Kinderen die ernstig ziek zijn, hebben allerlei uitspraken
waaruit blijkt dat zij zullen sterven, ze weten het intuïtief.
Deze uitspraken zijn bijvoorbeeld:
-als ik straks geboren word
-ik ga verhuizen
Ook in tekeningen laten ze dit zien:
Een kind tekende bijvoorbeeld 12 bomen.
Dat waren nog de 12 maanden die ze te leven had.
Ook spreken kinderen van lichtgestalten die zij zien
en die een troostende en zelfs pijnstillende werking
op hen hebben.
Hans Stolp schreef een kinderboek over dit onderwerp:
” De gouden vogel.”
Kinderen zijn niet bang om te sterven.
Wel vinden ze het moeilijk om hun vader en moeder
los te laten. Ze nemen de angst van hun ouders over.
Je helpt het kind het beste door niet bang te zijn.
Kinderen willen soms niet aangeraakt worden
vlak voor hun sterven. Ze hebben dan ruimte nodig
om afstand te nemen om de laatste stap te zetten.
Vaak zie je ook bij volwassenen dat ze overgaan
net als hun geliefden even weg zijn.
Zij hebben ruimte nodig om naar de andere kant te gaan.
Altijd is er hulp aan de andere kant om de overgegane
op te vangen. Het is als een geboorte in de astrale wereld.
Geen mens sterft alleen.
In boeken over bijna doodervaringen lees je over hoe het
aan de andere kant is. Dr. Raymond Moody schreef:
“Leven na dit leven.” Dit boek gaat over bijna-dood-
ervaringen. Hij was een leerling van Kübler Ross.
Vaak hebben mensen met bijna-dood-ervaringen
stralende gestalten van licht gezien. Ze krijgen de film
over hun leven te zien, waarbij 2 vragen worden gesteld:
– Heb je gevoeld/ervaren wat liefde is?
– Heb je geleerd wat leven is?
Ze ervaren allemaal dat de dood een overgang is
naar een nieuwe wereld. Na een bijna-dood-ervaring
raken mensen voorgoed angst voor de dood kwijt.
Ze blijven ook heimwee voelen naar die mooie wereld.
Ze weten ook dat hun leven nog niet af is en dat ze iets
speciaals in het leven nog moeten ontwikkelen, zoals
beter invoelen in anderen, meer aandacht voor anderen
hebben. De continuïteit tussen leven en dood is groter
dan de breuk die het sterven veroorzaakt. Er blijft meer
dan er wegvalt. Ons zijn, bestaat uit meerdere lichamen,
ook wel voertuigen genoemd:
1.Het lichaam, dit bestaat uit:
a Het fysieke lichaam
b Het etherische lichaam (Prana, adem Gods)
dit is een kosmische energie die 10 cm. uit
het fysieke lichaam steekt.
Hierin bevindt zich het herinneringsvermogen.
2.De ziel, het astrale lichaam (Astra betekent ster).
Dit lichaam is ijler dan het etherisch lichaam.
Hierin bevinden zich de karaktereigenschappen,
de gevoelens, van de persoon.
Als mensen aura’s zien, zien zij zowel het etherisch-
als het astrale lichaam. De kleuren die zij waarnemen
hebben o.a. met emoties van die persoon te maken.
3.Geest, de Goddelijke Geest, het Hoger Zelf
Deze is verborgen.
Het bestaat uit volkomen vertrouwen,
vrede en overgave.
De geest kan er moeilijk doorheen komen omdat het ego
dit tegenhoudt. Soms voel je dat de Geest door het ego
heen spreekt. Deze kennis is verloren gegaan.
In de 9e eeuw tijdens het concilie van Constantinopel
is de geest weggeschrapt.
Nietsche spreekt in de 19e eeuw nog van de mens
met ziele aspecten. Langzaam aan wordt de mens
alleen als fysiek lichaam gezien.
Het zilveren koord houdt de lichamen bijeen.
In Prediker 12 wordt er gesproken van een zilveren koord.
Het zilveren koord is als een navelstreng. Bij dromen gaan
alleen het astrale- en geestelijk lichaam eruit. Omdat ons
herinneringsvermogen in het etherisch lichaam zit kunnen
wij ons vaak niets meer herinneren van wat wij gedroomd
hebben. Elke nacht doen wij ervaringen op in de astrale
wereld en hebben ook contact met de overgegane mensen.
Bij bijna doodervaringen gaan de 3 lichamen uit het fysieke
lichaam, daarom zijn daar wel herinneringen van.
Ook bij uittredingen gaan de 3 lichamen samen uit het
fysieke lichaam, daar zijn ook herinneringen aan.
Bij de dood wordt het zilveren koord afgesneden
die de 3 lichamen met het fysieke lichaam verbindt.
De overgang
In de eerste 3 dagen na je dood krijg je een terugblik
op je geleefde leven. Je wordt hierbij gesteund als je voelt
dat mensen van je houden. De aandacht en liefde die
mensen voor de gestorvenen hebben zijn als een kracht
die naar de overgegane uitgaat. Daarom is het goed om
3 dagen bij de dode te waken en hem met liefde kracht
te helpen zijn terugblik positief te zien.
In deze 3 dagen worden de etherische herinneringen
afgedrukt op het astrale lichaam.
Het is als een blauwdruk van zijn geleefde leven.
Het kama loka
Na de drie dagen gaat de overgegane naar het kama loka
(het vagevuur ), dit is de plaats van bezinning. Hier vindt weer
een film van het leven plaats, maar anders dan de eerste keer.
Nu wordt er ook gevoeld wat je de ander hebt aangedaan.
Hierdoor krijg je inzicht in je fouten, dat heb je nog te leren
én je ziet wat de winst is van je geleefde leven. Het gaat altijd
om de mate waarin er sprake is geweest van liefde, dat is de
kracht waar het om gaat. In het kama loka wordt er een plan
gemaakt, samen met hoge entiteiten, voor een volgend leven.
In het kama loka breng je ongeveer een derde van je geleefde
leven door. Dit is afhankelijk van je bewustzijnsniveau. Als het
astrale lichaam sterft, kan de geest naar buiten komen.
De lichtwereld, de sfeer van de Goddelijke Geest.
Wanneer de geest naar buiten kan komen ervaar je dit
als een bevrijding.
In de lichtwereld zijn vele sferen. Je stemt af op die
lichtsfeer die bij jou hoort. Alle entiteiten die zich daar
bevinden ervaar je als bekenden.
Hier op aarde ervaar je soms van een wildvreemd iemand
dat je die kent, dat kan komen omdat je de ander in de
lichtsfeer hebt ontmoet, het kan ook karmisch zijn.
In de lichtwereld kan je dingen doen waar je op aarde geen
gelegenheid voor hebt gehad. Wat als geestelijk verlangen
is gegroeid wordt hier werkelijkheid.
In deze gebieden kunnen we ook achtergebleven geliefden begeleiden. Dit kan je doen vanuit een groter weten. Je weet bijvoorbeeld waarom iemand op aarde is, wat hij daar te leren heeft. Je kan helpen om die taak waar te maken.
Hier op aarde kan je voelen als je hulp krijgt. Het is van belang
dat je je dankbaarheid laat merken, want dat is voor de
geestelijke wereld waarneembaar en het geeft hen grote vreugde. In de lichtwereld kan je niet opstijgen naar hogere sferen,
omdat je daarvoor geen lichtkracht genoeg hebt. Wel kan je afdalen naar lagere sferen. Als je entiteiten ontmoet uit de
hogere sferen is dit een prikkel om ook zo ver te komen,
je wilt dit ook leren.
Dan begint je afdaling weer. Je krijgt een nieuw astraal lichaam,
een etherisch lichaam en een fysiek lichaam. Na je geboorte op
aarde vergeet je stap voor stap uit wat voor wereld je kwam.
De andere kant
De overgegane kijkt anders naar je dan in dit leven, want
hij heeft een groter weten. Wij hebben ook invloed op hem.
Soms zijn er dingen die niet uitgewerkt zijn, zoals woede, teleurstelling, angst. Als je je hier op aarde verhardt en je
opsluit in dit soort gevoelens dan kan de overgegane de
astrale wereld niet verlaten om naar de hogere sferen te gaan.
Het is daarom van belang dat je de ander vrij laat, zodat
de ander zich kan losmaken. Je helpt de ander ermee.
Als je kan zien waarom die ander was zoals die was voelt
de overgegane een geestelijke ruimte.
Het is niet de bedoeling dat je je verdriet of woede wegstopt, daarmee bind je ook de ander aan je.
Rosemary Althrea heeft hierover een boek geschreven.
Je kunt de overgegane veel schenken.
Je dankbaarheid wordt aan de andere kant als een geschenk ervaren. Als je in verbinding wilt treden met de overgegane
haal dan een fijne ervaring naar binnen, dan heb je kans dat
je ’s nachts de overgegane ontmoet.
Gun de ander een nieuw leven.
Besef dat je eigen gemis directe gevolgen heeft voor de overgegane, je houdt hem daarmee vast.
Dan worden we pastor voor elkaar.
Door dankbaarheid en liefde te voelen gunnen we de ander
zijn eigen weg. Het is daarom van groot belang voor de overgegane om door onze eigen pijn te gaan, om dan los
te kunnen laten. Door de pijn heen kan jij een nieuw leven
aanvangen, maar ook de overgeganen.
Het gordijn tussen de fysieke en astrale wereld zal
steeds meer worden opengetrokken.
De communicatie tussen ons en de overgegane zal steeds
groter worden. In Lucas 16 beschrijft Jezus de werkelijke
situatie tussen de rijke man en de arme Lazarus.
De arme Lazarus bevindt zich na de dood in de schoot
van Abraham, een hoge lichtsfeer.
De rijke man slaat zijn ogen op in het dodenrijk.
Hij ontdekt dat hij geen liefdeskracht in zich had en zich
daarom niet kon afstemmen op een hogere lichtsfeer,
kon geen liefdeswezens zien die hem daar konden brengen.
“Mijn tong staat in brand”, zegt hij. Daarmee bedoelt hij
dat hij van zijn eetverslaving moet afkicken.
De manier waarop je hebt geleefd is van invloed
voor het leven hierna.
In de rijke man ontwaakt het liefde gevoel, want hij wil zijn geliefden op aarde sparen voor deze kwelling.
De arme Lazarus zegt hem dat het geen zin heeft deze mensen
te waarschuwen, want op aarde zijn tekenen genoeg die mensen laten zien dat het om de liefde gaat en niet om ons eigen ego.
De dood hier op aarde is een geboorte aan de andere kant.
Dood en geboorte zijn vergelijkbare processen.
Herdenk niet iemands sterfdag, maar vier de geboortedag.
Hans Stolp