Toen ik nog niet geboren was
en leefde in het stralende licht
van de geestelijke wereld, waar alles
liefde is, bereidde jij, mijn Engel,
mij voor op het komende leven.
Je zei: straks daal je af naar de aarde
om daar de lessen in liefde te leren.
Je zult het niet gemakkelijk hebben
en eenzaamheid, verdriet en pijn
moeten doorstaan. Maar alleen zó
zul je kunnen groeien in liefde.
Je vertelde me ook dat ik op aarde
zou moeten leren op eigen benen
te staan en behalve dat zou moeten
leren om niet alleen liefde te geven,
maar ook om die te ontvangen.
Want, zei je, alleen wie ontvangen kan,
kan geven. Dat wordt jouw levensles.
Toen ik afdaalde naar de aarde
en de vergetelheid als een wolk
over mij heen viel, verloor ik gaandeweg
de directe verbinding met jou.
Maar ook al ben ik me vaak niet bewust
van jou, je blijft ook nu voor mij zorgen.
Je leidt mij liefdevol door al mijn lessen heen,
je inspireert mij en helpt mij te groeien.
Waar ik toeval zie, ben jij aan het werk.
Waar ik inzicht vind, werd dat mogelijk
door jouw influistering. En waar ik
ondanks alles staande bleef, gaf jij
mij kracht. Jij, mijn Engel, mijn houvast.
En straks, op de grens van leven en dood,
zal de sluier wijken en zal ik jou terugzien.
Met intense dankbaarheid zal ik in je armen
vallen en ik zal voelen: ik ben thuis.
Hans Stolp