Stilstaan bij onze gestorven geliefden

HANS STOLP

De groei in geestkracht of ik-kracht

Voor onze geliefden die zijn gestorven en de geestelijke wereld zijn binnengegaan, is het heel belangrijk dat wij, die op aarde achterbleven, iets aanvoelen en begrijpen van de weg die zij nu gaan. Wanneer zij voelen dat wij hen met begrip en inzicht volgen op hun weg, is het voor onze geliefden, alsof zij daardoor worden omhuld met een mantel van liefde. Ook voelen zij zich geïnspireerd en ervaren ze hoe ze door onze liefde nieuwe impulsen krijgen om vol vertrouwen verder te gaan op hun weg door de geestelijke werelden.
Het inzicht in de weg die onze geliefden gaan, houdt allereerst in dat wij ons vertrouwd maken met de ervaringen die de gestorvenen de eerste drie dagen na hun dood opdoen in de etherische wereld. 1) Daar krijgen zij immers de levende, kleurige en voortdurend bewegende beelden van hun zojuist voltooide aardse leven terug te zien. Drie dagenlang bezinnen zij zich op die beelden. Daarbij doen ze dat vanuit een heel specifiek perspectief. Het is namelijk, alsof hen de vraag gesteld wordt: welke geestelijke winst en welk inzicht heb je opgedaan bij de ontmoetingen op aarde met zoveel verschillende mensen? Op welke manier werd je er sterker door? En veroverde je op die ervaringen (zowel op de verwarmende, als op de pijnlijke ervaringen) meer geestkracht of ik-kracht? Kennelijk gaat het bij deze terugblik vooral om die ik-kracht. Dat is ook wel begrijpelijk, want die heeft de gestorvene nodig op zijn verdere reis door de geestelijke werelden. Daarom is dit het eerste wat de mens zich na de dood bewust mag worden: de groei in ik-kracht die hij (of zij) in zijn (of haar) zojuist voltooide leven opdeed. 2)

De tweede terugblik
Na deze eerste terugblik mogen wij onze geliefde intuïtief – en dus vanuit ons gevoel – volgen op zijn reis door de astrale- of zielenwereld. Dat is een reis die aanzienlijk langer duurt, en wel ongeveer een derde van het aantal jaren die hij op aarde doorbracht. Ofwel: net zolang, als de tijd die hij op aarde slapend doorbracht. 3)
Daar, in de astrale wereld, krijgt onze geliefde opnieuw een terugblik op alles wat hij op aarde beleefde. Maar nu vanuit een ander perspectief. Hij of zij mag deze ervaringen daar doorvoelen vanuit de beleving van de ander met wie hij op aarde te maken had: zijn ouders, zijn partner, zijn kinderen, zijn vrienden en ga zo maar door. Daardoor begint hij nu pas te voelen, wat zij toen voelden. Het gevolg van deze bezinning is dat hij begint te begrijpen wat de ander toentertijd aan hem of haar beleefde. Daarom komt er met een zekere regelmaat vanuit de astrale wereld een roep om vergeving naar ons, die achterbleven. Want nu pas dringt het echt tot de gestorvene door, wat zijn woorden of daden bij de ander teweegbrachten.

Ingaan in het Devachan

Aan het einde van het verblijf in de astrale wereld maakt het ik of de geest van de gestorvene zich los van het astrale lichaam en gaat de Lichtwereld of, zoals de hemelwereld ook wel genoemd wordt, het Devachan binnen. Het astrale lichaam dat achterblijft, valt uiteen: (astrale) stof wordt tot (astrale) stof.
Overigens: de achterblijvenden op aarde kunnen de gestorvene gedurende de tijd die hij doorbrengt in de astrale wereld, helpen door ook zelf door een bezinningsproces heen te gaan om zich bewust te worden van de diepere betekenis van hun relatie met de gestorvene. Ook kunnen ze hem hun blijvende liefde toebidden: een gebed dat verwarmt en goed doet.
In het Devachan begint in zekere zin al de voorbereiding op een nieuwe incarnatie. En wel door de geestelijke winst die in het laatste aardeleven werd behaald, om te zetten in nieuwe vermogens. Zodat de gestorvene later, als de tijd daarvoor rijp is, als een ander, nieuw mens aan een nieuwe aardse incarnatie kan beginnen. In mijn boek: Wat gebeurt er als je doodgaat? kunt je veel uitgebreider lezen over de reis van de gestorvene door de etherische en astrale wereld naar het Devachan.4) 


Binnen wordt buiten, buiten wordt binnen

In liefde stilstaan bij onze gestorven dierbaren houdt (ook) in dat wij ons allerlei dingen bewust beginnen te worden. Bijvoorbeeld: Waarom stierven zij op dat moment, en niet een aantal jaren eerder of later? Ook komen we voor de vraag te staan of we de diepere zin van hun aardse leven intuïtief aan kunnen voelen. Ook zijn er nabestaanden die iets hebben aangevoeld van de diepe vreugde die de gestorvenen direct na hun dood ervaren. In de huidige tijd zijn er immers steeds meer mensen die de gestorvene in de geest (een klein beetje) kunnen vergezellen gedurende de eerste tijd na diens dood. Zulke achterblijvenden ervaren in die tijd niet zozeer verdriet en gemis (dat komt later), maar zij voelen vooral een diepe vreugde: de gevoelens dus die de gestórvene in die tijd doorleeft.
Er zijn ook mensen die een gewelddadige dood sterven. Die omkomen als gevolg van een misdrijf, of door oorlogshandelingen, maar bijvoorbeeld ook door een ongeval, een auto-ongeluk of wat dan ook. Dat plaatst de achterblijvenden voor de vraag, wat de zin van een dergelijke dood kan zijn. De schok van een dergelijke plotselinge dood dreunt immers ook door in het leven na de dood.
Nu weten we dat in het leven na de dood al datgene, wat ín ons leeft, stap voor stap wordt omgevormd tot een kracht die naar buiten treedt, en voortaan niet meer in ons innerlijk gezocht moet worden, maar buiten ons. Zo worden onze gedachten tot levende en zichtbare wezens die om ons heen zweven. Net zo treden onze gevoelens naar buiten en worden tot levende en kleurige wezens die om ons heen zweven en die voor iedereen zichtbaar zijn. Je kunt in de geestelijke wereld dus niets meer van je gevoelens en gedachten voor anderen verborgen houden, iets wat op aarde nu juist zo gebruikelijk is!

De zin van een gewelddadige dood
Op eenzelfde manier wordt ook de schok van een plotselinge, gewelddadige dood omgevormd. Deze schok kwam van buitenaf, maar wordt nu omgevormd tot een innerlijke kracht: buiten wordt stap voor stap binnen in het leven na de dood, en binnen wordt geleidelijk buiten. Maar tot wat voor innerlijke kracht wordt de schok van een plotselinge dood dan wel omgevormd in het leven na de dood? Tot het vermogen om in een nieuwe aardse incarnatie – dwars tegen de stroom in – met grote kracht iets neer te zetten, waar je in dat leven voor wilt gaan. Denk aan Luther die dwars tegen de katholieke geestelijken van zijn tijd in een nieuwe vorm van geloven verkondigde. Denk in onze tijd aan Julian Assange van Wikileaks. Wat je van deze laatste ook mag vinden (daar gaat het nu niet om), hij is wel iemand die dwars tegen de stroom in allerlei verborgen afspraken, geheime overeenkomsten, enzovoort openbaar maakte. Het verborgene wordt dankzij zijn werk openbaar (en is dat niet wat Michaël wil?).
Voor onze geliefde gestorvenen is het belangrijk dat wij inzicht krijgen in dit proces van omvorming, zodat we ons niet voortdurend blijven richten op de pijn van die plotselinge dood, maar ons bewust worden tot welke nieuwe en bijzondere kracht deze ervaring nu wordt omgevormd. Wij beseffen vaak onvoldoende, hoe belangrijk het voor onze geliefde gestorvene is dat wij begrijpen wat hij nu doorleeft! 5)

De ziel was volgroeid

Een kind wordt geboren, wanneer het lichaam in de moederbuik volgroeid is. Net zo is het met die andere geboorte: de dood. Een mens sterft, wanneer zijn ziel volgroeid is. Terugkijkend zijn er mensen die dat proces (achteraf pas) herkennen: Nadat mijn man aan een hartaanval gestorven was, ontdekte ik, dat hij de boekhouding tot op de laatste dag had bijgewerkt. En dat, terwijl hij anders bijna altijd een grote achterstand had. Hij wist dat ik niets van boekhouden afweet, en ik weet zeker dat hij onbewust aanvoelde dat hij zou gaan sterven en dat hij daarom de boekhouding helemaal op orde achterliet.

De dood komt bij sommigen onverwacht en plotseling, bij anderen echter na een lange ziekte. Maar hoe de dood ook komt, terugkijkend kunnen we steeds meer gaan aanvoelen, dat hij op het juiste moment kwam, toen de ziel volgroeid was. Het is overigens lang niet altijd gemakkelijk om dit inzicht te aanvaarden. Want een kind dat jong sterft, geldt ook voor dat kind dat zijn ziel volgroeid was? Naar mijn diepste overtuiging wel, maar iedereen kan zich voorstellen dat het ongelooflijk veel van ouders vraagt om tot een dergelijk inzicht te komen en dat je dat dus zeker niet moet uitspreken tegen ouders die een kind verloren hebben.
Als het waar is dat wij sterven als onze ziel volgroeid is, is euthanasie niet vanzelfsprekend. Natuurlijk wel de euthanasie die in feite een vorm van pijnbestrijding is. Maar niet de euthanasie die steeds vaker voorkomt, en wel, wanneer mensen het gevoel hebben dat hun leven voltooid is en geen zin meer heeft: zij willen de fase van leren loslaten, van het aanvaarden van een groeiende afhankelijkheid niet meemaken. Het zou goed kunnen dat in een dergelijke situatie de ziel nog niet volgroeid is en daarom onvolmaakt geboren wordt bij de dood. En dat heeft natuurlijk grote gevolgen voor het verdere leven in de geestelijke wereld. (Overigens: luister naar je innerlijke weten: die zal ieder van ons op het juiste moment aangeven wat onze persoonlijke keuze in een dergelijke situatie moet zijn!)

De meest volmaakte ervaring

Hier op aarde beleven wij de dood meestal als pijnlijk, verdrietig en afschuwelijk. Maar in de geestelijke wereld beleeft de gestorvene direct na het sterven de dood juist als iets groots en indrukwekkends. De pijn van het sterven is op dat moment voorbij; voorbij zijn ook de angst en het verdriet om het loslaten. Wat de gestorvene nu ervaart, is een diepe en overweldigende vreugde. Onze engel staat ons op te wachten en de uitstraling van zijn licht is als een balsem voor onze ziel. Christus zelf staat daar en zijn liefdesuitstraling omhult ons met een genezende warmte. En de geliefden die ons zijn voorgegaan staan ons op te wachten en nemen ons (aards gesproken) vol vreugde in de armen. Zo nemen een allesoverheersende vreugde en blijdschap de plaats in van de angst en het verdriet die de gestorvene vlak voor de dood nog vervulden. Het is deze vreugde die de achterblijvende soms kan meebeleven als een extase. Zoals iemand zei: Na het overlijden van mijn man voelde ik nog wekenlang een diepe vreugde, als een soort extase, en dat terwijl iedereen dacht dat ik intens verdrietig was. Pas later, toen die extase wegebde, kwam het verdriet. Het moeilijke was echter dat ik met anderen niet over die extase durfde te praten: de mensen zouden denken dat ik door de dood van mijn man mijn verstand verloren had. 

Christus als de Heer van het Karma

Wat mij het meest raakt, als ik nadenk over de dood, is de ontmoeting met Christus die ons dan te wachten staat. Hij staat daar op de drempel van de geestelijke wereld en iedereen die Hem liefheeft, zal Hem direct na de dood mogen zien in zijn stralende en lichtende liefdesaura. Wat groots en overweldigend moet dat zijn! 

Als we vervolgens gedurende de eerste drie dagen na onze dood terugkijken naar de beelden van ons aardse leven en zien, welke geest- en ik-kracht we in ons leven hebben veroverd, is het alsof we daarbij door Zijn ogen – en dus met een volkomen begrip! – naar ons eigen leven mogen kijken.

Aan het einde van die eerste drie dagen, als we vanuit de etherische wereld overgaan naar de astrale wereld, staat Christus opnieuw voor ons. Hij staat daar, omdat nu de tweede terugblik begint. En het is Zijn uitstraling, die ertoe leidt dat we aan die tweede terugblik op een heel bijzondere manier beginnen, en wel vanuit de sfeer van ons geweten. Daardoor zijn wij het zelf die oordelen over wat er goed, en wat er niet goed was in ons aardse leven en wat er dus in volgende levens nog vereffend moet worden. Iedereen die zich heeft losgemaakt van een leven in de sfeer van de kille wet, van dogma’s die geloofd moeten worden en van geloven op gezag en die tot (zelf)inzicht kwam, zal daar Christus mogen zien als de Heer van het Karma die ons helpt om zelf het oordeel over ons zojuist voltooide aardse leven te voltrekken.
Maar wie die stap nog niet gezet heeft en op aarde leefde in een sfeer van de wet, van regels, van blinde gehoorzaamheid en van geloven op gezag, zal bij de tweede terugblik niet Christus voor zich zien, maar Mozes die hem met het wetboek in de hand zal voorhouden wat er goed en wat er verkeerd was in zijn leven. Want tot nu toe was Mozes de Heer van het Karma, maar in deze tijd neemt Christus zijn plaats in en wordt (de nieuwe) Heer van het Karma. Het ligt aan onszelf en aan de manier waarop wij leven, wie we na onze dood zullen ontmoeten: Christus of Mozes.

Het is voor onze gestorven geliefden een groot geschenk, wanneer we ons innerlijk de ontmoeting die zij direct na de dood met Christus hadden, voorstellen en zodoende hun diepste vreugde waarmee zij aan dat nieuwe leven begonnen, een heel klein beetje meebeleven kunnen.

Noten

1) De etherische wereld ligt als een schil om de aarde en reikt tot aan de cirkel die de maan beschrijft rond de aarde. Daar gaat de    etherische wereld over in de astrale wereld.

2) Overal, waar ik in dit artikel hij schrijf, bedoel ik ook zij. Gemakshalve en voor de leesbaarheid beperk ik mij echter tot deze mannelijke vorm.

3) Dat is niet voor niets, want bij deze terugblik krijgt de gestorvene ook te zien, welke impulsen en inzichten zijn beschermengel elke nacht in zijn ziel neerlegde. Ook al bleven die impulsen bij het waakbewustzijn overdag onbewust, ze werkten wel door. Maar hoe, en in welke mate? En wat heeft de gestorvene er toen mee gedaan?

4) Hans Stolp, Wat gebeurt er als je doodgaat? Uitg. Ankh-Hermes, 2016, 6e druk

5) De inzichten in het tweede deel van dit artikel ontleende ik vooral aan het boek van Rudolf Steiner, Door de poort van de dood, Teksten en meditaties, Uitg. Vrij Geestesleven, 2010

In kader

In het westen is Mozes vanaf de middeleeuwen herkenbaar aan de hoorns op zijn hoofd. Die voorstellingswijze gaat terug naar de Latijnse vertaling van Exodus 34: 29 die op de Griekse tekst van de Septuagint was gebaseerd. Toen Mozes de berg afdaalde met de twee stenen tafelen straalde zijn gezicht. In het Grieks staat daar ‘dedoxastai’, afgeleid van ‘doxa’: heerlijkheid of macht. De Latijnse Vulgaatvertaling kiest daar voor macht en vertaalt ‘cornutus’, met hoorns. Dat waren symbolen die macht en gezag aanduidden. Sindsdien zijn die hoorns een vast attribuut, soms aangeduid als stralen of knobbels.