Het geheim van Pasen in deze tijd

HANS STOLP
De tweevoudige opstanding
Toen ik in het verleden als pastor in het ziekenhuis werkte, waren er mensen die mij spontaan begonnen te vertellen over een bijzondere ervaring die zij hadden opgedaan: een ontmoeting met Christus. De verhalen die zij daarover vertelden raakten mij diep; ik ervaar ze tot op de dag van vandaag als een groot geschenk dat mij gegeven werd. Omdat we binnenkort weer het Paasfeest vieren, wil ik een paar van die ervaringen in ons blad opnemen. Om daarmee duidelijk te maken, hoe het geheim van de opstanding in onze dagen doorwerkt.
Christus wendt zich in onze tijd namelijk steeds vaker op een tweevoudige manier tot ons. Allereerst wil Hij opstaan in ons hart en daar werkzaam worden als ons hoger zelf, de geest of ons hogere Ik. Maar omdat op aarde alles op een tweevoudige wijze werkzaam wordt (denk maar aan de dualiteit van man – vrouw, binnen – buiten, onder – boven enzovoort), verschijnt Hij ook steeds vaker van buiten, als een etherische gestalte aan mensen. De opstanding van Christus die 2000 jaar geleden plaats vond in Jeruzalem, wordt nu voortgezet als een innerlijk gebeuren in ons hart en als een uiterlijk gebeuren in de etherische wereld!
We worden dus geroepen om niet alleen stil te staan bij het Mysterie van Golgotha dat zich tweeduizend jaar geleden voltrok, maar ook bij de manier, waarop dit Mysterie in onze dagen op een nieuwe manier werkzaam wordt. Dat geheim in mijn leven te hebben mogen ervaren, heeft mijn leven rijk gemaakt en heeft mij de diepe zin van het aardse leven doen beseffen!
In dit artikel wil ik drie ervaringen weergeven die mensen mij toevertrouwden. U kunt ze vinden in mijn boek: De wederkomst van Christus – nu, dat onlangs door uitgeverij Hesperia opnieuw werd uitgebracht.

De weerspiegeling van Zijn licht
De eerste ervaring waarover ik vertellen wil, werd mij in het ziekenhuis verteld door een meisje van negentien jaar. Ze lag in een ziekenhuisbed, maar ondanks de kille sfeer van de ziekenkamer zag ze eruit als een feeëriek, gracieus wezen, alsof ze niet van deze aarde was. Een week voordat ze stierf vertelde ze me dat die nacht Jezus aan haar verschenen was. Als een stralende Lichtgestalte, zei ze, stond Hij naast haar bed. Ze had meteen, met een innerlijk zeker weten, geweten wie Hij was: Jezus.
Ik durfde haar niet te vragen wat Hij gezegd had; een diepe eerbied voor deze ervaring maakte mij terughoudend. Maar eigenlijk hoefde ik dat ook niet te weten. Want als ik naar haar gezicht keek, zág ik daarop de weerspiegeling van Zijn licht. Het was, alsof ik mij daar, naast dat ziekenhuisbed met die vele slangen en apparaten, op een heilige plek bevond. Alsof ik zelfs op dat moment nog steeds die Aanwezigheid voelen kon. Nooit zal ik de intense vrede, die stralende glans op haar gezicht vergeten en de diepe eerbied en ontroering die dit alles in mij opriep.
Toen ze een week later stierf nadat ze in coma was geraakt, wist ik, waarom Jezus haar verschenen was: om haar de moed, de kracht en het vertrouwen te geven om die laatste stap vanuit het aardse leven naar de Lichtwereld te kunnen zetten. En om haar de kracht te geven haar ouders en haar broertjes en zusjes van wie ze zoveel hield, los te laten. Want dát was voor haar het moeilijkste: niet de dood zelf, maar het afscheid nemen van haar geliefden.

Een glans van vreugde
De tweede ervaring deed ik ook in het ziekenhuis op en werd mij verteld door de ouders van een jongen die met kanker was opgenomen in het ziekenhuis. Tim was acht jaar oud en stervende. Zijn gezicht was getekend door de pijn, hij zei bijna niets meer en het deed iedereen die hem zag, pijn om hem zo te moeten zien lijden. Maar op de morgen van de dag dat hij zou sterven, was hij een totaal ander kind geworden: zijn ogen twinkelden en zijn gezicht straalde. Het leek haast, alsof hij vergenoegd in bed lag. “Vannacht is hij geweest en het was zo fijn,” zei hij tegen zijn ouders. “Hij?” vroeg zijn vader. “Ja, Jezus”, antwoordde Tim. Meer werd er niet gezegd. Maar zijn ouders mochten ervaren hoe hij getroost stierf en hoe tot in de dood de vreugdeglans op zijn gezicht bewaard bleef.
Het opvallende was dat de ouders van Tim onkerkelijk waren en niets met het geloof hadden. Maar wat Tim hen vertelde, raakte hen zo intens dat zij daardoor in staat waren de pijn van het verlies van hun zoon met een stille waardigheid te dragen. “Nu weet ik”, zei Tims vader later, “dat er een leven voorbij de dood is, en dat wij Tim daar straks terug zullen zien.” Zo veranderde de ontmoeting die Tim met Jezus had, ook het leven van zijn ouders voorgoed.

Nooit meer zó alleen
De derde ervaring waarover ik wil vertellen, werd mij later toevertrouwd, toen steeds meer mensen wisten dat ik open stond voor ervaringen met de geestelijke wereld en die ervaringen serieus nam. Een mevrouw vertelde: Het gebeurde toen ik mijn man verlaten had. Ik had geen andere keus: wilde ik overleven, dan moest ik bij hem weggaan. Maar het ergste was dat ik mijn beide kinderen bij mijn man moest achterlaten.
Geloof me, dat is het allerergste dat een moeder kan overkomen: om je kinderen achter te laten. En hoewel ik in die situatie niet anders kon, voelde ik mij toch schuldig, ieder uur, iedere minuut.
Op een avond zat ik op de zolderkamer die ik gehuurd had. En weer vloog het mij aan, dat wurgende gevoel van schuld. Ik voelde mij alleen en had het gevoel dat niemand ooit zou kunnen begrijpen, waarom ik deze stap heb moeten zetten. Net zoals ik dat zelf deed, zouden ook alle andere mensen mij veroordelen.
Ik vroeg mij af, wat het leven nog voor zin had. Ik was liever dood. Toen, op dat moment, stond volkomen onverwacht een stralende Gestalte van Licht in mijn kamer. De hele kamer baadde in Zijn licht. Hij keek mij aan met een onbeschrijflijk liefdevolle blik. Ik voelde dat Hij mij begreep en dat Hij mij helemaal accepteerde! De tranen liepen over mijn wangen. Ik wist meteen wie Hij was, ik wist het vanbinnen, en ik wist het heel zeker: Christus was het die hier voor mij stond!
Hij liet mij voelen dat ik er niet alleen voor stond, al dacht ik zelf van wel. Ik voelde dat Hij er altijd voor mij zou zijn, altijd.
Hoe lang Hij daar gestaan heeft, ik weet het niet. Het leek wel een eeuwigheid. Maar toen Hij even onverwacht weer verdwenen was als Hij was gekomen, was ik een ander mens. Ik begon mijzelf te aanvaarden en veroordeelde mijzelf niet langer.
In de situatie waarin ik verkeerde, veranderde niets. Maar ik was veranderd en Christus had mij geleerd anders met de situatie om te gaan. Zonder zelfveroordeling en met meer vertrouwen. Ik heb mij in mijn leven nooit meer zo alleen gevoeld als ik mij voelde vlak vóór zijn verschijning.

Een droom op Patmos
Deze en andere ervaringen maakten een diepe indruk op mij. Christus is dus niet alleen een gestalte uit het verleden, nee, Hij is ook nu actief bij ons betrokken en wil ons wakker roepen en ons bewust maken van de goddelijke kracht die in ons tot leven wil komen: ons hoger Zelf, de geest, of de innerlijke Christus.
Als pastor ben ik natuurlijk met de kerk verbonden geraakt. Vandaar dat het mij pijn deed en nog steeds doet dat er in de kerken weinig of geen besef is van wat Christus in deze tijd aan, en voor ons doet.
Waarschijnlijk kwam het daardoor dat ik op een keer, toen ik op het eiland Patmos was – het eiland waar Johannes de Openbaringen schreef en inzicht kreeg in het geheim van de Wederkomst van Christus – een droom kreeg. In die droom zat ik in een kerk tussen de vele mensen die luisterden naar wat de dominee vertelde. Op een gegeven moment, voor mij totaal onverwacht, gaf de dominee mij zomaar in de droom het woord. Toen zei ik heel spontaan, zonder daarover na te denken: “Christus is gestorven in de kerken. Hij leeft er niet meer.” Terwijl ik dat zei, begonnen de tranen over mijn gezicht te rollen. Opnieuw zei ik: “Christus is dood, Hij is opnieuw gestorven in de kerken.” Toen ik wakker werd, was mijn gezicht nog nat van de tranen.
Het is deze pijn die ik nog steeds voel en die mij ertoe aanzet om overal, en zolang het maar mogelijk is, te vertellen over het Mysterie van Christus en hoe Hij in deze tijd werkzaam is.