Michaël leert ons denken met ons hart

1.

De mens dacht vroeger met zijn hart

Wij kunnen ons maar moeilijk voorstellen dat de mens

in oude tijden niet met zijn hoofd dacht, maar met zijn hart.

Toch was dat zo: het hart was in die voorbije tijden het

denkorgaan van de mens, en niet zijn hersens.

Zelfs Aristoteles, de grote Griekse filosoof, hij leefde

omstreeks 350 v. Chr. vertelde nog dat het hart het centrale

orgaan van het denken is. En in oude Chinese geschriften, vastgelegd op bamboelatjes, staat geschreven dat het hart

een eigen denken kent.[1]

De gedachten die in het hart van de mens omgingen,

waren ingevingen vanuit de geestelijke wereld.

Het waren dus intuïtieve gedachten en zeker niet de

logische, rationele gedachten of overwegingen die wij tegenwoordig kennen.

Dat betekent dat de mens in die oude tijden zijn

gedachten als ingevingen beleefde die vanuit een hogere

wereld kwamen en een direct geschenk van de goden

waren.

Daarbij gold dat hoe zuiverder iemands hart was, hoe

zuiverder de gedachten of ingevingen waren die in hem

leefden. De priesters en priesteressen moesten daarom

de zuiverheid van het eigen hart voortdurend behoeden,

en wel met een uiterste zorgvuldigheid.

Omdat het vroegere denken van het hart een onbewust,

intuïtief denken was, was het de mens in die tijd

ook niet mogelijk zijn gedachten te ordenen, te verklaren,

toe te lichten of uit te leggen.

De opkomst van het logische denken

Het was in de Grieks-Romeinse cultuurperiode,

die omstreeks 747 v. Chr. begon en omstreeks

1413 na Chr. eindigde, dat de mens een ander,

een nieuw denken ontwikkelde en in de eeuwen daarna

tot steeds groter bloei bracht.

Het was dezelfde Aristoteles die met zijn logica de basis

voor dit denken legde. [2]

Dit andere, nieuwe denken is echter niet aan ons hart

gebonden, maar aan ons hoofd, en wel aan onze hersenen.

Het oude denken van het hart was, zoals gezegd, een gave

die ons vanuit de geestelijke wereld geschonken werd.

Daarbij waren het de engelen die de mens hun gedachten schonken.

Maar dit nieuwe denken kwam uit de mens zelf voort.

En wel uit het verstandelijke denken dat door onze

hersenen mogelijk wordt gemaakt.

Dit denken-met-de-hersenen heeft inmiddels een

hoge vlucht genomen: onze hele cultuur is doordrongen

van dit op de aarde gerichte, materialistische denken.

Kenmerkend voor dit denken is dat het van het vroegere

denken verschilt als de nacht van de dag.

De gedachten die leefden in het oude denken van het hart

kwamen immers regelrecht uit de geestelijke wereld.

En omdat deze gedachten in het hart leefden, wist de mens

dat zij juist en waar waren: het hart weet immers.

Daarom had het oude denken geen logica nodig.

Hans Stolp

[1] Zie Marie Thérése Lips, “Denken vanuit je hart”

Uitg. Ankh-Hermes, 2005

[2] Aristoteles voerde de logica in als manier om

wetenschap en filosofie te bedrijven.

De logica is een redeneerkunst, een wetenschap

die zich bezighoudt met de formele regels

van het redeneren.

Het nieuwe denken kwam echter uit de mens zelf voort.

Daarom beperkten de gedachten die uit dit denken

voortkwamen, zich tot de aardse wereld en dus tot alles

wat te bewijzen valt.

Vergeleken met het oude harte-denken was dit nieuwe

denken dan ook koud. Het harte-denken werd immers

doorstraald door het licht en de warmte van de

geestelijke wereld, maar dit nieuwe denken komt ‘alleen

maar’ uit de aardse wereld en uit onze hersenen voort.

Vergis je overigens niet: ook al lijkt deze overgang van

het oude harte-denken naar het verstandelijke denken

van de hersenen een verlies of achteruitgang, het is in

wezen een stap vooruit. Want dankzij deze ontwikkeling

kreeg de mens de mogelijkheid om nu ook zelf het

meesterschap over het denken te verwerven.

Daarbij moest de mens dit vermogen vanuit het

allerlaagste niveau; het denken met de hersenen,

opbouwen om het vervolgens stap voor stap om

te vormen tot een stralende denkkracht, waarin liefde

en denken tot één zijn geworden.

En iedereen weet dat dit laatste op dit moment

nog lang niet het geval is.

Dit alles betekent dat de mens bewust zal moeten

werken aan het ontwikkelen van zijn denkvermogen

om het tot een steeds hoger niveau om te vormen.

Het moet opnieuw een levend, warm denken worden dat

weer met het hart verbonden is. De liefde leeft immers in

het hart: daar alleen is de bron ervan te vinden.

Het denken is een geschenk van Michaël

Het was de grote aartsengel Michaël onder wiens leiding

de ontwikkelingen rond het denken zich voltrokken.

Hij was het die het mogelijk maakte dat de stralende,

levende denkkracht van het hart vanuit de geestelijke

werelden afdaalde naar de aarde om daar aan de mens

geschonken te worden.

Weliswaar verloor het denken daarbij de warmte en de

levende kracht die het in de geestelijke werelden bezat,

maar alleen zo kon het als een beginnend denkvermogen

aan de mens geschonken worden.

Daarbij werd dat beginnende denkvermogen op aarde aan

het hoofd van de mensen, en wel aan hun hersenen, gebonden.

Het was dankzij dit geschenk dat de Grieks-Romeinse cultuurperiode de tijd kon worden, waarin de mens tot

steeds grotere denkprestaties in staat raakte.

Velen wijdden zich in die tijd bijvoorbeeld aan filosofie

en retorica, de kunst van de welsprekendheid of van het overtuigen-met-woorden. Deze geliefde studies, die tegelijk

ook een kunst genoemd mogen worden, hielpen de mensen

om hun denken te ontwikkelen.

Het tijdperk van Michaël

In 1879 begon het tijdperk van de aartsengel Michaël op aarde.

Alle zeven aartsengelen inspireren, elkaar daarbij afwisselend,

het leven op aarde gedurende een periode van ongeveer

350 jaar. Gedurende die tijd zijn zij de inspirerende geest van

dat tijdvak, ofwel de genius van de cultuur in dat tijdvak.

De aartsengel Michaël is dus vanaf 1879 de aartsengel van

onze tijd. Wat betekent dat voor ons thema? En dus: wat

bewerkt en inspireert Michaël op het gebied van het denken?

Michaël wil ons denken opnieuw met ons hart verbinden,

zodat wij weer leren denken met ons hart.

Dat houdt overigens geen terugkeer in naar de vroegere, onbewuste manier van denken met het hart. Dat was immers

een geschenk van de goden die hun gedachten in ons hart neerlegden. Nee, Michaël wil ons leren het bewuste denken,

zoals wij dat nu inmiddels kennen en beheersen, om te vormen

tot een hoger denken: tot een bewust denken met ons hart.

Ons hart moet weer ons denkorgaan worden.

Nu is denken met ons hart een heel andere vorm van

denken dan het logische denken van onze hersenen.

Misschien kan ik dat verschil het beste toelichten met een voorbeeld. Stel je voor dat je al enige tijd worstelt met een probleem, waarvoor je maar geen oplossing kunt vinden.

Tot je op een morgen wakker wordt en plotseling het antwoord weet. Je ziet de oplossing voor je. Daarbij overzie je het geheel

dus alle facetten van het probleem en de verschillende aspecten van de oplossing, als het ware met één blik, met één oogopslag. Het is als een mozaïek, waarvan nu alle stukjes op hun plaats liggen. Je merkt ook meteen: dit is een wéten, en geen kennis

van het hoofd. Daarom voel je ook direct dat het klopt.

Dat is dus het denken van het hart: dat je alles met een blik

overziet en dat je vanbinnen weet dat het wáár is.

Het logische denken analyseert en lost het probleem stukje

bij beetje op: als je dit doet, dan gebeurt er dat, en als je dan vervolgens dat doet, gebeurt er dat, enzovoort.

Het logische denken voltrekt zich stap voor stap.

Het denken met het hart staat het weten centraal, een weten

dat een totaaloverzicht heeft over het geheel.

Niet voor niets spreken we tegenwoordig steeds vaker over

het holistische denken. Dat is een denken dat uitgaat van het geheel en dat de samenhang tussen alle onderdelen met één

blik overziet. Het heersende denken, het hersen-denken, is er

juist op ingesteld is om te ontleden en elk onderdeel op zich

onder de loep te nemen.

Deze ontwikkeling wordt door de geneeskunde gespiegeld:

de heersende manier van denken op medisch gebied is tot

nu toe het analytische, ontledende denken. Maar nu zien we daarnaast steeds meer de holistische geneeskunde opkomen

die uitgaat van het geheel en die bij ziekte niet alleen de

aandacht richt op dat ene zieke orgaan, maar die in die ziekte

een verstoring van evenwicht ziet tussen de verschillende

organen van het lichaam onderling.

De krachten van de materie beginnen ons meer en meer te beheersen

Wij mensen zijn door de ontwikkeling van het hersen-denken langzamerhand denkautomaten geworden.

Wij verloren meer en meer de verbinding met onze intuïtie.

Ook raakten we steeds eenzijdiger gericht op de wereld van

de materie. We vergaten in toenemende mate dat er ook nog

een wereld bestaat die ons hersen- denken niet kan waarnemen

of bewijzen: de geestelijke wereld.

Daardoor zijn we de verbinding kwijtgeraakt met de wereld van onze herkomst en onze bestemming en raakten we opgesloten

in de beperkte wereld van de materie.

Het is daarom dat dit denken een dood denken wordt genoemd: het kent en respecteert alleen de wereld van de materie,

maar ontkent de levende wereld van de geest.

Wanneer deze ontwikkeling ongestoord door zou gaan,

zouden wij sterven: de geest in ons zou sterven en wij

zouden zijn overgelaten aan de wereld van de materie.

Het was Michaël die deze ontwikkeling eeuwen geleden

al zag aankomen. Daarom zet hij in deze tijd alles op alles

om ons te bevrijden uit de beknellende greep van de materie

om ons weer te verbinden met de levende krachten van de

geest. Dat kan alleen maar, zo maakt Michaël ons keer op keer duidelijk, als wij ons denken weer omvormen, ofwel verheffen,

van een hoofd-denken tot een harte-denken.

Denken met het hart

Het moge duidelijk zijn dat we de door Michaël bedoelde

overgang van denken, van hersen-denken naar harte-denken,

niet in één, twee generaties zullen bereiken. Daarvoor is deze overgang te ingrijpend. We moeten stap voor stap naar dit

hogere denken toegroeien.

Daarbij geeft Michaël aanwijzingen, hoe wij ons ieder

persoonlijk op deze overgang kunnen voorbereiden

en hoe we daaraan kunnen bijdragen.

De belangrijkste opdracht die hij ons daarbij geeft is;

om allereerst de krachten van ons hart te versterken

en te verlevendigen.

Dat kan bijvoorbeeld door ons écht te leren verplaatsen in

de ander en daarbij alle oordelen en stokpaardjes los te laten.

Denk niet dat dit gemakkelijk is, integendeel.

We moeten namelijk leren onszelf als het ware bij de ontmoeting met de ander los te laten en achter ons te laten, zodat we een vreemde worden voor onszelf.

Dat betekent dat we alle gevoelens, normen, vanzelfsprekende ideeën en gedachten die ons gewoonlijk meteen tot allerlei oordelen brengen zoals dat is goed, dat is niet goed,

dat is leuk en dat is niet leuk, opzij moeten zetten om heel open

en volstrekt onbevangen naar de ander te kunnen luisteren.

Alleen dan kunnen we écht leren kijken door de ogen

van de ander.

Hoe meer we op deze manier onze oprechte aandacht

voor de ander leren ontwikkelen, hoe meer ons hart er

al doende op wordt voorbereid om ons nieuwe denkorgaan

te worden. Wanneer we namelijk met een open hart naar

de ander luisteren, zullen we met mededogen en bewogenheid over de ander gaan denken.

Zo leggen we de basis voor een denken met het hart

dat warm en innig is.

Michaël, de wegbereider van Christus

Als we naast dit alles ook nog bedenken dat het Christus zelf is

die leeft in ons hart, dan wordt het nog duidelijker, waarom Michaël ons wil leren denken met ons hart.

Want wanneer we het nieuwe harte-denken ontwikkelen,

een denken vol mededogen en bewogenheid, kan Christus zelf actief worden in ons denken. Dan kan Hij opstaan in al onze gedachten en in al onze inzichten.

Daarmee wordt duidelijk, waarom Michaël de omvorming

van ons denken zo belangrijk vindt: hij is immers de

wegbereider van Christus op aarde en daarom is hem er alles,

maar dan ook werkelijk alles, aan gelegen dat Christus kan

opstaan in ons denken. De omvorming of verheffing van ons hersen-denken tot harte-denken is een grootse voorbereiding

op die allesbeslissende gebeurtenis.

Vergis je overigens niet: ons hersen-denken was een geschenk,

en blíjft een geschenk. Maar nu mogen we dit denken met

behoud van de bewuste, logische kwaliteiten ervan, verheffen

tot het hogere denken van ons hart.

Wanneer dat gebeurt, zullen we steeds duidelijker zien hoe het oude, onbewuste en intuïtieve harte-denken van vroeger,

door de fase van het hersen-denken heen, werd omgevormd tot

de hogere, bewuste vorm van harte-denken van de toekomst.

Een harte-denken dat wéét en dat het geheel met een blik

overziet en daarom ook holistisch is.

Naar dat denken zijn wij onderweg.

Michaël stelt aan ieder van ons de vraag:

heb jij al leren denken met je hart?

Hans Stolp