Ouderdom: de bekroning van het leven

Een bijzonder citaat

Toen ik mij enige tijd geleden voorbereidde op de Themadag (van 24 juni jl.) over de tweede levenshelft  – de jaren dus vanaf ons 42e levensjaar tot aan onze dood – trof mij een citaat van Rudolf Steiner. Ik kende het al, maar het raakte mij opnieuw, en wel zo diep dat ik de Themadag begon met het voorlezen van dit citaat. Het is geen gemakkelijk citaat, maar wel heel rijk. Zijn diepere schoonheid onthult het vooral wanneer je het een poosje in een meditatieve sfeer meedraagt. Mijn eigen ervaring is dat er dan hele nieuwe werelden voor je opengaan. De uitspraak die ik bedoel, is deze:

De aarde is nog niet in verval geraakt, omdat er mensen zijn, die heel lang in hun lichaam blijven en het lichaam daarom herscheppen tot spiritualiteit. Zij ontstijgen het verval van het lichaam, bewijzen dat je meer bent dan je lichaam en helpen daarom de aarde uit Ahriman’s (ofwel Satans) bereik te trekken.1
Wat wil dit citaat ons zeggen? Vooral oudere mensen krijgen (vanaf 63+) de kans om geestelijk – meer dan in vroegere jaren – naar een verdiepte wijsheid toe te groeien. Niet voor niets wordt de oudere mens trager en langzamer. Dat heeft een bijzondere reden, en wel deze: dat je daardoor als ouder wordend mens als vanzelf op zoek gaat naar verdieping en naar een verdergaand inzicht. Om die verdieping mogelijk te maken is verstilling nodig, evenals het vertragen van het levenstempo. Trager worden is dus de voorwaarde die geestelijke verdieping mogelijk maakt! 

Zo gezien is het rustiger levenstempo van oude mensen een geschenk! Erger je daar dus niet aan: niet bij de kassa van de supermarkt en evenmin wanneer jij zelf trager wordt. Want daardoor kunnen oude(re) mensen naar een hogere wijsheid toegroeien. Dit geschenk van de wijsheid dat oude(re) mensen eerst zelf mogen veroveren en vervolgens aan de aarde en de mensheid (meestal zonder woorden) mogen schenken, heeft grote gevolgen, zegt Rudolf Steiner. Het bevrijdt de aarde en de mensheid – althans gedeeltelijk – uit de verstarring, de botheid en het beperkte denken waarmee Ahriman ons in deze tijd steeds sterker belaagt. Als dit klopt (en naar mijn diepste beleving is dit waar), zijn oude mensen die zich geestelijk blijven ontwikkelen – ook al worden ze trager, en takelt hun lichaam steeds verder af – een onmisbaar geschenk voor de mensheid. Zonder deze geschenken zou de aarde al lang uiteen gevallen zijn. Daarbij geldt ook nog eens dat hoe ouder mensen worden, hoe meer ze te schenken hebben, omdat ze een steeds transparanter kanaal worden voor de heilige, genezende energieën uit de geestelijke wereld.

Zo gezien is oud worden een bekroning van het leven, omdat het de allerbelangrijkste geschenken mogelijk maakt die een mens de aarde en de medemensen maar schenken kan: redding van de aarde en de mensheid!

Het geschenk van bijzondere, creatieve krachten

Maar hoe en wanneer wordt die verdieping en vergeestelijking van oude mensen eigenlijk mogelijk? Dat wordt mogelijk wanneer de ouder wordende mens zich innerlijk richt op de geestelijke wereld: de wereld waar we eens vandaan kwamen en waarheen we nu weer onderweg zijn. Met name wanneer de ouder wordende mens de gedachte aan de dood niet verdringt, maar heel bewust toelaat en zich daarbij bezint op de weg die straks, voorbij de dood, mogelijk wordt, zal hij iets heel bijzonders ervaren. Dan zullen hem of haar namelijk vanuit de geestelijke wereld waarmee hij nu steeds intenser verbonden raakt, bijzondere, geestelijke en creatieve krachten toestromen. En wel krachten die een heel nieuwe ontwikkeling mogelijk maken. Dat gebeurt echter alleen, wanneer de ouder wordende mens als het ware meebeweegt met het ritme van het leven en de dood dus niet verdringt, maar daar ontspannen, in vrede en in zekere zin zelfs verwachtingsvol mee leert om te gaan. En wel, omdat we dan onze geliefden die ons zijn voorgegaan, de engelen en Christus zelf mogen ontmoeten. 

De krachten die de oudere mens dan vanuit de geestelijke wereld toestromen zijn werkelijk inspirerende en creatieve krachten. Uit allerlei voorbeelden wordt de werking van die inspirerende krachten duidelijk. Goethe heeft rond zijn zeventigste jaar zijn dan nog onvoltooide Faust – misschien wel het hoogtepunt van zijn literaire werk – verder geschreven en afgerond. Bach schiep na zijn 63e jaar Die Kunst der Fuge, dat door velen gezien wordt als een onbetwistbaar hoogtepunt van zijn werk. En Wagner componeerde na zijn 63e zijn Parsifal.2 Allemaal voorbeelden van het feit dat na het 63e levensjaar nieuwe creatieve krachten ons beginnen toe te stromen die nieuwe hoogtepunten mogelijk maken.

Deze nieuwe krachten zijn ook genezend

De geestkrachten die de mens na zijn 63e jaar toestromen zijn ook genezende krachten. Hoe kan dat? Wie als oudere bewust streeft naar verdieping en naar een verdergaand geestelijk inzicht, en wie zich deze inzichten tot in het diepst van zijn hart en zijn ziel bewust maakt, werkt daardoor ook krachtig in op zijn fysieke lichaam: hij herschept het tot spiritualiteit. Tot in alle cellen van zijn lichaam werkt de omvormende kracht van deze nieuwe spiritualiteit door. Daarom begint zijn lichaam gaandeweg steeds meer geestelijke energieën uit te stralen die genezend inwerken op de aarde en de mensheid. 

De psychiater Welman – die jarenlang geneesheer-directeur was van het psychiatrisch ziekenhuis Brinkgreven in Deventer – vertelt over ouder wordende mensen: In mijn praktijk heb ik talrijke (oudere) mensen ontmoet met ernstige lichamelijke kwalen zoals een maagzweer of reuma, die deze klachten min of meer overwonnen in deze fase en nog vele jaren daarna actief konden zijn. Anderen slaagden er weliswaar niet in hun werk weer op zich te nemen, maar hun innerlijke vrijheid, hun zelfstandigheid van geest hielp hen het leed te overwinnen dat door hun lichamelijke klachten of ziekte was ontstaan.3

Je kunt dus door die nieuwe geestelijke energieën die ons (vanaf 63+) vanaf de einder beginnen toe te vloeien, genezing van lichamelijke kwalen vinden, of, als dat niet mogelijk is, in ieder geval het daarmee verbonden leed overwinnen. Dat zegt iets over de kracht en de rijkdom van deze nieuwe geestkrachten die de ouder wordende mens geschonken worden, als hij oprecht verdieping en wijsheid nastreeft.


Opengaande vergezichten

Door de sterkere verbinding met de geestelijke wereld begint de ouder wordende mens bovendien te ervaren dat de sluier (die de aarde afschermt van de geestelijke wereld) langzaam doorzichtig begint te worden. Daardoor wordt de verbinding met de geestelijke wereld sterker en krachtiger dan ooit voelbaar. Let wel: dat geldt alleen voor de mens die naar een dieper inzicht streeft dat het denken van het hoofd te boven gaat. Wie op die leeftijd niet de stap heeft leren zetten van het rationele denken naar een hoger, intuïtief denken, zal deze groeiende verbinding niet ervaren en zal ook niets meekrijgen van de grote geschenken die de ouderdom brengen kan. Met zijn rationele denken houdt hij de mogelijkheid om dit soort geschenken te verwerven, voor onzin.

De dichteres Ida Gerhardt heeft de ervaring dat de geestelijke wereld voor de ouder wordende mens steeds dichterbij komt, op een indrukwekkende manier onder woorden gebracht. Ze schrijft in haar gedicht met de veelzeggende titel Genesis (dat ‘wording’ betekent, alsof je dan pas de mens wordt die je eigenlijk bent):

Oud worden is het eindelijke vermogen

ver af te zijn van plannen en getallen;

een eindelijke verheldering van ogen

voordat het donker van de nacht gaat vallen.

Het is een opengaan van vergezichten,

een bìjna van gehavendheid genezen;

een aan de rand der tijdeloosheid wezen.4

Ik ken niemand anders die zo fijnzinnig de bijzondere verbinding met de geestelijke wereld heeft beschreven die ontstaat wanneer oude mensen de moed hebben zich te richten op de levenseinder en daarmee op het nieuwe leven dat ons wacht aan de overkant van de dood. Het is opvallend dat Ida Gerhardt dit inzicht niet vanuit esoterische inzichten opdoet, maar vanuit een intuïtief aanvoelen van verborgen levenspatronen.

Zinloos leven

Er is in onze tijd moed voor nodig om te spreken over de rijkdom van de ouderdom en deze levensfase zelfs de bekroning van het leven te durven noemen. De sfeer van onze tijd gaat juist de tegengestelde richting uit. Onlangs verscheen een boek van Els van Wijngaarden dat zij als titel Voltooid leven meegaf.5 Zij interviewt in dit boek ouderen die hun leven als ‘voltooid’ zien, hoewel ze niet terminaal ziek en evenmin psychisch ziek zijn. Ze hebben domweg het gevoel dat ze alleen maar zitten te wachten op de dood en bezig zijn de rit uit te zitten. Daarom willen zij de mogelijkheid krijgen voor euthanasie, en dus de vrijheid om voor een zelfgekozen levenseinde te kunnen kiezen. 

Tot de redenen die zij opgeven voor hun doodswens behoort onder meer het gevoel dat ze maatschappelijk gezien uitgerangeerd zijn en aan de zijlijn staan. Anderen verdragen het niet bij het ouder worden hun onafhankelijkheid te verliezen. En weer anderen hebben het gevoel dat ze op deze leeftijd de verbinding met andere mensen verliezen. De politieke partij D66 wil de mogelijkheid van euthanasie voor mensen die hun leven als voltooid zien, wettelijk vastleggen. 

Al met al een zorgwekkende ontwikkeling, omdat daaruit blijkt dat onze samenleving – en dus zoveel ouderen – de bijzondere betekenis van de ouderdom niet meer kent, en dus ook niet van de hogere wijsheid die oude mensen in deze levensfase aan anderen en aan de aarde schenken mogen.
Zelf denk ik dat de wijze waarop een samenleving omgaat met ouderdom en dus met ouderen, alles zegt over het geestelijke en culturele niveau van die samenleving. Naar die maatstaf gemeten ziet het er in onze tijd niet zo best uit met onze samenleving.

 
Ouderdom in de oosterse culturen

Velen denken dat alleen in het Westen zo negatief over ouderdom en ouderen gedacht wordt en dat oosterse culturen daar heel anders mee omgaan. Dat was vroeger inderdaad zo, maar dat is de laatste tijd drastisch aan het veranderen. We weten dat in het Hindoeïsme, het Confucianisme en de Islam eerbied en respect gevraagd wordt voor ouderen. Maar wat is dat voor een eerbied? Die eerbied houdt (onder meer) een absolute gehoorzaamheid in aan de ouders en de (religieuze) autoriteiten. En juist in deze tijd brokkelt die gehoorzaamheid langzaam af. In een paar gesprekken met Marokkaanse Nederlanders vertelden zij dat ze niet om economische redenen naar Nederland waren gekomen, maar om vrij te zijn. Een vijftigjarige Marokkaanse man zag – zei hij – emigratie naar Nederland als enige mogelijkheid om onder het juk van zijn vader uit te komen: hij moest in Marokko zonder enige tegenspraak alles doen wat zijn vader van hem eiste. Dit soort eerbied voor ouderen begint in de oosterse culturen en religies langzaam af te brokkelen en zal meer en meer verdwijnen. Daarmee verdwijnt ook de eeuwenoude cultuur van respect voor, en gehoorzaamheid aan ouderen.

In India worden ouderen in arme families vergiftigd, omdat ze alleen maar een last zijn. In China, Taiwan en Zuid-Korea hebben oude mensen het zelfs slechter dan bij ons in het westen. Het zelfmoordpercentage onder ouderen is er hoger dan waar ook ter wereld.

Oude mensen kunnen de mensheid redden

Niet alleen bij ons in het Westen, maar ook in het Oosten verdwijnt dus de eeuwenoude eerbied en het respect voor ouderen. Dat is schokkend, want het betekent dat er wereldwijd nauwelijks meer een werkelijk besef van de opgave van oude mensen is: dat zij, hoe ouder ze worden, meer en meer kanaal mogen zijn voor de geestelijke, creatieve en genezende energieën uit de geestelijke wereld. Wanneer de mensheid dat besef verliest en oude mensen alleen nog maar ziet als een last en als mensen van voorbij, roept zij de ondergang over zichzelf af. 

Daarom is het van beslissende betekenis voor de toekomst van de mensheid als er steeds meer ouderen zijn die zich ervan bewust worden dat ouderdom – ondanks alle afbraak en gebreken van het fysieke lichaam – werkelijk de bekroning van het leven is. Simpelweg, 

  • omdat oude mensen nieuwe vergezichten mogen zien (zoals Ida Gerhardt dat noemde).
  • Daarnaast omdat zij kanaal mogen zijn voor de heilige, geestelijke energieën die hen vanuit de geestelijke wereld toestromen en die de verharding van Ahriman hier op aarde tegengaan. 
  • Bovendien is ouderdom de bekroning van het leven, omdat oude mensen nieuwe creatieve inzichten en een verdiepte wijsheid ontvangen waar de mensheid echt bij gebaat is – denk aan Bach en Goethe. 
  • En tenslotte is de ouderdom bekroning van het leven omdat zij genezende energieën werkzaam maakt. Allereerst natuurlijk in het eigen lichaam, maar het is ook mogelijk anderen met deze heilige energieën te zegenen: de oude mens is een zegenende mens. In gebed en meditatie omhult hij anderen met de kracht en de liefde van de heilige energieën.

Alle ouderen wordt in deze tijd gevraagd de laatste levensfase te leren zien als de bekroning van het leven, hoezeer deze ook met ziekte, gebrek aan fysieke energie en afbraak gepaard gaat. Wie zo oud wordt, wordt tot een geschenk voor de aarde en de mensheid en redt hen van de ondergang.

Noten

  1. Renée Zeylmans noemt deze uitspraak van Rudolf Steiner in haar boek Ouder worden, Verleden – heden – toekomst, Uitg. Cichorei, 2014, blz. 39. Rudolf Steiner deed deze uitspraak in een gesprek met Erna van Deventer-Wolfram
  2. Zie A.J. Welman, De menselijke levensloop, Uitg. Vrij Geestesleven, 3e druk, 2001, blz. 112
  3. Idem, blz. 112
  4. Ida Gerhardt, Verzamelde Gedichten, Uitg. Athenaeum-Polak & Van Gennep, 1980, blz. 615
  5. Els van Wijngaarden, Voltooid leven, Uitg. Atlas Contact, 2016