Verslag van de lezing: “Leren luisteren naar jezelf en de anderen” I
In mijn eigen leven is dit altijd een belangrijk thema geweest.
Mijn moeder had in haar leven altijd de gewoonte om altijd
iets anders te zeggen dan ze eigenlijk voelde. Dan zei ze:
“Nee hoor het is goed”. Maar aan haar stem hoorden we dat
het helemaal niet goed was.
Ik heb van mijn moeder geleerd om niet te luisteren naar de woorden die ze zei, maar om te luisteren naar wat ze zonder woorden zei. Daarmee heeft ze mij een heel groot geschenk gegeven. Juist door haar heb ik de kunst van het luisteren
goed geleerd, maar dat was niet altijd makkelijk.
De eerste helft van mijn leven, heb ik vooral naar anderen geluisterd. Daar heb ik veel van geleerd.
In de tweede helft van mijn leven heb ik geleerd om
meer te luisteren naar binnen en het leren luisteren naar
wat de geestelijk wereld mij vertellen wil. Zo gaat het met de
meeste mensen. Je begint met luisteren naar buiten, maar
steeds meer wordt het het luisteren naar binnen.
Ik heb veel geleerd van de jaren dat in het Academisch
ziekenhuis in Groningen gewerkt heb. Veel mensen hebben
mij in die tijd verteld over bijna dood ervaringen. Iets wat in
die tijd bijna onbekend was. Als ik daar met mijn collega ziekenhuispastores oversprak dan zeiden ze: ”Nou Hans
verzin je het niet een beetje, want wij krijgen die verhalen
nooit te horen”. Daar was ik dan heel verbaasd over, dat kon
ik me niet voorstellen.
Heel langzaamaan ben ik gaan verstaan dat het van jezelf
afhangt, van je innerlijke openheid, je echt betrokken voelen
bij anderen, of andere mensen je hun geheimen vertellen
of niet. Kijk eens naar jezelf, komen er in jouw leven mensen
naar je toe die hun geheim vertellen.
Zo niet, misschien moet je je eens afvragen, wat de mensen tegenhoudt. Kijk eens naar jezelf. Aan wie durf jij je geheimen
te vertellen. Wat ik me ook goed herinner is ernstig zieke,
stervende kinderen, die mij vertelden over het bezoek van
een Engel. Ik herinner mij een verpleegkundige die zei:
“Ik werk hier al 25 jaar en nog nooit heeft een ziek kind mij
dat verteld”. Nee, dat klopt. Maar het was ook heel duidelijk,
zoals ze voor me stond, dat zij geen mens was aan wie
kinderen, noch volwassenen, iets verteld zouden hebben wat
heel kwetsbaar was. Als kinderen dit wel verteld zouden
hebben, dat ze dan zou zeggen, nou je hebt mooi gedroomd
hoor. Kinderen zijn haarscherp in het uitzoeken aan wie ze
wel de echte dingen van hun leven wel of niet vertellen.
Leren luisteren heeft sterk te maken met een innerlijke
houding van openheid en niks gek vinden. Alles kunnen accepteren. Iemand niet veroordelen. Zelfs niet als iemand
een moord op zijn geweten heeft. Voel je. Innerlijke openheid.
Leren luisteren heeft dus alles met die houding te maken.
Wat mij ook trof in die jaren is het belang van leren luisteren.
Ik heb gewerkt op de afdeling dermatologie, huidziekten,
waar ik mensen heb meegemaakt die helemaal onder de
eczeem zaten en de volgende dag, nadat ze mij zeer
vertrouwelijk dingen hadden gezegd, was de eczeem bijna verdwenen. Heftige huidziekten hebben alles te maken met vastgehouden verdriet. Maar waar zijn de mensen aan wie
velen hun verdriet kwijt kunnen? Die daar echt naar willen
luisteren met een open hart. Als je zelf al een gesloten type
bent, zoals je die hier in het Noorden wel kunt tegenkomen,
dan is de kans groot dat je eczeem krijgt als je dingen niet
kunt uiten. Onze tijd heeft meer dan ooit mensen nodig, die kunnen luisteren. En dat betekent mensen met een open
hart die kunnen meevoelen. Mensen aan wie ik wat vertel,
dat horen ze met hun hart en niet met hun hoofd.
Dat is in deze tijd de essentie waar het om gaat.
Als mensen in deze tijd verward zijn, help ze dan om
zichzelf uit te spreken. Help ze om zelf de oplossing
te vinden, of de weg naar de oplossing toe, maar
geef de oplossing als het maar enigszins mogelijk is,
niet zelf aan.
Het is heel ontroerend om te zien hoe mensen, door
hun verwarring en door hun angst heen, zelf hun weg
vooruit kunnen vinden.
Maar die kunnen ze alleen vinden als er iemand is
die echt luisteren wil.
Die niet met de oplossing komt aandragen, maar
die alleen maar vragen stelt zodat ze zelf hun eigen
antwoorden kunnen vinden. Mensen kunnen zich dat
alleen bewust worden als er iemand is die naar hen
luistert. Ik herinner me een dag in die Groningse tijd
dat ik een vergadering had met collega’s, dat was
een classisvergadering met zo’n 70 collega’s en daar
mocht ik iets vertellen over mijn werk in het ziekenhuis.
Ik was toen naïef, nu weet ik wel beter. Ik vertelde daar
laconiek dat 90% van mijn werk bestond uit alleen maar
luisteren. Nu zou ik zeggen 99%.
Na afloop, kreeg ik van verschillende collega’s de wind
van voren. Hoe durfde ik. Ik moest de boodschap
verkondigen en daar had ik echt niet op gerekend.
Toen voelde ik hoe groot de kloof soms is tussen
het oude en het nieuwe denken.
Het oude denken is dat je mensen de antwoorden
moet geven.
Het nieuwe denken is, zoveel vertrouwen in mensen
hebben dat je weet ze zijn heus in staat zelf die
antwoorden te vinden.
Nog sterker is, en dat is heel ontroerend, dat je weet,
mensen worden ook geholpen op een heel
geheimzinnige manier door de geestelijke wereld.
Ik heb vaak meegemaakt dat je bij iemand zit die het
helemaal niet meer ziet zitten. Het enige wat je dan
moet doen is tegen jezelf zeggen, Hans mond houden.
Niet voortijdig met oplossingen aan komen dragen.
Het enige wat je dan kunt doen is voor hen bidden.
Dan kom je de volgende dag binnen en dan ligt er een
heel ander mens in bed. “Ik geloof dat ik het nu weet”
komt er dan stralend te voorschijn.
Als je dan later vraagt: “Hoe heb je dat nou gevonden?”
dan zeggen ze:
“Dat weet ik niet. Het was er ineens vannacht, zomaar.”
Als je geduld en vertrouwen hebt in de ander, en in de
geestelijke wereld, dan komt dat antwoord dat ze nodig
hebben. Voel je hoe belangrijk is om te zwijgen?
Heb dus de moed om met de ander mee te lijden en
intussen even een lijntje naar boven te leggen, willen
jullie daarboven even de ander begeleiden en helpen.
Zo heb ik ook geleerd, Hans jij hoeft het niet te doen,
maar er is een grotere geheimzinnige kracht, die doet
op de eigen tijd die daar voor staat, het eigenlijke werk.
Zelf leer ik daardoor om bescheiden te zijn. Ik hoef het niet
te doen en ik kan het ook niet. Als ik maar bescheiden blijf,
en ruimte bied aan de geest, dan komt het wel een keer. Regelmatig zit ik in een stationsrestauratie en dan heb ik
een boek op mijn schoot, maar ik lees nauwelijks want ik
kijk alleen maar om me heen.
Dan zie ik aan een tafeltje twee mensen bij elkaar zitten.
Je hoort niet wat ze zeggen maar je ziet de één alleen maar
ratelen en als die dan even moet ademhalen dat begint de
ander. Dat noemen ze een gesprek, maar dat is het volgens
mij niet.
Wijze denkers hebben wel eens gezegd: “Twee monologen
zijn nog geen gesprek”. Een gesprek ontstaat pas daar, waar mensen leren luisteren.
Een mooi voorbeeld is het verhaal van twee Schotse vrienden.
De één komt op een avond bij de ander op bezoek. Ze gaan
ieder bij een kant van de open haard zitten met een glas
whisky in de hand en ze zeggen niets. Af en toe een slokje,
ze kijken in de vlammen en ze zitten heel tevreden bij elkaar.
Na twee uur zegt de gast: “Het wordt weer tijd voor mij om
te gaan”. Bij de deur zegt hij: “Bedankt voor het fijne gesprek.”
Ik denk dat dit een voorbeeld is van het echte gesprek.
Zonder woorden communiceren. Daar gaan we ook naar toe.
In deze tijd leren we om te communiceren naar elkaar zonder woorden te gebruiken en dat is het geheim van het echte
gesprek. Leren luisteren naar elkaar en vooral naar dat wat
de ander zonder woorden zegt.
Als je kijkt naar wat voort soorten gesprekken er zijn, dan
kom ik al gauw vier soorten gesprekken tegen.
Het eerste is babbelen, even bij kletsen op straat of bij
de supermarkt, het is de kruipolie van de samenleving.
Het tweede gesprek is de discussie. Iemand zei eens:
“Dat is een verhit gesprek waarin twee mensen tegen
elkaar praten, maar naar zichzelf luisteren.
“Het discussiëren is begonnen in1519.
Daar is de grote reformator Luther mee begonnen.
Luther heeft het eerste grote godsdienstgesprek gehad,
samen met Johannes van Eck, de afgezant van de paus.
Zij hadden een twistgesprek in een soort arena-achtige
zaal. Het was de tijd waarin de mens, in de evolutie gezien,
nog de opdracht had om het denken te ontwikkelen.
In die tijd was het belangrijk om te leren om je
argumenten tegen over elkaar uiteen te zetten.
In die eeuw en de daarop volgenden, zijn er heel veel
van dit soort theologische twistgesprekken geweest,
discussies zouden wij zeggen. Dat was allemaal bedoeld
om het denken te scherpen, voor die tijd heel belangrijk.
Wij hebben nu een andere opgave.
Het denken beheersen we inmiddels, nou ja.
In de evolutie bezien maken we nu de stap naar onszelf.
Oftewel we moeten leren onze bewustzijnsziel te ontwikkelen.
Bewust worden betekent leren luisteren. Zonder woorden
voelen, wat er achter de buitenkant gebeurt en dan is
zwijgen, je intuïtie ontwikkelen, heel belangrijk.
Een dialoog is derde vorm van gesprek en daarvan heb je
deze omschrijving. “Vrienden zijn mensen die welgemeend
vragen hoe het met je gaat en dan wachten op het antwoord.”
Dat is de echte dialoog.
Dat zullen we in deze tijd moeten leren ontwikkelen.
De vierde vorm van het gesprek noem ik het helpende
gesprek en dat doen therapeuten, psychiaters, maar ook wij gewone mensen doen dat vaak. Als iemand problemen heeft
zegt die vaak: “Mag ik even tegen je aanpraten?”
dan hebben we een helpend gesprek.
Ik heb vroeger de theorie geleerd van Carl Rodgers.
Dat was de theorie van het spiegelen. Dan zegt iemand:
“Ik voel me zo beroerd”, dan zeg je:
”O, voel je je zo beroerd?” Je herhaalt als het ware in jouw woorden datgene wat de ander zegt.
Spiegelen is herhalen, zodanig dat de ander zich uitgenodigd
voelt door te praten. Je kunt ook meelevend zeggen: “m”.
De methode van het spiegelen wordt ook wel een beetje
spottend de hm-hm theorie genoemd. Tegenwoordig komt
als een soort reactie daarop de provocatieve therapie.
Dat is de theorie waarbij je probeert de ander te choqueren,
uit te dagen, te prikkelen. Het negatieve benoemen zodat de
ander het positieve pakt. Als de één zegt: “Het wordt nooit
meer wat” dan zeg je: “Nou en, moet dat dan?” Dan voel je
dat die ander in de verontwaardiging schiet maar ook dat
die ander in zijn kracht komt.
Ik ken mensen die altijd in zelfbeklag zitten en die nooit
genoeg aandacht krijgen, Nou dan moet je vooral niet
spiegelen, dan wordt je gek. Dan moet je met die
provocatieve therapie werken, maar dat moet je ook durven.
Mensen in zelfbeklag zijn alleen geholpen door de uitdaging
van de provocatieve therapie.
Mensen die het echt niet meer zien zitten en die niet weten
hoe ze er uit moeten komen, die zijn vaak heel sterk
geholpen met die meelevende vorm, de ander helpen steeds
verder te praten zodat hij of zij uiteindelijk zelf de oplossing
noemt die nodig is.
Wat is nu het geheim van het echte gesprek?
De dialoog waarbij echt geluisterd wordt.
Dat is een situatie waarin je tot je eigen verbazing dingen
zegt als: “O, beleef ik dat zo!” Dat je dus dingen zegt die je
van jezelf nog niet bewust was.
Het tweede is dat je zelf soms dingen zegt tegen een ander waarvan de ander bijna geschrokken zegt: “Waar haal je het vandaan. Hoe weet je dat?”
Dan zeg je op
een bepaalde bewustzijnslaag dingen die de ander treffen
en ook verder kunnen helpen. Voor het echte gesprek,
waarin deze dingen zich kunnen voltrekken, is een offer nodig.
Zo noemt de esoterische traditie dat.
Iemand heeft een gesprek nodig en dan moet je niet het
gesprek overnemen door te zeggen van: “Ja dat ken ik,
of dat heb ik ook ervaren”, want dan is dat gesprek meteen
dood. Een offer brengen is die impuls van, dat ken ik, om
dat even voor jezelf te bewaren. Dat doe je straks thuis maar.
Je brengt het offer om jezelf in te houden en te zwijgen en
met je aandacht bij die ander te blijven en dus niet op jezelf
te richten op jou ervaringen. Ik zeg erbij je hoeft heus niet
overal een offer te brengen in deze zin. Je mag best regelmatig over jezelf vertellen maar er zijn situaties waarin je voelt dat
de ander het nodig heeft dat jij even je mond houdt.
Dan zijn zulke offers zinnig.
De echte gesprekken worden altijd gekenmerkt doordat één
van beide, soms zelfs beiden, een offer brengt om niet allerlei dingen van zichzelf naar voren te brengen. Soms voel je in een
echt gesprek dat er niet een twee-of driegesprek plaats vindt,
maar dat er andere grotere krachten bij dat gesprek aanwezig
zijn die door ons heen werken.
Daarom zijn zulke avonden als vanavond voor mij een echt
gesprek omdat ik altijd voel en dat voel ik nu ook wanneer ik
naar jullie gezichten kijk, hoe jullie, de harten open zetten en vanbinnen helemaal meedoen, ieder op zijn eigen manier,
en je op je eigen manier laat raken.
Waar mensen in die kwetsbaarheid, onbevangen samen zijn,
daar is altijd een grotere geestelijke kracht in ons midden
aanwezig. ‘Waar twee of drie in Mijn naam bijeen zijn, daar
ben Ik in uw midden.’ Dat is geen fraaie theorie, dat is voor
mij de diepste werkelijkheid die er bestaat. Ik heb geleerd
dat dat overal gebeurd waar mensen tot echte ontmoetingen komen. Herinner jij je een situatie waarin jij je heel open bij
een ander voelde. Zo open en kwetsbaar dat je voelde dat je
samen zo diep kwam, dat er tranen van ontroering in je ogen
sprongen, dan wordt je aangeraakt en dat zijn de echte gesprekken. Dat zijn de geschenken die het leven heel
bijzonder en heel mooi maken. Dat gebeurt echt niet elke dag. Maar toch. Als je dat overkomt dan voel je dat geloven plaats maakt voor weten. Je weet dan dat je niet alleen staat en dat
voel je tot in je tenen. Dan weet je dat je geholpen wordt
en dat je begeleid wordt.
Vanuit deze achtergrond heb ik tien wetten van de
communicatie opgeschreven en daar heb ik samen met
Harm een boekje over geschreven.
Omwille van de tijd noem ik ze even kort.
Het eerste is: luister alsjeblieft met je hart naar mij dat is
een hele essentiële. Dus niet met je hoofd maar met je hart.
Dat betekent dan, hoor met je hart achter de woorden wat
er eigenlijk gezegd wil worden.
Kübler Ross zegt dat mensen die zich voorbereiden op de
dood, door vier fasen heen gaan. Ontkenning, agressie, de depressie, de overgave. Stervenden die in die fase van de
depressie komen, voordat de fase van de overgave komt,
die kunnen soms zeggen, en dat heb ik in het ziekenhuis
vroeger vaak meegemaakt: “Geef mij maar een spuitje.
Het heeft toch allemaal geen zin meer.”
Zij konden zo depressief worden over het verlies van het
leven. Zeker als je nog maar veertig bent en afscheid moet
nemen van het leven en je hebt nog jonge kinderen, dan ga
je door een stevige depressie heen voor je leert loslaten.
Er zijn heel wat situaties waarin artsen die dat horen, een
spuit geven. Maar wat zegt die ander eigenlijk? Ik voel me
zo alleen en zo ellendig dat ik niet meer weet hoe ik hier
doorheen moeten komen.
Dan gaat het er om dat je zegt: “Wij laten jou niet alleen.”
Dan is die depressie niet weg hoor, maar je geeft aan wij
blijven bij je. Je weet ook dat die latere fase van de overgave
nog komt. Niet letterlijk hoor, want dan trek je vaak de
verkeerde conclusies. Luister dus met je hart en niet
met je hoofd!
De fase daarvoor, de agressieve fase is begrijpelijk.
Maar er is niemand om boos op te zijn, ja de lieve Heer
maar die komt niet in die kamer.
Waar moet je met je kwaadheid heen? Die wordt heel vaak afgereageerd op verpleegkundigen of op familie of op anderen.
De neiging is heel groot om meteen te reageren als iemand in
die fase iemand de schuld geeft, zoals de jeugd van vandaag
of wie dan ook. Ik heb daarvan geleerd de emotie van de ander, beantwoord met mijn emotie, geeft chaos.
De ander zegt in wezen alleen maar, ik kan het niet verdragen
dat ik sterven moet, ik ben zo kwaad en als je dan zegt:
”Je bent heel kwaad hè! omdat je sterven moet.”
Dan is het net of er bij die ander een luchtballon leegloopt.
Dan zegt die ander: “Ik vindt het niet eerlijk dat ik sterven moet
en dan kreeg een echt gesprek.
De wijze weet: als je emoties met emoties beantwoord,
dan kom je samen in een chaos terecht.
Zo simpel werkt het, maar het is heel handig om te weten.
Het tweede is: Laat je raken door mijn woorden.
Dat is ook een hele stevige hoor. Een man die net zijn
vrouw had begraven werd gecondoleerd door een vriend.
De vriend zei: “Je komt heus nog wel eens een leuke vrouw
tegen hoor.” Dit soort dingen komen regelmatig voor.
Waarom doet zo iemand dat? Twee redenen.
Als je niks zegt op het moment dat iemand de zwaarste
uren van zijn leven beleefd, wat gebeurt er dan met jezelf?
Dan voel je je zo machteloos en dan weet je niet wat je
zeggen moet. En juist als je zwijgt voel je ook het verdriet
van die ander. Dan voelt het lekkerder als je een oplossing
bedenkt. Veel mensen komen met oplossingen aan omdat
ze zich niet zo machteloos willen voelen.
Of de situatie van een moeder die net haar dochter heeft
begraven. Dan wordt tegen haar gezegd:
“Je moet maar bedenken, je hebt nog twee kinderen.”
Dit soort uitlatingen heb ik zo vaak gehoord. Het is echt
geen uitzondering. Laat je raken door mijn woorden.
Kortom, kun jij dat, machteloos zijn?
Heb je de moed om te stotteren?
Louis Zenner was een kankerjournalist, die zelf kanker had.
Vlak voor hij stierf door euthanasie, heeft het Ikon een
programma met hem opgenomen en er werd aan hem
gevraagd aan welke mensen heb je wat gehad tijdens je ziekte?
Zijn antwoord was, ‘Niet de mensen die het zo goed wisten en
die mijn kamer binnenkwamen en meteen begonnen te praten.
Ik kon ze mijn kamer wel uittrappen. Maar de mensen die hier
heel schuchter met de tranen over hun gezicht binnen kwamen
en die zeiden: “Ik weet niet wat ik moet zeggen”, die mensen hebben mij geholpen.’ Juist in je machteloosheid kun je de
ander het beste helpen. Ik heb er van geleerd, troosten is vaak
de kunst van het zwijgen, niks zeggen, met een open hart meevragen: “God waarom, ik weet het ook niet.
”Het derde is: Heb vertrouwen in mij.
Heb je kinderen en durf je ze hun eigen weg te laten gaan?
Hun eigen keuzes te laten maken ook al denk je tien keer,
is dit wel wijs? Houd eens je mond en kom niet te vroeg met aanwijzingen. Heb vertrouwen in de ander. Ook in je kinderen.
Ze zijn vaak sterker dan je denkt. Ook zij worden geholpen en gedragen vanuit de geestelijke wereld. Heb je vertrouwen in
mij en durf met dat vertrouwen met mij om te gaan.
De vierde is: Aanvaardt mijn gevoelens.
Een moeder zei eens tegen haar dochter: “Wat je voelt,
voel je verkeerd”. Dat is echt geen uitzondering maar als
zoiets gezegd wordt door een moeder, wat gebeurt er dan
met een kind? Dan verstopt zo’n kind die gevoelens.
Ik ben ik mijn leven heel, wat mensen tegengekomen die
hun ware gevoelens verstoppen.
Mensen die hun gevoelens, hun verdriet verstoppen,
die worden hard.
Wat doen mensen die zich niet bewust zijn van hun jaloezie?
Die oordelen altijd over anderen.
Wie altijd over een ander oordeelt, daar zit onverwerkte
jaloezie achter. Mensen die boos en kwaad zijn, dat worden
van die kankeraars. Kijk eens naar jezelf en praat over je
gevoelens en neem de gevoelens van een ander als iets
heiligs, heel serieus, dan geef je die ander de kans om door
die gevoelens heen naar zichzelf toe te groeien.
De vijfde is: Zie hoe God tussen ons werkt.
Die heb ik al genoemd, gauw verder.
De zesde is: Sta mij toe mijn eigen weg te gaan.
Wil je in gesprekken nooit zeggen: “Je moet!”
Zodra je dat in een gesprek zegt, wil je dan meteen
even jezelf betrappen. De ander moet niks. Dan ben je heel dominant en dan zit je de ander even te vertellen hoe het
moet, in plaats van dat je de ander helpt zelf te ontdekken
wat hij of zij vindt wat er gedaan moet worden.
Ik heb een tijd lang hard moeten werken om dat er bij mij
zelf uit te krijgen want we hebben zelf zo de neiging om dat
wel te doen, want voor een ander zie je het altijd zo goed.
Zwijgen dus, en wil je ook even geen zinnen voor anderen
afmaken. Geef de ander de tijd om zelf in zijn eigen tempo
de zinnen af te maken ook al is daar veel tijd voor nodig.
Nou en?
Dat betekent dus dat je de kunst van het zwijgen moet
beheersen. Een oude wijze zei:
”Je bent meester van de woorden die je niet gesproken hebt,
maar je bent slaaf van de woorden die je je laat ontvallen.”
Bij het ouder worden merk ik dat ik steeds vaker leer om mij
dit eigen te maken omdat ik ontdekt heb: om dit meesterschap gaat het.
De zevende is: Wil je mij serieus nemen, hoe ik ook ben.
Als oude mensen dertig keer hetzelfde verhaal vertellen wil je
ze dan serieus nemen en niet denken van, o daar komt ze weer.
Dat heeft die ander nodig en wil jij dan een keer gaan
nadenken waarom die ander het nodig heeft om dertig keer hetzelfde verhaal te vertellen.
Vraag dan eens: “Waarom is het voor jou zo belangrijk om dit verhaal nog eens opnieuw te vertellen? Wat heb je daar zo erg
aan beleefd, of pijnlijk? of verdrietig?” Dan help je die ander
die ervaringen te verwerken.
Dus neem die ander serieus. Ik betrap mij er zelf ook wel eens
op als iemand opbelt, en ik blijf zitten typen of werken.
Dat is niet erg respectvol. Dus leg neer waar je mee bezig bent
en blijf met je aandacht echt bij die ander.
De achtste is: Wil je mij de ruimte geven om mijzelf te leren
kennen.
Als ik in gesprek ben, dan vind ik het heerlijk als een
ander zo reageert door tegen mij te zeggen: “Hans ik hoor je
dit of dat zeggen, bedoel je dat ook?” Soms hoor ik dan
dingen die ikzelf nog niet eens door had.
Heel goed luisteren en vanuit dat hele goede luisteren
de goede vragen stellen. Helpt mij bewust te worden van
wat ik nog niet weet.
De negende is:
Ik draag net als jij mijn eigen verantwoordelijkheid.
Daar hebben we ook genoeg over gehad.
De tiende is: In het diepst van ons wezen zijn we één.
In de echte communicatie, maar dat is vaker een communicatie zonder woorden, juist dan als je het meesterschap hebt over de woorden die je niet spreekt, juist dan kun je zwijgend voelen
wat zijn we verbonden met elkaar, wat is er een eenheid, en dat voel ik nu ook. We zijn heel verschillend en we komen uit heel verschillende werelden en in dit uur verbinden we ons tot één
en dat komt omdat er één en dezelfde kracht in stilte
door ons heen gaat werken en dat we door die kracht
geïnspireerd elkaar onbevangen durven aankijken en waar
mensen elkaar onbevangen durven aankijken daar gebeurt
iets diepers, iets groters, daar zijn we één in de liefde.
De liefde die vanuit de geestelijke wereld tot ons komt.
Hans Stolp