Verslag van een lezing over: Engelen 2

Toen ik jong was had ik mij niet kunnen voorstellen dat

ik ooit op latere leeftijd nog eens lezingen over engelen

zou geven, want engelen, ik had er niets mee.

Ik ben gereformeerd opgevoed en in de gereformeerde

traditie was en is voor engelen niet zoveel plaats,

eigenlijk helemaal niet.

Ook later in de theologie, ik studeerde aan de VU in

Amsterdam, kreeg ik eigenlijk niets of nauwelijks iets

over engelen te horen. Ze speelden gewoon geen rol.

Ze zijn voor mij pas werkelijkheid geworden in de

jaren dat ik als pastor in een ziekenhuis begon te

werken. Toen met name zieke en stervende kinderen

mij begonnen te vertellen over die gestalte van licht

die naast hun bed stond.

En ik heb die verhalen onafhankelijk van elkaar tientallen

keren gehoord. Je moet je voorstellen, je bent tien jaar

en hebt kanker, je ligt in het ziekenhuis en wordt

behandeld met cytostatica. De gif kuur waardoor je

haren uitvallen, je mond raakt ontstoken, je wordt

hartstikke misselijk en beroerd, enzovoort.

Overdag gaat het wel, dan is je familie er vaak,

de verpleegkundigen lopen in en uit. Maar s’ avonds

als iedereen naar huis is, het heel stil wordt op de afdeling

en je eigenlijk alleen nog maar hier of daar een deur hoort dichtvallen en het geluid van de televisie hoort, dan kan het gebeuren dat zo’n kind zich hartstikke alleen en in de steek

gelaten voelt en zich afvraagt waarom gebeurt me dat.

Maar juist dan op zulke uiterste momenten van verlorenheid, vertelden de kinderen, kon het gebeuren dat er volkomen onverwacht zo’n stralende gestalte van licht naast hun bed

stond. Een gestalte die meestal niets zei, maar die haar of

zijn hand legde op een plek die pijn deed. Hoe lang die

gestalte er stond, de kinderen wisten het nooit te vertellen.

Het was alsof bij de aanwezigheid van die gestalte geen

tijd meer was; tijd niet gemeten kon worden. En dat is

logisch want je bent dan in een andere dimensie.

Maar toen die gestalte van licht even onverwacht weer

verdwenen was als die gekomen was, toen voelde zo’n

kind zich volledig anders. De angst was weg, het gevoel

van eenzaamheid was weg, de zorg van wat gaat er nog

gebeuren was weg en ze vielen volkomen gerustgesteld

in slaap.

Op de duur leerde ik het ook zien.

Want had ik de ene dag in het ziekenhuis een kind met

gebalde handen gezien, met strakke lippen en een

verstard gezicht; ik moet volhouden, ik moet flink zijn….

Toen ik de volgende dag binnen kwam zag ik een heel

ander kind, de handen en de lippen los en een lach op

het gezicht. Omdat ik dat had leren kennen hoefde ik

maar te vragen ‘is hij geweest?’ Dan kreeg ik meestal

een stralende glimlach: ‘ja, de meneer van licht,

of de engel of Jezus is geweest’.

Ze noemden die gestalte verschillend en dat hing

meestal samen met de al of niet kerkelijke achtergrond.

Katholieke noemden het veel sneller een engel,

Protestanten kinderen zeiden vaker Jezus en kinderen

die van niets wisten, zoals wij dan zeggen, hadden het

vaak over die meneer van licht. Maar je voelt, de naam

maakt niet uit, het is de essentie waar het om gaat;

dat ieder kind behoedt en geleid wordt.

Niet alleen tijdens ernstige ziekte, maar juist en vooral

ook in de laatste week voor het sterven verscheen de

gestalte van licht. Steeds weer kon je merken dat het

kind dat ging sterven en dat dus moest loslaten, aan de

gestalte van licht de kracht en het vertrouwen ontleende

om in alle rust die laatste stap naar de overgang te zetten.

Ik heb het zo vaak gehoord van kinderen en ook wel van volwassenen dat het langzamerhand voor mij duidelijk

werd; dit is niet alleen maar fantasie maar dit is op de één

of andere manier hele diepe werkelijkheid.

Dit zijn de engelen waar altijd over gesproken werd.

Later mocht ik de engelen zelf ook gaan zien en werden ze

voor mij nog op een andere manier realiteit. Dat maakt het

dus nog leuker en directer om over ze te vertellen.

Ik heb in de loop van mijn leven vaker hierover verteld en

tot op de dag van vandaag krijg ik eindeloos veel brieven, telefoontjes en e-mails die bijna allemaal beginnen met

de opmerking ‘ik moet je wat vertellen wat ik nog nooit

aan een ander verteld heb’. Nou dan weet ik het al, dan is

er iemand die of over een engelervaring of een

bijna-dood-ervaring of over een verschijning van Christus

komt vertellen. Dat zijn de drie ervaringen waarover ik

zo eindeloos vaak te horen krijg.

Later, na mijn ziekenhuisperiode kwam ik te werken bij

de IKON. Daar had ik een eigen radioprogramma waarbij

ik één keer drie korte uitzendingen van tien minuten

heb gewijd aan deze dingen.

De IKON vond het niet zo leuk, maar ik dacht ik doe het

toch nog een keer.

De eerste keer heb ik verteld over bijna-dood-ervaringen,

de tweede keer over engelen en de derde keer over Christusverschijningen. Vanaf de eerste uitzending kwam

de post met zakken tegelijk brieven brengen. Ik heb nog

nooit zo veel post gekregen als na die drie uitzendingen.

Keer op keer blijkt hoezeer deze verbinding met de

geestelijke wereld bij ons mensen leeft en hoeveel mensen

er op een bepaalde manier ook hele directe ervaringen

mee hebben. Maar dat zo weinig mensen erover durven te

praten uit angst dat de mensen om hen heen zullen zeggen

‘je hebt altijd al veel fantasie gehad’ of ‘dat was een leuke

droom’. Omdat dit soort ervaringen voor mensen zo heilig

zijn, en dat begrijp ik heel goed, verdragen zij het niet,

wanneer als anderen daar een beetje neerbuigend over

doen of het niet willen geloven. Dus vandaar dat het voor

mij duidelijk is, er leeft veel op dit gebied bij heel veel

mensen.

Het blijft het voor het grootse deel in het verborgene leven,

omdat het klimaat niet zo is dat we erover kunnen spreken.

Ik ben overigens wel blij dat het klimaat in Nederland nu zo veranderd is dat we ons zomaar op een avond met zoveel

mensen samen kunnen richten op de wereld van de engelen. Twintig jaar geleden was dat in wezen niet mogelijk en dat

is een enorme verandering.

Door de vele brieven die ik kreeg na die radio-uitzendingen

ging ik ook een beetje begrijpen wat engelen eigenlijk doen.

Wat bewerken zij eigenlijk? Wat heb je daaraan om het zo

maar even te zeggen als zij je leven binnenkomen?

Wat veranderen ze? Heel veel mensen vertellen keer op keer

dat engelen inzicht geven. Dat ze soms, door een enkel woord

of een enkele zin te noemen het ineens voor diegene die het antwoord krijgt erg duidelijk wordt hoe het zit.

Een leuk voorbeeld van een mevrouw die gereformeerd

ouderling was. Zij vertelde dat haar zoon op een dag was

thuis gekomen om te vertellen dat hij ging trouwen, maar

hij had er ook in één adem bij gezegd dat hij niet in de

kerk wilde trouwen. Dat was voor deze goed gereformeerde moeder die ook ouderling was in de kerk, een klap.

Zij had het gevoel dat ze afging als moeder en als

ouderling, dat zij die nota bene vooraan stond in de kerk,

haar eigen zoon wilde niet in de kerk trouwen.

Zij vertelde ook dat hoe dichter de trouwerij naderde

hoe depressiever ze werd. Steeds meer dacht ze ‘wat ik

toch fout gedaan?’ Vlak voor de trouwerij zat zij op een

mooie zondagavond in de tuin, maar ze zag helemaal

niet hoe mooi het was want zij zat weer te somberen

‘waarom wil hij niet in de kerk trouwen?’

Ineens klinkt er door die verder lege tuin ‘niet mijn wil

maar Uw wil geschiede’ en ze kijkt helemaal verbaasd

om zich heen, geen mens te zien. Terwijl zij nog om zich

heen kijkt klinkt weer die stem ‘niet mijn wil maar Uw wil geschiede’.

Op hetzelfde moment, ineens dringt het als met een

geweldige flits van inzicht tot haar door: ‘wat ben ik

egocentrisch bezig! Ik zit alleen maar te denken aan mijn

falen, maar niet wat het eigenlijk voor mijn zoon betekent,

dat het voor hem de mooiste dag van zijn leven moet zijn’.

En op hetzelfde moment was de depressie helemaal weg.

Toen korte tijd later de trouwerij aanbrak heeft zij die

enthousiast mee kunnen vieren, ook al hebben zij die dag

geen kerk van binnen gezien.

Het leuke is, ik hoor erg vaak verhalen over engelen die

iets zeggen. Net als in dit geval, die mevrouw zag de engel

niet, maar zij hoorde die stem. Ze zei ‘ik weet zeker, er was

geen mens in de buurt, dit was de stem van een engel’.

En zo gebeurt het vaak.

Wat engelen ook doen en dat heb ik al een beetje

aangegeven in dat verhaal van die kinderen, altijd weer

geven engelen aan mensen die daarvoor open staan

vertrouwen, vrede en overgave. Alleen moet ik er twee

dingen bijzeggen, want het lijkt zo makkelijk:

‘vraag het even en je krijgt’.

Je moet het ten eerste inderdaad vragen!

Ten tweede moet je zelf eerst geknokt hebben om

vertrouwen, overgave en rust te vinden.

Maar als je echt niet verder komt, je loopt vast en

je vraagt* dan: ‘alsjeblieft help me’, juist dan gebeurt

het zo vaak dat de engelen ons dat vertrouwen en

die rust geven.

Wat engelen ook doen, daarvan zijn wij ons eigenlijk

nauwelijks bewust, maar elke nacht als wij slapen dan

zijn het de engelen die ons lichaam en onze ziel nieuwe

energie schenken. Elke nacht treden wij als wij slapen uit

ons lichaam, zo verteld de oude esoterische traditie.

Ieder mens gaat dan de geestelijke wereld binnen en

heeft een ontmoeting met haar of zijn engel.

Wij hebben alleen pech want ons geheugen blijft achter

in ons slapende lichaam. Wanneer wij s’ morgens terugkomen

in ons lichaam herinneren we ons weinig van die nachtelijke ontmoeting. Overigens herkennen jullie dat, wanneer je

wakker wordt dat je dan soms met een schok wakker wordt?

Hoe komt dat? Omdat je dan terugkomt in het lichaam, maar

dat is dan net een vliegtuig wat een beetje ruw land en nog

wat stuitert op de landingsbaan. Sommige mensen hebben

ook dat ze tussen slapen en wakker worden, zo in die

overgang zich even niet kunnen bewegen. Dat is logisch;

dan moeten eerst weer even alle ‘stekkers’ op elkaar

aangesloten worden voor je weer de beheersing krijgt

over je lichaam. Dus dan moet je even geduld hebben,

gewoon wachten en het komt vanzelf.

Het is heel leuk als je de geschiedenis nagaat van de

ontdekkingen die gedaan zijn, dan lijkt dat heel veel

ontdekkingen gedaan werden in de slaap en dat ze in

een droom tot ons kwamen.

Soms grijpen engelen ook heel concreet in.

Er zijn talloze voorbeelden van engelen die een

verkeersongeluk op het laatste moment weten te

verhinderen, die het stuur overnemen etc.

Met name in Amerika gaan op dit moment vele verhalen

rond over een geheimzinnige lifter.

Mensen nemen een lifter mee en die lifter blijkt in het

gesprek dat volgt alles te weten over de bestuurder of

bestuurster, verteld van alles hoe ze verder moeten leven

en wat hun taak is. Dan plotseling, van het ene moment

op het ander, is de geheimzinnige lifter verdwenen terwijl

de auto gewoon door suist. Voor velen is het duidelijk dat

die geheimzinnige lifter een engel is.

Ik heb een poosje geleden, omdat mijn uitgever dat vroeg

op mijn website gevraagd of mensen mij hun ervaring

met engelen wilden toesturen. Ik vond het leuk en ik heb

er werkelijk weer tientallen, honderden zelfs gekregen.

En ik heb de leukste eruit gezocht voor een klein boekje.

Wat mij trof is dat met name de jonge generatie, de nieuwetijdskinderen, zouden wij zeggen een nog veel

uitgewerkter verhouding met engelen heeft dan wij

ouderen dat soms hebben.

Eén voorbeeld wil ik jullie heel graag voorlezen omdat

ik denk dat het een voorbeeld is van de nieuwe verhouding

tussen mensen en engelen zoals die geboren gaat worden

en zoals sommige nieuwetijdskinderen dat nu al beleven

mogen.

Het is een jonge vrouw nu en zij verteld ‘als kind zag ik eens

een man in mijn slaapkamer staan. Ik schrok daar behoorlijk

van en ben gelijk onder mijn dekbed gedoken. De volgende ochtend vertelde ik het aan mijn moeder. Ze zei dat ik,

als het weer eens zou gebeuren zou kunnen vragen wie hij

was en wat hij kwam doen. Na een korte tijd was hij er weer.

Ik heb hem eerst maar eens even uitgebreid bekeken.

Hij zag er niet onvriendelijk uit, integendeel. Hij had een

habijt aan en hij leek op een monnik. Hij keek me aan en

deed eigenlijk niets anders dan glimlachen. Vragen wie hij

was durfde ik nog niet. Ik kroop weer onder mijn dekbed

en toen ik even later gluurde of hij er nog was, was hij weg.

De derde keer durfde ik hem pas te vragen wie hij was.

Hij zei dat zijn naam Melchior was en dat hij er voor mij was.

Zoiets dergelijks dan, het was niet echt praten wat hij deed,

ik voelde eerder wat hij zei of bedoelde’. Dat is telepathisch communiceren. ‘Langzaam, maar zeker begon ik aan

Melchior te wennen. Hij was er bijna altijd. Ik kon hem niet

altijd zien, maar wel altijd voelen. Meestal voelde ik hem op

de achtergrond maar als ik hem echt nodig had, was hij er.

Hij had gewoon een eigen plaats in mijn leven.

Ik had bij voorbeeld altijd het gevoel dat hij achterop mijn

fiets zat wanneer ik naar huis ging. Voor mij was Melchior

zo duidelijk en vanzelfsprekend aanwezig dat ik soms

weleens vergat dat andere hem niet konden zien.

Sterker nog ik realiseerde me niet eens dat andere hem

niet konden zien. Voor mij was Melchior de normaalste zaak

van de wereld. Op school stond ik vaak onder een boom met

hem te praten tot grote schrik van de leraren. Mijn moeder

moest zelfs op school komen omdat de leraren zich grote

zorgen over mij maakten want ik stond immers vaak tegen

mezelf te praten. Toen leerde ik dat het dus niet normaal was

wat ik beleefde, voor mijn moeder wel en voor mijzelf ook,

maar voor de meeste mensen niet. Als puber heb ik moeite

met hem gehad, hij was immers het bewijs dat ik niet normaal

was. In die tijd bleef hij wat meer op de achtergrond, hij was

er wel, maar manifesteerde zich niet zo duidelijk.

Hij was eerder als een soort gevoel aanwezig, maar bij

mensen die ook in dat soort zaken geloofden voelde ik

me veilig en kon ik ook gewoon over hem praten, maar

verder hield ik mijn mond.

Toen ik later ging studeren nam Melchior weer een

belangrijke plaats in mijn leven in. Niet dat ik dat wilde

ik vond hem wel lastig. Ik vond het lastig zo’n vage gids

die mij confronteerde met dingen waar ik helemaal niet

mee geconfronteerd wilde worden. Ik vond het handiger

te vluchten in softdrugs, even niets voelen, even geen

problemen. Maar juist in die periode bleef hij bij me komen.

Ik voelde hem heel duidelijk, maar ik wilde het niet ondanks

dat ik best voelde dat hij me warmte en liefde gaf.

Aan de ene kant was ik er blij mee en aan de andere kant

wilde ik dat hij wegging. En toen werd ik zwanger. Ik had de

test gezien en de twee blauwe streepjes vertelden mij dat ik

een kind zou krijgen. Niet de meest handige periode in mijn

leven, maar toch was ik meteen blij en gelukkig.

’s Avonds lag ik in bed, mijn toenmalige partner sliep al en ik

zei ‘Melchior, ik krijg een kindje’.

Vanaf dat moment is Melchior weer een normale, vertrouwde

en veilige factor in mijn leven. Ik heb mijn leven 180 graden

kunnen draaien en Melchior heeft me daarbij geholpen.

Zonder echt iets te doen of zo, gewoon door er te zijn.

Hij ziet er trouwens niet meer uit als een monnik. Hij is wel

duidelijk Melchior, maar het is net alsof hij van licht is

gemaakt. Net zo goed als ik een gigantische ontwikkeling

heb doorgemaakt heeft hij dat dus blijkbaar ook. En nu nog

even een mooi extraatje. Ik kreeg toch nog even een bewijs

dat Melchior echt is en dat ik niet gek ben;

Mijn dochter van negen maanden zwaait, brabbelt en lacht

soms ineens naar een plek waar bijna niemand iets ziet.

Ik wel, ik zie wat zij ziet, Melchior’.

Mooi hè, een prachtig voorbeeld hoe in de nieuwe tijd de verbinding tussen engelen en mensen steeds intensiever gaat worden. Maar je ziet voor deze jonge vrouw was het heel lastig

om daarmee vertrouwd te raken en het een plek te geven in

haar leven. Omdat je daarmee wel anders bent dan anderen

en het zo moeilijk is daarover met anderen te praten.

Er zijn een aantal opvallende dingen in dat verhaal, maar

één van de details die ik wel leuk vind is bij voorbeeld

dat zij verteld dat Melchior, de engel, eerst als een monnik verschijnt en dan later zich transformeert tot een lichtgestalte.

Het boeiende is dat de engelen heel vaak, dat horen we altijd,

aan ons verschijnen in die vorm die het meest vertrouwd is

voor degene aan wie ze verschijnen. Zo weten we dat engelen

heel vaak aan kinderen verschijnen als een ander kind, omdat

een ander kind heel vertrouwd is. Hoe vaak horen we niet over kinderen die spelen en praten met onzichtbare vriendjes en vriendinnetjes. Ze kunnen ook verschijnen en zo hoor ik het

heel vaak van de kinderen in het ziekenhuis als een

lichtgestalte, een meneer van licht. En zo was het ook waartoe Melchior zich transformeerde. Ze kunnen ook de gedaante aannemen van een mens van vlees en bloed, zo bij voorbeeld

die lifters in Amerika. Ze kunnen ook alleen een stem vormen

en dan als stem tot ons komen.

Overigens ik hoor vaak na afloop van een lezing als ik dan die verhalen verteld heb dat heel veel mensen zeggen: ‘ik wou

dat ik dat nou ook eens meemaakte’, ‘waarom overkomt mij

dat niet?’ Nou dan heb ik één groot antwoord en dat

antwoord is van de heilige Franciscus, de grote dierenvriend.

Het is bekend dat hij een keer Christus heeft mogen zien.

De leerlingen van Franciscus waren best wat jaloers en zij

vroegen hem op een gegeven moment ook ‘waarom verschijnt

hij nu wel aan jou en niet aan ons?’

Het antwoord van Franciscus was: ‘omdat ik dat nodig had

om te kunnen geloven en jullie kunnen geloven zonder die ervaring’. Als je nou nog bedenkt dat de heilige Franciscus

dit nog meende ook dan voel je wat voor hele diepe

boodschap daar achter zit. Het allermooiste is als je het niet

nodig hebt dat bewijs. Maar wat dan wel belangrijk is en

daarom vertel ik dat ook een klein beetje, kun je de engelen

en de inwerking van de engelen in je eigen leven ook zelf

ervaren? Kun je aangeven toen en toen heb ik het gemerkt?

Voor mij geldt overal in mijn leven waar dingen gebeuren

waarvan je zegt ‘wat toevallig’, zodra dat in mij opkomt weet

ik al, hier achter de schermen zijn de engelen aan het werk geweest. En ook als ik onverwacht een inzicht krijg, als ik

ineens weet wat ik moet doen, dan denk ik ook altijd

‘bedankt’, want dat krijg ik niet vanzelf, dat ontvang ik ook

echt zonder dat ik het precies doorheb. Als ik na een tijd van knokken, onzekerheid en wantrouwen wat we allemaal wel

kennen dan toch weer de vrede verover en ontvang in mezelf,

ook dan is het even ‘dank je wel’ zeggen omdat ik weet die

vrede die wordt mij geschonken door de engelen zelf.

Er is iets merkwaardigs aan de hand en ik zei dat al even

in het begin, twintig jaar geleden was zo’n avond als deze

niet mogelijk geweest. Nou misschien wel mogelijk geweest,

maar dan had ik blij kunnen zijn als er tien mensen gekomen waren. En nu zie je overal, waar we dit onderwerp op de agenda zetten, is de zaal vol. De uitgevers komen al bij me en vragen:

‘Hans kun je niet een nieuw boekje over engelen schrijven

want dat verkoopt per definitie’. Nu moet je het daarom niet

doen en dat zal ik ook niet doen, maar het zegt dus iets over

het veranderde klimaat.

Dan denk ik wat zou daar achter zitten?

Als je zo in de geschiedenis terugkijkt dan zie je dat de mensen eeuwenlang heel vanzelfsprekend met de engelen geleefd

hebben. In de katholieke traditie zie je daar de resten van,

als de mensen iets kwijt zijn vragen ze de engelen om hulp.

Maar met name in de protestantse traditie is de vanzelfsprekendheid en het leven met engelen stap voor stap, sluipenderwijs verdwenen.

Nu in onze tijd lijkt het alsof in één klap ons innerlijk

bewustzijn weer opengaat voor de werkelijkheid van de engelen. Alsof we allemaal van binnenuit weten en voelen, natuurlijk zijn engelen geen fantasie, geen verzinsel en natuurlijk is de wereld

van de engelen op een andere manier realiteit. Het is op zich prachtig als je die golfbeweging zo ziet. Maar als je ervan

uitgaat, wat ik doe, dat er niets toevallig gebeurt, maar dat

achter alles wat er gebeurt een diepe zin verborgen ligt,

kun je je ook afvragen waarom gebeurde dat dan, dat de

engelen zich als het ware steeds meer uit ons bewustzijn terugtrokken en dat ze nu in één keer weer zo massaal

terugkeren? Wat zit daar achter?

Je zou het kunnen vergelijken en zo verteld de esoterische

traditie het, met ouders van opgroeiende kinderen.

Ouders van opgroeiende kinderen moeten zich steeds meer terugtrekken, steeds meer inhouden. Tegen een kind van vijf

kun je zeggen ‘kom hier, nu is het etenstijd’ en ‘om zeven uur

moet je naar bed’. Bij pubers wordt dat al wat lastiger en dan

is steeds weer de vraag waar moet je die grens leggen,

wat is reëel? Zijn ze 21 heb je niets meer te vertellen, dan gaan

ze hun eigen weg en dan leven ze meestal op kamers of in een eigen huis. Dus ouders moeten zich steeds meer inhouden en terugtrekken om het kind de gelegenheid te geven op eigen

benen te staan. Ook als je als ouders ziet aankomen ‘verdorie

doe dat nou niet want dat wordt ellende’. Je mag het één keer zeggen en daarna doen ze het meestal toch. Dan moet je toch

je mond houden en als het dan misgaat mag je niet eens

zeggen ‘ik had het je toch gezegd’, maar dan moet je gewoon

heel vriendelijk en meelevend zijn ‘ach wat sneu’.

Dat is dus het proces van ouders met kinderen en eigenlijk

zou je kunnen zeggen is het met de engelen net zo gegaan.

Wij maakten het proces door van langzaam geestelijk

volwassen worden en de engelen trokken zich terug zodat

we als het ware voor het blok zouden staan en zelf de weg

door het leven zouden vinden.

Nu zijn we geestelijk volwassen op een bepaalde manier.

En keren de engelen terug, maar nu komen ze op een nieuwe manier terug. Als het goed is verandert wanneer onze kinderen volwassen zijn de verhouding tussen kinderen en ouders.

Dan wordt het op een gegeven moment ook een verhouding

die meer gelijkwaardig is, van vrienden en vriendinnen.

Het leuke is dat die volwassen kinderen heel langzaam ook

eens ruimte hebben om na te denken over hoe je als ouders

de dingen beleefd. Nu komen de engelen terug, maar nu

zoeken zij dus een nieuwe, gelijkwaardige verhouding met ons. Daarom hoor je ook heel vaak in boodschappen, maar de

oude traditie verteld het ook al, nu wachten de engelen

tot wij ze uitnodigen om in ons leven binnen te treden.

Het is echt aan ons om ze te vragen ‘wil je me helpen,

wil je me begeleiden en wil je me rugdekking geven?’

Als je dat doet komen ze ook meteen, maar het is nu vanuit

een respect voor onze volwassenheid dat ze dat niet meer automatisch doen zoals ze dat vroeger deden toen we meer

op kleine kinderen leken.

Er wordt verteld en dat kun je nu ook gaan begrijpen,

dat is de volgende stap en wel heel boeiend want dat is nou

het nieuwe. Kijk ik ben begonnen en heb toen ook even

gevraagd wat hebben wij eigenlijk aan die engelen?

Zij inspireren ons, zij redden ons soms, zij geven vertrouwen, overgave enz. Maar nu, is er ook iets wat wij de engelen kunnen geven en waar de engelen wat aan zouden kunnen hebben?

Want nu die verhouding gelijkwaardig begint te worden, nu is

het belangrijk dat wij ons ook leren afvragen wat mogen wij op onze beurt de engelen gaan schenken?

De oude traditie had daar een woord voor, datgene wat wij de engelen mogen schenken noemden zij het geestelijk voedsel dat de engelen nodig hebben om zich verder te kunnen ontwikkelen. Zij vertellen dat er drie soorten geestelijk voedsel zijn die voor de engelen heel belangrijk zijn. Kijk maar eens even of u er wat mee kunt en of je het een beetje in je eigen leven bewust kunt maken

en kunt proberen dat ook bewust te beoefenen om het de engel

te kunnen geven.

Het eerste is als wij overdag enthousiast vertellen, praten en spreken over wat ons geestelijk bezig houdt, over onze idealen.

Dus als wij enthousiast spreken over de vrede, als wij enthousiast vertellen over een actie om Moslims en Christenen weer bij elkaar te brengen in onze dagen, ik noem maar iets.

Dus enthousiasme over onze idealen, niet het enthousiasme over

een tweede auto of een derde aanrecht enz.

Dus het enthousiasme waarmee we spreken over onze

geestelijke idealen. Weet je dat maakt jezelf blij.

Ik ga vanavond anders slapen dan ik gedaan zou hebben

wanneer ik deze lezing niet had gegeven. Ik ga nu blij slapen,

echt blij dat ik dit verhaal heb mogen vertellen.

Dat is het cadeau wat jullie mij geven. Kun je je dat voorstellen?

Er blijft dus, ook al is de lezing voorbij een soort stille blijdschap, een afglans van het enthousiasme waarmee ik verteld heb.

De oude traditie zegt; elke nacht dat je gaat slapen en er is zo’n

stille afglans van het enthousiasme waarmee je met andere

mensen gesproken hebt, dan is die afglans het geschenk wat je

s’ nachts aan je eigen engel overreikt. Onze eigen engel reikt dan dit cadeautje verder aan de aartsengel. Weet je waarom? Omdat de aartsengelen bij uitstek de wezens zijn die de ontwikkeling van onze taal behoeden. Dus dat er een Nederlandse taal bestaat en dat die op een bepaalde manier ontwikkelt is, dat staat onder de inwerking van de aartsengel. Als wij dus overdag enthousiast gesproken hebben is dat typisch een cadeautje voor de

aartsengel, de engel van het woord.

Het leuke is wanneer die aartsengel ons cadeautje aangereikt

krijgt via onze engel, wat doet hij dan heel enthousiast?

Hij geeft een cadeautje terug en geeft ons nieuwe, nog sterkere enthousiasme, bezieling en inspiratie om een volgende keer

nog uitgebreider en nog enthousiaster te vertellen.

Er staat in de bijbel een beetje een vreemde tekst waar veel dominees met een grote boog omheen lopen, socialisten

hebben de pest aan die tekst en liberalen vinden hem leuk.

Jezus zegt: ‘wie heeft zal ontvangen, wie niet heeft zal alles verliezen wat hij nog heeft’. Wat wordt ermee bedoeld?

Wie s’ nachts iets te geven heeft, geestelijk voedsel aan

de engel te geven heeft zal ontvangen. Wie ’s nachts niets

te geven heeft, maar leeg aankomt bij de ontmoeting met

onze engel, krijgt ook geen nieuwe inspiratie en bezieling.

En dan dooft als je elke nacht niets te geven hebt je eigen enthousiasme, je wordt steeds vlakker, steeds gebogener

en steeds ziellozer, hoe je het maar noemen wilt.

Ik zei dat er drie soorten geestelijk voedsel voor

de engelen belangrijk zijn.

Het tweede is en kijk eens of je het kent, ’s nachts als je gaat

slapen ga je de ene keer met een uiterst tevreden gevoel

slapen ‘het was een lekkere dag’ en de andere keer ga je

slapen met zo’n rotgevoel ‘blij dat die dag voorbij is,

het wilde niet.’ Als wij gaan slapen met een tevreden gevoel

dan is dat gevoel van tevredenheid weer een cadeautje voor

de engel.

Nu moet ik eerst even vertellen waardoor het gevoel van tevredenheid eigenlijk ontstaat. Zo’n gevoel ontstaat heel

simpel, wanneer we toegekomen zijn aan onze karmische opdrachten, aan datgene wat we ons voorgenomen hadden

in dit leven te bewerken. Dus als jij je hebt voorgenomen

dit leven heel veel liefde uit te delen om je heen en je hebt

het een dag niet gedaan dan ga je ontevreden slapen en

heb je niets te geven. Maar heb je die dag wel heel veel

liefde gegeven tot en met de caissière van Albert Heijn toe,

ik noem maar wat, dan heb je ’s nachts heel veel te geven.

Dan gaat dat van onze engel naar de aartsengel en vervolgens

naar de machten daarboven, de oerkrachten.

Want de oerkrachten zijn de grote engelenwezens die ons

karmische patroon dat wij hier op aarde doorleven regelen

en begeleiden. Als wij dus onze karmische opgaven

verwerkelijken is dat een cadeautje voor de oerkrachten.

En natuurlijk geven ze ons iets terug, namelijk de kracht om duidelijker en bewuster aan onze karmische opdrachten

verder te werken.

Het leuke is wie dus ’s nachts tevredenheid te geven heeft

ontvangt het geschenk van bewustzijn, een dieper bewustzijn terug.

Het derde en voor de engelen het allerbelangrijkste cadeautje

is de liefde zelf. Als we een dag lang echt alleen maar liefde

geven, dus niet alleen omdat het karmisch moet, maar omdat

we echt kiezen voor de liefde, dan is dat een cadeautje wat via

onze engel, aartsengel, oerkracht enz. gaat tot aan de

allerhoogste engelen en dat zijn de Serafijnen.

De Serafijnen vereren met die grotere liefdeskracht God zelf

en vervolgens sturen de Serafijnen ons weer sterkere liefdeskrachten terug. Wie liefde geeft die zal gesterkt worden

om steeds meer liefde te kunnen geven. Dat zijn de cadeautjes

die we engelen mogen geven. De engelen hopen dus in onze

tijd dat we niet alleen kleine kinderen zijn die vragen ‘geef,

geef, geef’, maar dat we nu ook leren schenken, over en weer.

Waarom? Omdat zeggen de engelen, het wordt tijd wordt

dat wij gaan beseffen wie wij eigenlijk zijn. Wie zijn wij mensen eigenlijk? Prins Claus heeft daarin een enorme stap gemaakt.

Hij werd een keer tijdens een interview gevraagd of hij zich Nederlander of Duitser voelde. Toen zei hij: ‘ik voel mij vooral wereldburger’. Dat is een prachtig antwoord. Alleen ik denk

dat nu de tijd is aangebroken om nog een stap verder te gaan.

Wij zijn niet alleen wereldburger, we zijn kosmische burgers.

Als je kijkt vanuit die kosmische burgerschap dan zijn de

gewone engelen onze oudere broers en zusters die in de grote ruimte van het heelal leven. Om het maar uiterst te versimpelen, dan begrijp je het wat makkelijker, maar ooit zullen wij mensen engelen gaan worden. Het duurt nog even hoor, we hebben

nog heel wat incarnaties te gaan.

En de engelen dan? De engelen worden dan aartsengelen

en de aartsengelen oerkrachten, dus alles schuift zo verder op.

Maar als wij dan engelen worden, wie worden er dan mensen?

Wie komen er na ons? De dieren. De dieren zullen als wij aan

het stadium van het engelenschap komen aan het stadium van

de menswording beginnen. Als de dieren mens worden wie

zullen er dan dieren worden? De bomen en de planten.

Dus als je uitgaat van het kosmisch burgerschap zie je de ene evolutiegolf na de ander, onze jongere broeders en zusters

en onze oudere broeders en zusters.

Een heel leuk, klein zijstapje, ik kan het niet laten, ooit als wij engelen worden zullen wij dus als een engel moeten zorgen

voor de wezens die dan mens worden, de dieren. Zou het niet aardig zijn als we daar nou vast een klein beetje mee beginnen,

om te zorgen voor de dieren en ze niet alleen maar op te eten?

Dat is toch de toekomst die ons wacht.

Als laatste nog dit, ik kies zo wat uit, want je kunt uren vertellen over de engelen. Waarom is onze tijd zoals die is tot en met de spanningen waar we de afgelopen tijd ook hier in Nederland doorheen gaan. Waar komt het vandaan? Hoe moeten we dat plaatsen?

De oude traditie verteld en dat is al eeuwenoude kennis,

eens in de 350 jaar is er één aartsengel die specifiek zijn of haar energie naar de aarde stuurt en heel de mensheid met die

energie doordrenkt. Op dit moment is vanaf ongeveer 1900

de aartsengel Michaël aan het bewind, voor die tijd was dat

de aartsengel Gabriël. Als ik jullie nou vertel wat de uitwerking

is van de energie van Michaël dan ga jij jezelf beter begrijpen

en de tijd waarin wij leven. Want wij worden allemaal door die specifieke energie van Michaël bepaald of wij het nu

doorhebben of niet, het grijpt heel sterk in ons leven in.

De energie van Michaël maakt ons weer bewust van het feit

dat er niet alleen een materiele wereld is, dingen die je kan aanraken, tasten en bewijzen, maar dat er ook een geestelijke wereld is. We gaan dus allemaal weer open staan voor de goddelijke wereld / de geestelijke wereld en dat zie je nu

heel erg gebeuren.

Alleen zou je denken dat in zo’n Michaëls tijdperk, als de

mensen zich weer bewust worden de kerken wel weer

vollopen, maar dat gebeurt niet. Waarom niet?

Omdat de Michaëls-energie ook nog iets anders bewerkt.

Michaël zegt namelijk en legt dat in ons neer ‘hoor eens,

je moet niet geloven wat anderen zeggen. Je moet leren

luisteren naar wat je van binnen zelf voelt als waar en dat

moet je geloven, niets anders’. Je moet van mij dus niets

geloven, van de Paus niets aannemen, van geen dominee,

pastoor, want het is de opgave van Michaël waar die ons

allemaal voor plaatst: ‘leer nou te luisteren naar je eigen

innerlijke weten’. Je ziet het gebeuren dat de mensen ook

steeds meer de weg naar binnen gaan: ‘hoe voelt het voor mij?’

Het volgende gebeurt ook, er wordt altijd gezegd in een Michaëltijdperk wordt het verborgene openbaar. Dus wat eeuwenlang verborgen was komt nu naar de oppervlakte.

Ik blijf zelf de volgende twee voorbeelden de leukste vinden.

In 1945, op het dieptepunt van onze westerse geschiedenis,

einde van de tweede wereldoorlog, Duitsland, Nederland, West Europa ligt in puin, Indië ligt in puin, ga maar door. Op dat moment, december 1945, wordt er in het zand in Egypte een

kruik gevonden met de oude, spirituele geschriften van het Christendom. En dat zijn precies die geschriften die we nu

nodig hebben om op een nieuwe manier de verbinding met

de geestelijke wereld te kunnen vinden en te ervaren.

Heel veel van de dingen waar ik vanavond over praat staan

in die oude geschriften, kortom we krijgen nu een inspiratie

uit de eerste eeuwen van het Christendom die heel lang,

zeg maar vanaf 250 na Christus verborgen was. Nu komt het

in de openbaarheid.

In deze tijd en ook dat zul je allemaal merken gaat ook de

deksel van de innerlijke beerput open en alles wat je vanbinnen verstopt hebt en vele levens lang weggeduwd hebt, het komt

nu naar boven. En nu zul je het onder ogen moeten zien, ja ik

net zo goed als jullie. Zo komen we allemaal één voor één in

een transformatieproces, het komt naar boven. Het is niet meer

te verstoppen en daarom heb je zo’n beetje dat de ene helft

van Nederland in therapie is bij de andere helft. Het heeft dus

een hele diepe zin en bedoeling.

Even in het groot: Ik ben me zo bewust, Israël en Palestina,

oeroud karma, wat nou naar boven komt, Joegoslavië was een oeroud karma. De spanningen nu tussen Christendom en Islam,

het is oeroud karma, vandaar ook de heftigheid ervan.

Karmische conflicten kun je altijd herkennen omdat ze zo heftig

en fel zijn en er hele diepe emoties die je niet eens goed kunt plaatsen een rol gaan spelen. Kortom dit wordt de tijd dat we

er niet meer omheen kunnen en nou zullen we ermee aan het

werk moeten. Hoe doen we dat? Doen we dat vanuit ons ego, angst, verdediging en veiligheid of treden wij deze conflicten tegemoet vanuit de kracht van vertrouwen, liefde en overgave.

Dat wordt de grote vraag en test waar Michaël ons voor stelt.

Weet je, het allermooiste vind ik altijd dit en dat is meteen

het slot van het verhaal.

De oude traditie zegt altijd ‘waar Michaël verschijnt, daar is

Christus niet ver meer’. Want Michaël is altijd de wegbereider

van Christus zelf. Dat merk je al, ik merk het aan de vele

verhalen die mensen mij in vertrouwen vertellen dat ze een ontmoeting met Christus zelf hadden.

En ik voel het ook in de verhalen die bij voorbeeld vanuit

Afrika komen. Uit Afrika zijn er berichten dat nu ook bij

groepen Afrikanen die helemaal geen Christen zijn plotseling

de stralende lichtgestalte van Christus in hun midden staat.

En ze weten meteen met een innerlijk telepathisch weten,

dat is Christus.

We leven in een tijd dat wij gedwongen worden door het verwerken van het oude karma heen de stap te maken vanuit

ons ego naar ons ‘Christus-Ik’ ons ‘Hogere Zelf,’

de ‘Boeddha-natuur’, hoe je het ook wilt noemen. Daar waar

wij innerlijk die stap zetten naar die diepere, hogere kracht

daar komt de kosmische Christus zelf ons te hulp.

Daarom begin ik ook altijd elke lezing met de hele diepe wens

of Christus zelf in ons midden mag zijn en ik hoop dat jullie

het voelen, hij is er. Het is zijn energie die ons nu doorstraalt

en zegent. Ik hoop dat je vooral die energie in je hart wilt opnemen.

De vragen:

Vraag:

Mijn dochter zag op haar kamer een ‘man’ in de vensterbank

staan die boos naar haar keek. In de tijd dat zij dit zag was zij geestelijk erg in de war. Ik zag dat zij dit op een stuk papier

schreef. Wat betekende dit?

Antwoord:

Het is een wet dat je datgene naar je toetrekt wat van gelijke

trilling is dan wat van jou uitgaat. Dus als je geestelijk in de

war bent dan trek je de geesten aan van de verwarring.

Dat hoeft niet eng te zijn, zulke ervaringen zijn als het ware

een uitdaging aan ons om ‘nee’ te leren zeggen.

Ik merk vaak dat mensen die een negatieve engelervaring

hebben, mensen zijn die heel moeilijk ‘nee’ kunnen zeggen.

Kortom heb je last van negatieve, geestelijke wezens is vaak

de opdracht ‘leer nou eens ‘nee’ te zeggen’. En als je dat lukt

tegen mensen, dan lukt dat ook heus tegen geestelijke wezens.

Ik voel dat ook een beetje in deze vraag, dat deze dochter de kracht moet krijgen om ‘nee’ te zeggen.

Vraag:

Als kind had ik een onzichtbaar vriendinnetje waar ik

ook altijd mee speelde, ze had rood haar.

Nu heb ik roodharige kinderen.

Waarom heb ik haar zelf de deur uitgezet en nooit meer

gezien? Ik vind dat nu erg jammer.

Antwoord:

Nou dat was op zich heel wijs want je ziet vaak dat veel

kinderen, met name de nieuwe generatie die geboren wordt,

een grote gevoeligheid hebben voor de geestelijke wereld.

Maar als de puberteit komt dan zie je dat het vermogen van helderziendheid heel langzaam dicht gaat. Dat moet ook want

je moet even met beide voeten door de puberteit heen hier

op de aarde komen te staan. Vaak zie je dat bij het ouder

worden voorbij de menopauze die helderziendheid weer

terug keert, maar nu op nieuw bewust niveau.

Kortom, ik voel hier een soort noodzaak. Het is wel jammer

dat de roodharige helpende engel weg is, maar hij komt heus

weer terug als de tijd daar rijp voor is.

Vraag:

Een vriendin van mijn dochter heeft zich aangesloten bij

de Sint Andreüs stichting ‘Sonja’. Haar persoonlijke engel

verbiedt haar om contact te hebben met haar ouders enz.

als zij zich niet bekeren tot de stichting.

Zijn dat engelen?

Antwoord:

Nee dus. De stelregel is deze, de engelen van het licht zullen

altijd onze persoonlijke vrijheid volkomen respecteren.

En waar stemmen vanuit de andere wereld het woord ‘moeten’ gebruiken daar weet je al dat je in de verkeerde hoek zit en dat

je ogenblikkelijk afscheid moet nemen. Omdat hoe meer je

daarin vast komt te zitten hoe moeilijker het later wordt los

te komen. Dus daar ben ik vrij streng en duidelijk in: als de

donder zorgen dat je ervan loskomt.

Het is met deze wezens geen spelletje, het zijn geestelijke

krachten. Positieve krachten doen goed, maar negatieve

kunnen natuurlijk heel veel verkeerd doen.

Als je dan ook nog bedenkt dat engelen bij uitstek de wezens

van de liefde zijn. Zouden wezens van de liefde ons ertoe

brengen te breken ter wille van principes? Nou dan zijn het wel heel fundamentalistische engelen en die ben ik nog nooit in de wereld van het licht tegengekomen. Kortom, overal waar je de vrijheid, het respect en de liefde voelt stromen verbind je ermee, maar overal waar je voelt dat wordt hier stuk gemaakt, wegwezen. En je voelt als de engelenwereld in onze tijd weer open gaat dan zullen we ook de keerzijde, de negatieve kant daarvan moeten meemaken, namelijk hoe het is om je op de verkeerde manier ermee te verbinden. Dus wij moeten het nu in volwassenheid en vanuit onze eigen verantwoordelijkheid leren doen.

Het lijkt mij trouwens heel moeilijk, pijnlijk en verdrietig als je

dit persoonlijk moet meemaken en dat mag even al ons mededogen oproepen.

Vraag:

Wanneer is een lichtwezen een engel en wanneer noem je

de gestalte van licht Christus?

Antwoord:

Dat is iets wat de mensen aan wie een lichtwezen verschijnt telepathisch, innerlijk meteen zeker weten, dit is een engel,

dit is Christus. Zoals dat meisje ook vertelde, maar dat hoor je

altijd er is een telepathisch spreken/ weten. Dus dat is een

hele andere manier van communiceren / weten dan we hier op deze aarde hebben.

Overigens, als ik het over Christus heb dan heb ik het over het allerhoogste lichtwezen dat bij de doop in de Jordaan in Jezus

van Nazareth neerdaalde. En dat lichtwezen is bij voorbeeld

ook al door Zarathustra 5000 voor Christus waargenomen op

zijn weg vanuit de geestelijke werelden naar de aarde toe.

Dus ik heb het eigenlijk over iets universeels dat in alle godsdiensten vaak de voorchristelijke gezien werd, maar dat verschillende namen gekregen heeft. Je zou dus in plaats van

Christus ook de naam ‘Ahura mazda’ kunnen gebruiken,

ik noem maar een naam waarmee dit zonnewezen in de loop

der eeuwen, millennia genoemd is.

Eén van zijn namen is de naam Christus.

Vraag:

De bijbel spreekt over het goede en kwade, goede en kwade geesten/engelen. Hoe weten we of we met een goede of

kwade geest / engel te maken hebben?

Antwoord:

De esoterische traditie verteld dat er hoge engelenwezens

zijn die bewust een offer gebracht hebben om afgesneden

te worden van de directe instroom van het goddelijke licht,

de goddelijke liefde en het goddelijke weten.

In menselijke termen gesproken zaten ze van de ene op de

andere dag in het volkomen donker. Toen dat jaar na jaar, millennium na millennium ging duren werden deze engelen

wezens opstandig en ze hadden zoiets van dan gaan we het

zelf wel uitzoeken. Ze werden dus egoïstisch en ze verharden

zich. Deze afgesloten engelen werden de wezens die we later

in de bijbelse traditie tegenkomen als de Duivel en de Satan,

Lucifer en Ariman. Wij hebben deze donkere wezens ook heel

hard nodig gehad anders zouden wij nooit hier op aarde zelfbewuste, ik-bewuste ego mensen geworden zijn die we

nu zijn. Lucifer en Ariman zijn zeg maar gevallen engelen die

een offer gebracht hebben om de geesten van het kwaad

te worden en om zo vanuit de geestelijke wereld tot in de sfeer

van de aarde te trekken. Ik zal nog een mooi geheim vertellen,

dit is de beslissende tijd dat de innerlijke Christus in ons

geboren gaat worden, dat we de stap gaan maken vanuit ons

ego naar de innerlijke Christus. En als wij éénmaal gaan leven

meer en meer vanuit de innerlijke Christus dan gaan we ook

een hele nieuwe tijd tegemoet, een tijd van werkelijke vrede

en liefde. Dan gaan we langzaam de weg van de vergeestelijking terug, de weg naar de geestelijke wereld. En weet je wie ons op

die weg tegenstribbelend gaan volgen? Lucifer en Ariman.

Eerst zijn Lucifer en Ariman ons voorop gegaan, hebben ons helemaal in het moeras van deze aardse werkelijkheid getrokken. Nu voltrekt zich de grote omwending, de geboorte van de innerlijke Christus.

Wij gaan een hele nieuwe evolutieweg betreden, de rollen zijn omgekeerd, nu gaan wij voorop en Lucifer en Ariman volgen. Tegenstribbelend, maar ze volgen wel want de mensenwereld

is de wereld aan wie ze gebonden zijn. Dus zij moeten ons wel volgen en dan zijn wij mensen het uiteindelijk die aan Lucifer

en Ariman, de Satan en de Duivel, verlossing gaan schenken.

Ik heb het nu over een miljoenen jaren durend gebeuren,

ik kan het niet overzien, maar het is prachtig als je de grote verbanden gaat zien. En dan ga je ook begrijpen waarom

de esoterische traditie zo nadrukkelijk zegt dat dit de meest beslissende tijd in heel de evolutie is die zich ooit heeft

voorgedaan en zal voordoen. En je voelt het ook, ergens voelen

de mensen het aan.

Wij hebben het over oude politiek en nieuwe politiek.

Ze hebben nog niet door wat het inhoudt, maar ze voelen

al aan, er is iets stervende en er gaat iets nieuws geboren worden. Al het oude gaat sterven en het zal door hele nieuwe patronen vervangen worden. De oude patronen zijn op ego en macht, hebben en zijn gebouwd. De nieuwe patronen zullen gebaseerd zijn op de krachten van het Christus-ik, samen werken, elkaar vertrouwen, elkaar alle hulp geven en elkaar verbinden tot een gemeenschappelijke kracht. Dan zullen er geen politici meer

zijn die elkaar vliegen afvangen, maar dan zullen ze met elkaar in gesprek gaan om te zoeken hoe moeten we samen de oplossing vinden. Een prachtig voorbeeld van dit nieuwe is de vroegere, Egyptische president Saddat, niemand kent helaas zijn naam meer. Die man voelde op een gegeven moment dat de Arabische wereld en Israël helemaal vastliepen in die ego spelletjes, macht, karma, slaan en terugslaan. Toen kreeg hij een inzicht, ik moet zelf terwijl

ik een vijand ben van Israël naar Jeruzalem gaan en moet de Knesset toespreken, zeg maar de tweede kamer van Israël.

En hij heeft het gedaan. Vanaf die tijd is er vrede tussen Israël

en Egypte. Die vrede is er nog steeds omdat één man de moed

had in plaats van het ego spelletje te spelen de weg van vertrouwen, verbinding en overgave te gaan, de weg van het Christus-ik, zo noem ik het maar. De eerste woorden die hij in de Knesset sprak als Islamiet in het Joodse parlement: ‘wij hebben één gemeenschappelijke voorvader, Abraham. Zullen wij hem nu eren door in zijn naam samen te werken?’

Vraag:

Als het door pijn en verdriet in je leven moeilijk wordt

om je engel s’nachts het eerste geschenk van enthousiasme

te kunnen geven, krijg je dan nooit inspiratie terug of is er

een andere manier om dit toch te ontvangen?

Antwoord:

Jullie moeten niet zo hard zijn voor jezelf want dat zijn

de engelen ook niet. Engelen hebben een enorm mededogen

en liefde als mensen door een moeilijke periode heengaan.

En als je door een moeilijke periode gaat, weet dan dat alle

hulp voor je klaar staat om je er echt doorheen te sleuren.

Het gaat erom als je weer in een nieuwe tijd aankomt waar

het mogelijk wordt enthousiast te spreken, laat het dan niet na.

Wij hebben het hier altijd over de hoogste wereld van de liefde

die gaat nooit oordelen en rekenen ‘krijgen zij wat, krijg ik dan

wel wat terug’. Zo werkt het niet, het is de vorm van liefde,

maar volwassen liefde.

Vraag:

Als ik het goed heb begrepen stel je de dieren en de bomen

onder de mens. Ik ben het er totaal niet mee eens en ik vraag

me dan ook af hoe je op deze theorie bent gekomen?

Antwoord:

Zo, hier is iemand zeer verontwaardigd.

Ergens begrijp ik dat wel uit respect voor alles wat leeft.

De engelen zelf zullen zeggen er is geen hoger en geen lager,

geen minder of geen meer. Voor de engelen zijn mensen even belangrijk als de engelen. Het is ons menselijk denken, ons

ego-denken wat denkt in hoger en lager, minder en meer.

Voor de engelen is het dat je op elke plaats iets aan het

goddelijke plan kunt bijdragen en alles wat iedereen vanuit

eigen wezen en naar eigen vermogen bijdraagt is voldoende.

Dus spreek niet over minder en meer, wel is het zo dat wat

ik hier zeg over die verschillende evolutiegolven, dat is eeuwenoude wijsheid en komt vanuit de oude inwijdingstraditie. Dus dit was al eeuwen voor Christus bekend, is als wijsheid opgenomen in het esoterische Christendom en gewoon verder gedragen. In de voorchristelijke tijden waren er nog ingewijden, dus mensen die uittredingen hadden en ook nog bij vol

bewustzijn waren, die de geestelijke wereld konden binnengaan

om te kijken hoe het daar zat. Zij kregen daar van alles te horen

en kwamen dan weer terug om het maar even simpel te vertellen. De oude ingewijde haalden heel veel weten uit de hoogste geestelijke lichtwereld, in die tijd ook wel de derde hemel genoemd.

En dat oude weten is via de esoterische onderstroom van

het christendom doorgegeven tot in onze tijd.

Het leuke is, ga eens naar een boekhandel en kijk bij ‘esoterie’

en je vindt allemaal wijsheid uit deze eeuwenoude stroom.

Alleen tot nu toe bleef die steeds verborgen onder de oppervlakte. En nou ineens komt het aan het daglicht, iedereen kan het lezen

en iedereen die ermee wil leven die mag de toegang ertoe vinden. Het is fantastisch dat dat nu kan. Ik ben me ook zeer bewust voor mezelf dat dit de eerste incarnatie is na een hele reeks incarnaties waarin ik er in het openbaar in alle rust over kan praten zonder dat het mij de kop kost. Dan zie je hoe bijzonder het is wat we nu doen.

Vraag:

Jozef Rulof heeft het over goede en kwade geesten.

Die strijden nu in Nederland volgens mij.

Antwoord:

Nee, wij strijden, wij maken er een rotzooitje van,

wij oordelen, wij schieten in de angst, wij schieten in

het wegsturen van de Islam en alle Moslims zijn niets enz.

Dus even oppassen dat je niet te gauw iets aan de geestelijke

wereld toeschrijft wat we zelf doen. Wat er nu nodig is zijn

mensen die bidden, hun eigen angst en agressie overwinnen

en die in gebed en meditatie vrede, echte liefde en licht aan

de geestelijke sfeer van Nederland toevoegen.

Doe dat alsjeblieft waar je het kunt.

Hans Stolp