onmisbaar belang: zo wordt

het gevoel van schoonheid en verwondering van het kind

gewekt. Was de eerste fase er één, waarin het kind mocht

beleven dat de wereld goed was, nu beleeft het kind, als de

situatie optimaal is, de wereld als een wereld vol schoonheid.

Het kind vereenzelvigt zich met sommige mensen om hem

heen en vereert en bewondert hen als autoriteit. Daarom is

een gevoelscontact met hen essentieel: zo leert het kind zich

aan hen te ontwikkelen. Wat de vereerde autoriteit denkt en

zegt, is voor het kind de waarheid en vormt de basis van zijn

latere wereldbeschouwing.

Is de autoriteit alleen maar dominant, dan klapt het kind

dicht en moet zichzelf later alsnog met leren openstellen.

Is de vereerde autoriteit te weinig autoriteit, dan gaat het

kind te veel in de buitenwereld op en kent het geen grenzen.

Bij de prepuberteit begint de muur rond de eigen

binnenwereld af te brokkelen en bij het aanbreken van de

eigenlijke puberteit stort de muur helemaal in: dan staat het

kind plotseling tegenover een vreemde en bedreigende buitenwereld.

Als het kind ongeveer veertien jaar oud is, wordt het astrale

lichaam geboren: zijn derde geboorte.

De derde zevenjaarsfase: van 14 tot 21 jaar

Omdat de muur rond de eigen binnenwereld is gevallen,

heeft de puber het gevoel alleen te staan tegenover een

bedreigende wereld. Eenzaamheid is dan ook een

grondgevoel.

Alleen de geboorte van de eigen persoonlijkheid kan hem

de kracht geven staande te blijven, en dus zelfstandig te

worden en minder afhankelijk van anderen te zijn.

In deze fase ontwaakt de liefde op tweevoudige manier:

allereerst lichamelijk als seksuele impuls, maar daarnaast

als een diep verlangen naar inspirerende idealen. Vanuit

een rechtvaardigheidsgevoel wordt hij rebels en opstandig:

voor hem moet de wereld wáár zijn.

Ouders en leraren moeten écht zijn, zichzelf. Ook moeten

de ouders in deze fase zichzelf omvormen van autoriteit tot

vriend. De zielenkrachten van voelen, denken en willen

ontwaken, maar zonder een sterke verbinding met elkaar.

De puber die vooral voelt, wordt groupie (fan), de denker

wordt een kleine filosoof en de puber met een sterke wil

wordt opstandig en soms agressief.

Tot slot…

6. De tweede grote reeks van drie zevenjaarsfasen:

van 21 tot 42 jaar

In deze fase wordt de ziel geboren en maakt de jonge mens

zich de belangrijkste zielenkrachten eigen: voelen, denken

en willen, ofwel: waarnemingsziel, verstands- gemoedsziel

en bewustzijnsziel.

Vanuit het astrale lichaam ontwaken de, grotere, krachten

van het voelen. Ofwel: de gewaarwordingsziel wordt

geboren: van 21 tot 28 jaar.

Vanuit het etherische lichaam ontwaken de, grotere,

krachten van het denken en de logica, ofwel: de verstandsziel

en gemoedsziel wordt geboren: van 28 tot 35 jaar.

Vanuit het fysieke lichaam ontwaken de krachten van het

bewustzijn ofwel: de bewustzijnsziel wordt geboren:

van 35 tot 42 jaar.

De vierde zevenjaarsfase: van 21 tot 28 jaar

In deze fase ligt de nadruk op de wereld van de gevoelens:

het hart spreekt, het hoofd zwijgt. Sympathie en antipathie

spelen een grote rol.

De jonge mens is sterk gericht op zichzelf: hoe denken

anderen over mij? Ook wil hij in zijn contacten met anderen

ontdekken wie hij nu eigenlijk zelf is.

Het zijn dus leerjaren, waarin de jonge mens moet leren om

zichzelf op te voeden.

De partner wordt in deze fase vaak gekozen als aanvulling

van onszelf: omdat hij of zij vermogens bezit die wij zelf

niet hebben. Pas in de volgende fase maken we een

individualiseringsproces door en hebben we deze

aanvulling niet meer nodig.

We zitten in deze fase nog vol idealisme en denken

bijvoorbeeld dat we onze alcoholische partner gemakkelijk

van zijn drankzucht te kunnen bevrijden, enzovoort.

De vijfde zevenjaarsfase: van 28 tot 35 jaar

De etherische krachten ontwikkelen zich tot logica en tot

intellectuele capaciteiten: het hoofd spreekt, het hart zwijgt.

In deze fase is de mens sterk naar buiten gericht en sterk

materialistisch ingesteld. Daarom wordt deze fase die van

het natuurlijke egoïsme genoemd.

Het is ook de fase van de Christusjaren: 30 – 33 jaar.

Daarom noemt Burkhard deze fase die van de dood en

opstanding: het natuurlijke egoïsme moet sterven om

ruimte te scheppen voor liefde en mededogen.

Wie zich er in deze fase voor openstelt, zal in deze jaren

de Christuskracht van liefde en mededogen mogen

ontvangen. Daarom moet de man in deze jaren zijn

anima ontwikkelen; gevoelskracht, en de vrouw haar

animus, ofwel haar kracht.

De zesde zevenjaarsfase: van 35 tot 42 jaar

Deze fase is die van de authenticiteitscrisis: je hebt een

persoonlijkheid opgebouwd; persona is masker of rol,

maar nu moet deze persona afgebroken worden om

ruimte te scheppen voor wie jij écht bent.

Door deze zelfbezinning kan de bewustzijnsziel geboren

worden. Je komt je eigen grenzen tegen: het blijkt dat

je bijvoorbeeld dat je alcoholische partner niet van de

drank kunt afhelpen etc.

Ook komt de grens van de dood in de verte in zicht.

Het zijn jaren waarin je leren moet dat het niet om hebben

gaat, maar om zijn.

Het 42e jaar vormt het grote omslagpunt in onze biografie:

dit omslagpunt wordt aangeduid als de midlifecrisis.

Bij deze crisis krijgen mensen vaak ook geestelijke ervaringen:

het begin van een nieuwe levensfase, waarin de geest

werkzaam wil worden in ons.

7. De derde reeks van drie zevenjaarsperioden: van 42 tot 63 jaar

Nu moet het astraallichaam, een klein beetje,

worden omgevormd tot geestzelf.

Het etherische lichaam moet, in de toekomst,

worden omgevormd tot levensgeest.

En het fysieke lichaam moet, in de toekomst,

worden omgevormd tot geestmens.

De vervolg lezing volgt

Varia:

1. Een jong kind heeft nog een voelbare verbinding

met de geestelijke wereld: het ziet kabouters, speelt

met onzichtbare vriendjes, enzovoort.

De oudere mens kan vanaf het 42e jaar, als de geest

actief wordt, opnieuw geestelijke ervaringen krijgen,

maar nu bewust.

2. Wilde je wel of niet graag aan dit leven beginnen?

Verliep de bevalling snel en was je meteen actief?

Of zag je tegen dit leven op: was er sprake van een

moeizame bevalling en was je een huilbaby.

3. Welke invloed hebben de gevoelens en emoties

van je moeder tijdens de zwangerschap op jou gehad?

4. Rudolf Steiner: Voor een leraar is niet zozeer zijn

kennis, als wel zijn zielsgesteldheid van belang.

5. De kracht van de nabootsing vormt zich later om

tot vrijheid. De liefdevolle autoriteit legt de basis voor

het gevoel van gelijkwaardigheid

De liefde voor mens en wereld vormt zich later om tot

een gevoel van broederschap.

6. Rudolf Steiner spreekt al in 1919 over het brengen

an redding aan kinderen die geheel anders waren dan

de kinderen van enkele decennia daarvoor, namelijk

pener en gevoeliger voor de nieuwe Tijdgeest Michaël.

7. Lucifer begint omstreeks het derde jaar op een kind

in te werken. Daardoor begint een kind ik te zeggen en

krijgt het herinneringen.

Omstreeks het negende/tiende jaar wordt Ahriman

actief: door zijn energie komt er een scheiding tussen

het kind en de wereld buiten hem. Daardoor verdwijnt

het magische levensgevoel geleidelijk en leert het kind

te oordelen en op een nieuwe manier te denken.

Zolang het kind nog een kind is, moeten de opvoeders

zorgen voor het evenwicht tussen Lucifer en Ahriman.

Als volwassene moet een mens zelf bewust dat evenwicht

leren bewaren.

Hans Stolp

Tot slot: de vragen

Vraag 1:

Ik sta op het punt een praktijk voor kinderbegeleiding te starten

zo kinderen, cliënten komen?

Antw.: Je zult steeds meer nieuwe tijds kinderen zien die geen diploma’s halen want de school is het grootste onding die

nieuwe tijds kinderen kennen en ze zullen het saboteren waar

het maar mogelijk is. Ze zullen weigeren om papiertjes alleen

maar omdat wij ouderen vinden dat dat nodig is. Maar het

gekke is ze zullen heus datgene bereiken en gaan verzetten waarvoor ze gekomen zijn. Als jij voelt vanuit je hart dat dit je

weg en tijd is, ga ervoor! En als jij voelt vanuit je hart dat dit

je weg is dan zal je ook ervaren dat dit gezegend wordt.

Het ergste wat je kan overkomen is de bijstand, nou en? Als je vanuit dat vertrouwen gaat wordt je de weg gewezen, dus ga

er voor! De mensen die hun hart durven volgen die dragen bij

aan de samenleving zoals die bedoeld is.

Vraag 2:

Hoe vindt je een balans tussen vertrouwen, beschermen

en loslaten?

Antw.:

Kijk eens goed naar jezelf. Ben jij een type overbezorgde moeder

of vader. Kan het zijn dat jouw eigen levenservaringen er voor zorgen dat jij je extra bezorgd maakt? Wil je echt elke avond als

je slapen gaat bidden voor je kinderen en bidden voor jezelf dat

je voldoende vertrouwen krijgt om ze vrij te laten op hun weg.

Daar gaat het om en vergeet niet, alles wordt geleid. De dingen

die gebeuren in ons leven, die liggen voor het grootste deel vast. Dit is de tijd van werken aan ons zelf. Zo eerlijk mogelijk,

zo kritisch mogelijk.

Vraag 3:

Ik zit in het onderwijs en ik voel wat jij bedoelt met het laten

zien van hun menswording. Maar het voelt eenzaam voor me.

Hoe krijg ik verbinding met mijn collega’s?

Antw.:

Ik benijd je niet als je op dit moment onderwijskracht bent in een systeem wat eigenlijk niet meer deugt. De onderwijskrachten deugen wel maar die zijn met handen en voeten gebonden omdat de CITO-toets moet en dit en dat en dat is rampzalig. Hoe helderder je dit gaat zien, hoe eenzamer je wordt. Ik kan dus geen antwoord geven. Ik kan alleen maar zeggen kijk naar jezelf en naar wat het met je doet. Er zijn schooltypes, Montessori, de Vrije School, waar iets positiefs in besloten ligt en misschien kun je daar gaan werken. Maar de één voelt, ik moet in het oude systeem blijven om daar iets los te peuteren. Als je dat niet meer aankunt dan is het misschien tijd om te kijken waar jij je wel kunt inzetten.

In het algemeen is het zo dat voorlopers mensen zijn die een portie eenzaamheid krijgen te doorstaan. Joanna Klink heeft een boekje geschreven: “Vroeger toen ik groot was”, over karmische herinneringen van kinderen. Tot aan haar dood heeft ze geleden onder de afwijzing van haar collega’s in de kerkelijke wereld en was ze eenzaam. Maar ze wist ook dat dat hoorde bij haar opdracht die ze op zich had genomen. Je ziet excessen op scholen in Nederland en in het buitenland en het gaat alleen maar erger worden.

Als kinderen te vroeg in het denken worden getrokken, met name nieuwe tijds kinderen met hun gevoeligheid, dan krijgt hun geweten geen kans om op de juiste manier volgroeid te raken en raken ze voortijdig de verbinding met hun engel kwijt en daardoor hebben ze onvoldoende vertrouwen en zelfvertrouwen. Zo simpel vertelt de esoterische traditie het al jaren. Als we zo door gaan met type onderwijs dan zullen de excessen alleen maar toenemen en erger worden. Dan klinkt steeds de vraag door hoe komt het dat jongeren zo ontaarden. Aan ons dan de taak om, aan iedereen die luisteren wil, het uit te leggen. De verandering moet van onderuit komen. Kortom hier zit in de tweede fase die in deze tijd begint, heel veel werk. Spirituele bewustwording is er. Nu moet het op alle

vlakken van de samenleving worden in gedragen en gerealiseerd worden. Een uitdagende klus maar ook fascinerend mooi dat het eindelijk mag gebeuren.

Vraag 4:

Welke voorbeelden heb je van begeleid worden vanuit de geestelijke wereld?

Antw.:

Begin simpel bij jezelf. Kijk eens naar die zogenaamde toevalligheden in je leven en leer te ontdekken dat achter die

toevalligheid veel meer zat dan toevalligheid, maar leiding vanuit de geestelijke wereld. Ontdek in je eigen leven die toevalligheden en besef dan hoezeer er leiding is vanuit de geestelijk wereld. Het gaat er om dat we zelf wakker worden en dat we gaan zien, elke avond voor het slapen, of je vandaag iets hebt ervaren.

Vraag 5:

Is humor het elfde gebod?

Antw.: Nou en of!!!

Vraag 6: Ik heb een dochter van 9 maanden en zij heeft een

hartprobleem en mijn vraag is hoe kun je hier als ouder het beste mee om gaan?

Antw.:

Ik denk door manier waarop je het nu doet. Iedereen voelt dat

jij deze vraagt stelt vanuit de liefde van je hart en dat geeft je je dochter en dat is wat ze nodig heeft. Ze heeft kennelijk niet het gemakkelijkste leven gekozen als je aan het begin van je leven

al met zo’n probleem geconfronteerd wordt. En ze heeft jou als moeder gekozen omdat ze voelt bij deze moeder zal het lukken

om er door heen te groeien en toch nog mezelf te blijven en te worden. Kortom, blijf in de gevoeligheid van je hart. Als je haar vanuit dat gevoel bijstaat dan gaat het heus goed. Niets anders hoeft. Bedankt voor je vertrouwen.

Vraag 7:

Je had het zo net over de twee fase. Kun je zeggen wat je daar

mee bedoeld?

Antw.:

Er breekt een totaal nieuwe tijd aan. Oude antwoorden werken

niet meer. Als kind ging ik vroeger naar de kerk en zoals de dominee het zei, had je te geloven en te leven. Zo is mijn hele generatie opgevoed. Nu ontdekken we, zo werkt het niet meer.

We moeten niet naar anderen luisteren, we moeten naar binnen leren luisteren en dat is een enorme overgang.

De spirituele traditie in onze tijd is begonnen, zoals we hier zijn, met z’n allen hebben we gevoeld er wordt iets nieuw gevraagd.

We zijn begonnen aan die weg om autoriteiten los te laten en

naar binnen te luisteren. Veel mensen zeiden, als ik goed luister, dan weet ik dat ik hier vaker geweest ben. Van binnen weet ik

dat dood niet dood is. Toen kwamen er allemaal nieuwe antwoorden vrij. Kortom we kwamen weer in verbinding te staan met de geestelijke wereld. Toen ik theologie studeerde werd er

wel gezegd: “Ach, hemel en hel, houd er maar over op. Eigenlijk

is er niks”. Dat was de laatste oude theologie, die wist het niet meer. Nu krijgen we het omgedraaid. We luisteren naar binnen, allemaal op zoek naar ons eigen weten en er komen hele nieuwe antwoorden vrij. Dat was de eerste stap. Nu komt de tweede stap. We zijn wakker geworden. Steeds meer mensen ontdekken, we zullen anders moeten gaan leven en nu zal er een nieuw onderwijs moeten komen, er zal een nieuwe geneeskunde moeten komen, een nieuwe advocatuur, een nieuwe economie, een nieuwe rechtspraak, vergeven zullen we moeten leren in plaats van vergelden.

Dus de eerste fase was het wakker worden, waar gaat het om,

naar binnen leren luisteren. De moet hebben naar je eigen antwoorden te luisteren en naar niks anders.

De tweede fase is heel gericht in de samenleving aan het werk.

Ik ben heel benieuwd waar dat de komende tien jaar naar toe

gaat leiden.

Iemand: Ik heb geen vraag, maar ik ben die eenzame ziel uit het onderwijs en ik wou mensen uitnodigen die zich hier in herkennen om na afloop even bij elkaar te komen zodat er iets van een netwerk kan ontstaan van mensen hier in deze omgeving.

Hans: “Dit vind ik prachtig dit is nou precies zoals de tweede fase moet beginnen. Jij hebt de moed om op te staan. Mensen die mee willen doen kunnen dat ook later bij het bestuur melden. Je tranen in stilte zijn dus heel vruchtbaar en leveren dit op. Applaus!

Ter afsluiting. Maak er wat van de komende tien jaar en heel veel succes en plezier en heel veel humor er bij. Ik bedank jullie dat ik hier op dit jubileum er bij mocht zijn. Ik heb er van genoten om deze avond met de Friezen te mogen vieren.

Tenslotte, voor mij altijd het mooiste, nog dit: Altijd weer als mensen zich zo kwetsbaar, zo onbevangen, en zo met een open hart meedoen, dan gebeurt er iets. En ik denk dat iedereen dit

kan voelen en gevoeld heeft, het is hier hartstikke vol geworden.

De geestelijke wereld is volop in ons midden aanwezig.

Het ontroerende is er staat een hele kring van Engelen om ons heen, maar er zijn ook veel gestorvenen gekomen en het is

heel ontroerend om te zien dat de gestorvenen voelen daar gebeurt iets, daar wordt iets duidelijk en die begrijpen en meemaken wat er nu gebeurt. Het mooiste vind ik om te zien dat kosmische Christus zelf, de allerhoogste geest van de ware liefde hier stralend in ons midden staat. Heel groot en lichtarmen die zo over ons zijn uitgespreid en vanuit zijn handen komen allemaal draden van licht en naar elk hart zie ik zo’n draad gaan. Dan is het voor mij weer zo helder. Hij doet het eigenlijke werk, Hij is het die onze harten aanraakt en die daar iets in neerlegt, bewust maakt, troost geeft, hoop geeft. Daarom kan mijn slotwens alleen maar deze zijn: Moge datgene wat Hij zelf, de kosmische Christus

in jouw hart heeft aangeraakt, bewust gemaakt, getroost, geheeld, moge dat gezegend worden zo dat je vanavond thuis, morgen

zult voelen er is iets van binnen gebeurd en als je dat dan voelt

zeg dan even heel eenvoudig: dank je wel en ga verder op je weg maar weet dan, ik sta er niet alleen voor. Ik wordt gedragen,

ik wordt geleid hoe mijn weg ook is. Bedankt, wel thuis, tot ziens.

Hans Stolp