“Ouderdom: de bekroning van het leven”

Een bijzonder citaat

Toen ik mij voorbereidde op een themadag over de tweede levenshelft, de jaren dus vanaf ons 42e levensjaar tot aan onze dood, trof mij een citaat van Rudolf Steiner.

Ik kende het al, maar het raakte mij opnieuw en wel zo diep,

dat ik de themadag begon met het voorlezen van dit citaat.

Het is geen gemakkelijk citaat, maar wel heel rijk.

Zijn diepere schoonheid onthult het vooral wanneer je het

een poosje in een meditatieve sfeer met je meedraagt.

Mijn eigen ervaring is, dat er dan nieuwe werelden voor je opengaan. De uitspraak die ik bedoel is deze:

“De aarde is nog niet in verval geraakt, omdat er mensen zijn,

die heel lang in hun lichaam blijven en het lichaam daarom herscheppen tot spiritualiteit. Zij ontstijgen het verval van het lichaam en bewijzen dat je meer bent dan je lichaam en helpen daarom de aarde uit Ahriman’s (Satans) bereik te trekken.”(1)

Wat wil dit citaat ons zeggen?

Vooral oudere mensen (vanaf 63+) krijgen de kans om geestelijk,

meer dan in vroegere jaren, naar een verdiepte wijsheid toe

te groeien. Niet voor niets wordt de oudere mens trager en langzamer. Dat heeft een bijzondere reden en wel deze: dat je daardoor als ouder wordend mens als vanzelf op zoek gaat

naar verdieping en naar een verdergaand inzicht.

Om die verdieping mogelijk te maken is verstilling nodig,

evenals het vertragen van het levenstempo. Trager worden is

dus de voorwaarde die geestelijke verdieping mogelijk maakt!

Zo gezien is het rustiger levenstempo van oudere mensen

een geschenk! Erger je dus daar niet aan: niet bij de kassa van

de supermarkt en evenmin wanneer jijzelf trager wordt.

Want daardoor kunnen oudere mensen naar een hogere wijsheid toegroeien. Dit geschenk van de wijsheid dat oudere mensen

eerst zelf mogen veroveren en vervolgens aan de aarde en de mensheid (meestal zonder woorden) mogen schenken, heeft

grote gevolgen zegt Steiner.

Het bevrijdt de aarde en de mensheid, althans gedeeltelijk,

uit de verstarring, de botheid en het beperkte denken waarmee Ahriman ons in deze tijd steeds sterker belaagt. Als dit klopt

(en naar mijn diepste beleving is dit waar), zijn oude mensen

die zich geestelijk blijven ontwikkelen, ook al worden ze trager

en takelt hun lichaam verder af, een onmisbaar geschenk voor

de mensheid.

Zonder deze geschenken zou de aarde al lang uiteen zijn gevallen. Daarbij geldt ook nog eens dat, hoe ouder de mensen worden,

hoe meer ze te schenken hebben, omdat ze een steeds transparanter kanaal worden voor de heilige, genezende energieën uit de geestelijke wereld.

Zo gezien is oud worden, een bekroning van het leven,

omdat het de allerbelangrijkste geschenken mogelijk maakt

die een mens de aarde en de medemensen maar schenken

kan: redding van de aarde en de mensheid.

Het geschenk van bijzondere, creatieve krachten

Maar hoe en wanneer wordt die verdiepingen

en vergeestelijking van oude mensen eigenlijk mogelijk?

Dat wordt mogelijk wanneer de ouder wordende mens zich innerlijk richt op de geestelijke wereld: de wereld waar we eens vandaan kwamen en waarheen we nu weer onderweg zijn.

Met name wanneer de ouder wordende mens de gedachte aan

de dood niet verdringt, maar heel bewust toelaat en zich daarbij bezint op de weg die straks, voorbij de dood, mogelijk wordt,

zal hij iets heel bijzonders ervaren. Dan zullen hem of haar

namelijk vanuit de geestelijke wereld waarmee hij nu steeds intenser verbonden raakt, bijzondere, geestelijke en creatieve krachten toestromen. En wel krachten die een heel nieuwe ontwikkeling mogelijk maken. Dat gebeurt echter alleen,

wanneer de ouder wordende mens als het ware meebeweegt

met het ritme van het leven en de dood dus niet verdringt, maar ontspannen, in vrede en in zekere zin zelfs verwachtingsvol mee leert om te gaan. En wel, omdat we dan onze geliefden die ons

zijn voorgegaan, de engelen en Christus zelf mogen ontmoeten.

De krachten die de oudere mens dan vanuit de geestelijke wereld toestromen zijn werkelijk inspirerende en creatieve krachten.

Uit allerlei voorbeelden wordt de werking van die inspirerende krachten duidelijk.

Goethe heeft rond zijn 70e jaar zijn dan nog onvoltooide Faust, misschien wel het hoogtepunt van zijn literaire werk, verder geschreven en afgerond.

Bach schiep na zijn 63e jaar “Die Kunst der Fuge” dat door velen

wordt gezien als een onbetwistbaar hoogtepunt van zijn werken.

En Wagner componeerde na zijn 63e zijn “Parsifal”(2)

Allemaal voorbeelden van het feit dat na het 63e levensjaar

nieuwe creatieve krachten ons beginnen toe te stromen

die nieuwe hoogtepunten mogelijk maken.

Hans Stolp

(1) Renée Zeylmans noemt deze uitspraak van Rudolf Steiner

in haar boek “Ouder worden, verleden-heden-toekomst”

Uitgeverij Cichorei, 2014 blz. 39. Rudolf Steiner deed

deze uitspraak in een gesprek met Erna van Deventer Wolfram.

(2) Zie A.J.Welram, “De menselijke levensloop”

Uitg. Vrij Geestesleven, 3e druk, 2001, blz. 112

Deze nieuwe krachten zijn ook genezend

De geestkrachten die de mens na zijn 63e jaar toestromen

zijn ook genezende krachten. Hoe kan dat?

Wie als oudere bewust streeft naar verdieping en naar

verdergaand geestelijk inzicht en wie zich deze inzichten

tot in het diepst van zijn hart en ziel bewust maakt, werkt

daardoor ook krachtig in op zijn fysieke lichaam:

hij herschept het tot spiritualiteit.

Tot in alle cellen van zijn lichaam werkt deze omvormende

kracht van deze nieuwe spiritualiteit door. Daarom begint

zijn lichaam gaandeweg steeds meer geestelijke energieën

uit te stralen die genezend inwerken op de aarde

en de mensheid.

De psychiater Welman, die jarenlang geneesheer-directeur

was van het psychiatrische ziekenhuis Brinkgreven in

Deventer, vertelt over ouder wordende mensen:

“In mij praktijk heb ik talrijke (oudere) mensen ontmoet met ernstige lichamelijke kwalen zoals een maagzweer of reuma,

die deze klachten min of meer overwonnen in deze fase en

nog vele jaren daarna actief konden zijn. Anderen slaagden

er weliswaar niet in hun werk weer op zich te nemen, maar

hun innerlijke vrijheid, hun zelfstandigheid van geest, hielp

hen het leed te overwinnen dat door hun lichamelijke

klachten of ziekte was ontstaan.” (3)

Je kunt dus door die nieuwe geestelijke energieën die ons

(vanaf 63+) vanaf de einder beginnen toe te vloeien,

genezing van lichamelijke kwalen vinden, of, als dat niet

mogelijk is, in ieder geval het daarmee verbonden leed

overwinnen. Dat zegt iets over de kracht en rijkdom van

deze nieuwe geestkrachten die de ouder wordende mens geschonken worden, als hij oprecht verdieping

en wijsheid nastreeft.

Opengaande vergezichten.

Door de sterkere verbinding met de geestelijke wereld,

begint de ouder wordende mens bovendien te ervaren

dat de sluier, die de aarde afschermt van de geestelijke

wereld, langzaam doorzichtig begint te worden.

Daardoor wordt de verbinding met de geestelijke wereld

sterker en krachtiger dan ooit voelbaar. Let wel: dat geldt

alleen voor de mens die naar een dieper inzicht streeft dat

het denken van het hoofd te boven gaat.

Wie op die leeftijd niet de stap heeft leren zetten van het

rationele denken naar een hoger, intuïtief denken, zal deze groeiende verbinding niet ervaren en zal ook niets meekrijgen

van de grote geschenken die de ouderdom brengen kan.

Met zijn rationele denken houdt hij de mogelijkheid om dit

soort geschenken te verwerven, voor onzin.

De dichteres Ida Gerhardt, heeft de ervaring dat de geestelijke wereld voor de ouder wordende mens steeds dichterbij komt,

op een indrukwekkende manier onder woorden gebracht.

Ze schrijft in haar gedicht met de veelzeggende titel “Genesis”

(dat ‘wording’ betekent alsof je dan pas de mens wordt die je eigenlijk bent):

“Oud worden is het eindelijke vermogen

veraf te zijn van plannen en getallen;

een eindelijke verheldering van ogen

voordat het donker van de nacht gaat vallen.

Het is een opengaan van vergezichten,

een bijna van gehavendheid genezen;

een aan de rand van tijdeloosheid wezen.” (4)

Ik ken niemand anders die zo fijnzinnig de bijzondere

verbinding met de geestelijke wereld heeft beschreven

die ontstaat, wanneer oude mensen de moed hebben

zich te richten op de levenseinder en daarmee op het

nieuwe leven dat ons wacht aan de overkant van de dood.

Het is opvallend dat Ida Gerhardt dit inzicht niet vanuit

esoterische inzichten opdoet, maar vanuit een intuïtief

aanvoelen van verborgen levenspatronen.

Hans Stolp

(3) Idem, blz 112

(4) Ida Gerhardt, “Verzamelde gedichten”

Uitg. Atheneaum-Polak & Van Gennep,

1980, blz 615

Zinloos leven

Er is in onze tijd moed voor nodig om te spreken over de rijkdom van de ouderdom en deze levensfase zelfs de bekroning van het leven te durven noemen. De sfeer van onze van onze tijd gaat

juist de tegenovergestelde richting uit.

Onlangs verscheen een boek van Els van Wijngaarden dat zij

als titel ‘Voltooid leven’ meegaf. (5) Zij interviewt in dit boek ouderen die hun leven als voltooid zien, hoewel ze niet terminaal ziek zijn en evenmin psychisch ziek. Ze hebben domweg het

gevoel dat ze alleen maar zitten te wachten op de dood en bezig zijn de rit uit te zitten. Daarom willen zij de mogelijkheid krijgen voor euthanasie en dus de vrijheid om voor een zelfgekozen levenseinde te kunnen kiezen. Tot de redenen die zij opgeven

voor hun doodswens behoort het gevoel dat ze maatschappelijk gezien uitgerangeerd zijn en aan de zijlijn staan. Anderen verdragen het niet bij het ouder worden hun onafhankelijkheid

te verliezen. En weer anderen hebben het gevoel dat ze op deze leeftijd de verbinding met andere mensen verliezen. De politieke partij D66 wilde mogelijkheid van euthanasie voor mensen die

hun leven als voltooid zien, wettelijk vastleggen.

Al met al een zorgwekkende ontwikkeling, omdat daaruit blijkt

dat onze samenleving, en dus zoveel ouderen, de bijzondere betekenis van de ouderdom niet meer kent en dus ook niet van

de hogere wijsheid die oude mensen in deze levensfase aan anderen en aan de aarde schenken mogen.

Zelf denk ik dat de wijze waarop een samenleving omgaat met ouderdom en dus met ouderen, alles zegt over het geestelijke

en culturele niveau van die samenleving.

Naar die maatstaf gemeten ziet het er in onze tijd niet zo best

uit met onze samenleving.

Ouderdom in de oosterse culturen

Velen denken dat alleen in het Westen zo negatief over

ouderdom en ouderen gedacht wordt en dat oosterse culturen daar heel anders mee omgaan. Dat was vroeger inderdaad zo,

maar dat is de laatste tijd drastisch aan het veranderen.

We weten dat in het hindoeïsme, het Confucianisme en de islam eerbied en respect wordt gevraagd voor ouderen.

Maar wat is dat voor een eerbied?

Die eerbied houdt onder meer een absolute gehoorzaamheid in

aan de ouders en de (religieuze) autoriteiten. En juist in deze tijd brokkelt die gehoorzaamheid langzaam af.

In een paar gesprekken met Marokkaanse Nederlanders

vertelden zij dat ze niet om economische redenen naar

Nederland waren gekomen, maar om vrij te zijn.

Een vijftigjarige Marokkaanse man zag, dat vertelde hij,

emigratie naar Nederland als enige mogelijkheid om onder

het juk van zijn vader uit te komen: hij moest in Marokko

zonder enige tegenspraak alles doen wat zijn vader van hem eiste.

Dit soort eerbied voor ouderen begint in de oosterse culturen en religies langzaam af te brokkelen en zal meer en meer verdwijnen.

Daarmee verdwijnt ook de eeuwenoude cultuur van respect voor en aan ouderen.

In India wonen ouderen in arme families vergiftigd, omdat ze

alleen maar een last zijn. In China, Taiwan en Zuid-Korea hebben oudere mensen het zelfs slechter dan bij ons in het westen.

Het zelfmoord percentage onder ouderen is er hoger dan waar

ook ter wereld.

Oudere mensen kunnen de mensheid redden

Niet alleen bij ons in het Westen, maar ook in het Oosten

verdwijnt dus de eeuwenoude eerbied en het respect voor ouderen. Dat is schokkend, want het betekent dat er wereldwijd nauwelijks meer een werkelijk besef van de opgave van oude mensen is: dat zij, hoe ouder ze worden, meer en meer kanaal mogen zijn voor de geestelijke, creatieve en genezende

energieën uit de geestelijke wereld. Wanneer de mensheid dat besef verliest en oude mensen alleen nog maar ziet als een last

en als mensen van voorbij, roept zij de ondergang over zichzelf af.

Daarom is het van beslissende betekenis voor de toekomst van de mensheid als er steeds meer ouderen zijn die zich ervan bewust worden dat ouderdom, ondanks afbraak en gebreken van het fysieke lichaam werkelijk de bekroning van het leven is.

Simpelweg:

. Omdat oude mensen nieuwe vergezichten mogen zien

(zoals Ida Gerhardt dat noemde) .

. Daarnaast omdat zij kanaal mogen zijn voor de heilige,

geestelijke energieën die hen vanuit de geestelijke wereld toestromen en die de verharding van Ahriman hier op aarde tegengaan.

. Bovendien is ouderdom de bekroning van het leven, omdat

oude mensen nieuwe creatieve inzichten en een verdiepte

wijsheid ontvangen waar de mensheid echt bij gebaat is.

Denk aan Goethe en Bach.

. En tenslotte is de ouderdom de bekroning van het leven

omdat zij genezende energieën werkzaam maakt.

Allereerst natuurlijk in het eigen lichaam, maar het is ook

mogelijk anderen met deze energieën te zegenen:

de oude mens is een zegenende mens. In gebed en meditatie omhult hij anderen met de kracht en de liefde van de heilige energieën. Alle ouderen wordt in deze tijd gevraagd de laatste levensfase te leren zien als de bekroning van het leven, hoezeer deze ook met ziekte gebrek aan fysieke energie en afbraak

gepaard gaat.

Wie zo oud wordt, wordt een geschenk voor de aarde en de mensheid en redt hen van de ondergang.

Hans Stolp

(5) Els van Wijngaarden, “Voltooid leven”

Uitg. Atlas Contact, 2016

Geen fotobeschrijving beschikbaar.

Alle reacties:

98Barbara Lok en 97 anderen