Jij, Michaël, die uit louter licht geweven werd, jij,
die vurig straalt en schittert als was je de zon zelf, jij,
de grootste der aartsengelen, je straalt als een helder licht
in het midden van de kring van de zeven aartsengelen,
zoals de zon te midden van de planeten straalt.
Jij, Michaël, waar wij mensen steeds verder en steeds
dieper afdaalden tot in de wereld van het duister,
bleef jij ons verbinden met de wereld van het licht.
Jij hult de aarde in jouw licht. Je bent de brug
die ons ook nu verbindt met de geestelijke wereld,
vanwaar we eens kwamen en waar onze toekomst ligt.
Jij, Michaël, als wij ons verbinden met jou, zullen wij
de weg naar ons ware huis terugvinden. Je leert ons
te denken met ons hart en niet alleen met ons hoofd.
Je leert ons, hoe we onszelf kunnen opvoeden
en hoe we onze emoties en driften kunnen beheersen
en meester worden. Jij, Michaël, jij bent onze leraar.
Als wij ons met jou verbinden, wijkt de verwarring.
Als jouw licht in ons hart begint te stralen, wordt er
helderheid geboren.
Waarom wordt tot daarom en inzicht vervult ons.
Zo worden wij een wetende, dankzij jou.
Jij, Michaël, je bedwingt de draak onder je voeten.
Je zegt: Ik geef je de kracht om de draken van de angst,
de vertwijfeling en van een soms tomeloze agressie
te beteugelen. Ik geef je de kracht om sterker te worden
dan de donkere driften die in jou leven. Zo maak je
ons tot drakendoder en worden wij jouw leerling.
Jij, Michaël, achter jou rijst de gestalte van Christus,
de Geest van de Ware Liefde op. Jij bereidt voor Hem
de weg. Daarom vraag je van ons, onszelf tot liefde
om te vormen. Dan immers, en dan alleen, wordt ons hart
de woonplaats van de ware liefde, van Christus zelf.
Michaël, jij die straalt als de zon, bij jou wil ik schuilen,
aan jou wil ik groeien. Jouw leerling wil ik zijn.
Hans Stolp